Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 2513 AA 's-GRAVENHAGE

Uw brief Ons kenmerk
7 december 2005, nr. 2050604450 AV/A&Z/2005/101284

Onderwerp Datum
Kamervragen van het lid Smilde 15 december 2005

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Smilde (CDA) over de gevolgen van het faillissement van KidsConcern.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)

2050604450

Vragen van het lid Smilde (CDA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de gevolgen van het faillissement van KidsConcern. (Ingezonden 6 december 2005)

Vraag 1.
Kent u het artikel 1) over de grote financiële gevolgen voor ouders door het faillissement van Kids Concern?

Antwoord 1.
Ik ben bekend met de inhoud van dit artikel.

Vraag 2.
Was u bekend met de problemen van KidsConcern?

Antwoord 2.
Het Waarborgfonds kinderopvang heeft het Ministerie op 2 december 2005 geïnformeerd over het besluit van KidsConcern de activiteiten met onmiddellijke ingang te staken en alle activiteiten per 1 januari 2006 over te dragen aan Stichting Kinderopvang Humanitas (Business Unit LMK). Eerdere financiële problemen hebben voorjaar 2005 geleid tot een overname van KidsConcern door Kinderopvang Humanitas. De overname door Humanitas is gefinancierd met een door het Waarborgfonds kinderopvang geborgd krediet.

Vraag 3.
Wie houdt toezicht op bemiddelaars als KidsConcern?

Antwoord 3.
Er is geen wettelijk toezicht op organisaties als KidsConcern.

Vraag 4.
Wie zijn er precies gedupeerd? Kunnen zij de schade via een vorm van
ketenaansprakelijkheid verhalen op de moedermaatschappij? Hoe worden de rekeningen nu betaald?

Antwoord 4.
Voor een helder beeld over de situatie bij KidsConcern is het nodig allereerst te kijken naar de positie van intermediaire organisaties in het algemeen. Deze organisaties hadden onder het oude kinderopvangstelsel een belangrijke rol bij de administratieve processen rond bedrijfsopvang. Zij betaalden voor werkgevers de rekening van de kinderopvang en inden bij de werknemers een inkomensafhankelijke ouderbijdrage. Bij de voorbereiding van de Wet kinderopvang werd duidelijk dat de rol van bemiddelaars essentieel zou wijzigen. Ouders ontvangen vanaf 2005 hun tegemoetkoming van de overheid rechtstreeks van de Belastingdienst en betalen steeds vaker zelf de rekening van de kinderopvang, inclusief de bijdrage die zij van de werkgever krijgen. Daarmee kwam een belangrijk deel van de activiteiten van de intermediaire organisaties te vervallen. De meeste organisaties hebben daarop gereageerd met een inkrimping van de activiteiten en van de organisatie. Bij

2

KidsConcern heeft dat geleid tot een overname door Kinderopvang Humanitas. Door een teruglopende markt kwamen de tarieven voor bemiddeling in 2005 onder druk te staan. Met ingang van vrijdag 2 december heeft KidsConcern de activiteiten beëindigd.

Als bemiddelaar tussen werkgevers, ouders en kinderopvangorganisaties heeft Kidsconcern klanten onder elk van deze drie partijen. Al deze partijen kunnen vorderingen of schulden bij Kidsconcern hebben. De vorm en de hoogte hiervan zullen een grote variatie vertonen, aangezien Kidsconcern zowel opereerde met een groot aantal collectieve regelingen (werkgevers, sectoren), als met maatwerk voor individuele klanten. Op grond daarvan is op dit moment moeilijk in te schatten welke partijen in welke mate door een eventueel faillissement van Kidsconcern gedupeerd zullen worden. Naast schulden heeft Kidsconcern ook vorderingen. Een compleet beeld ontbreekt nog. Ik kan daar dan ook geen uitspraak over doen.

Het risico bestaat dat bij een faillissement de individuele consumenten (genoemd worden enkele duizenden ouders) na afhandeling van de preferente schuldeisers niet of slechts ten dele schadeloos gesteld zullen worden. De financiële consequenties voor ouders kunnen betrekking hebben op de volgende elementen van de kinderopvangbetalingen: de aan Kidsconcern uitgekeerde werkgeversbijdrage, de tegemoetkoming van de overheid die op basis van een machtiging aan Kidsconcern is uitgekeerd en het eigen aandeel van de ouders. Vrijwel iedere combinatie van deze elementen is denkbaar. Het is aan de rechter een uitspraak te doen over eventuele aansprakelijkheid.

Vraag 5.
Hoe kunnen ouders zich ervan vergewissen dat ze met een betrouwbare bemiddelaar te maken hebben? Is het mogelijk de certificering uit te breiden naar dit soort organisaties?

Antwoord 5.
De financiële positie van bemiddelaars valt te beoordelen op basis van documenten als jaarverslag en jaarrekening. In aanvulling daarop juich ik het toe, als de sector zelf stappen zou doen voor certificering.


1) De Telegraaf, 3 december jl.