Rechtbank Amsterdam
Rechtbank Amsterdam stelt WAO-gerechtigden in het ongelijk
De gevorderde onmiddellijke stopzetting van de herbeoordelingen van
WAO-gerechtigden op grond van het Schattingsbesluit, wordt afgewezen.
De toepassing van het Schattingsbesluit is niet in strijd met artikel
1 van het eerste protocol bij het EVRM. De herbeoordelingen vinden hun
grondslag in het in 2004 ingevoegde artikel 34, lid 4 WAO. Dit artikel
impliceert dat de wijze van beoordeling van de mate van
arbeidsongeschiktheid anders wordt ingericht dan voorheen. Er kan van
worden uitgegaan dat de mogelijkheid dat een werknemer zijn
WAO-uitkering verliest, terwijl zijn gezondheidstoestand niet is
gewijzigd, bij de parlementaire behandeling is betrokken.
De toepassing van het Schattingsbesluit is niet discriminerend naar
leeftijd, ras en geslacht en evenmin ten aanzien van psychisch zieken
(rechtsoverwegingen 16 t/m 18).
Het Schattingsbesluit is evenmin in strijd met de algemene
rechtsbeginselen. Er is geen algemene rechtsregel waaruit volgt dat
een aanspraak op een sociale uitkering, zoals de WAO, nadat deze is
toegekend niet meer mag worden aangepast.
Voor zover in een individueel geval sprake zou zijn van een
onzorgvuldige beoordeling, bestaat de mogelijkheid om bezwaar te maken
bij UWV en eventueel beroep in te stellen bij de bestuursrechter.
LJ Nummer
AU8191
Bron: Rechtbank Amsterdam
Datum actualiteit: 15 december 2005 Naar boven