Waterschap Noorderzijlvest
Beëdiging vier dijkgraven op provinciehuis Assen
15-12-2005
Woensdagavond 14 december zijn in een gezamenlijke bijeenkomst op het
provinciehuis te Assen vier dijkgraven beëdigd door de Commissarissen
van de Koningin van de provincies Drenthe, Groningen en Overijssel.
Mevrouw M.M. Kool (waterschap Reest en Wieden) en de heren W. Wolthuis
(waterschap Velt en Vecht), H. van t Land (waterschap Noorderzijlvest)
en A. van Hall (waterschap Hunze en Aas) zijn onlangs bij koninklijk
besluit voor een tweede ambtsperiode benoemd.
de vier dijkgraven en de drie Commissarissen van de Koningin
(foto provincie Drenthe)
Vanwege dit bijzondere feit heeft de provincie Drenthe het initiatief
genomen voor een gezamenlijke beëdiging. Drenthe ligt namelijk in de
beheersgebieden van de vier betrokken waterschappen. De heer Van t
Land werd beëdigd door Commissaris van de Koningin in Groningen, de
heer J.G.M. Alders, de heer W. Wolthuis door de Commissaris van de
Koningin in Overijssel, de heer G.J. Jansen en mevrouw M.M. Kool en de
heer A. van Hall door de Commissaris van de Koningin in Drenthe, de
heer A.L. ter Beek.
De heer H. van t Land wordt beëdigd door Commissaris van de Koningin
in Groningen, de heer J.G.M. Alders (foto provincie Drenthe)
Hensbeker: symbool van eenheid van bestuur
Na de beëdiging overhandigde de Drentse gedeputeerde van water Tanja
Klip-Martin een glazen hensbeker aan ieder van de dijkgraven. Een
hensbeker is van oudsher een traditioneel geschenk voor bestuurders
van waterschappen bij bijzondere gebeurtenissen. Het gezamenlijk
drinken uit de hensbeker door overheid en waterschapbestuurders
symboliseerde vroeger en ook nu, de eenheid van bestuur. In de vier
glazen bekers is naast de twee provinciewapens (per waterschap
verschillend), per beker één regel van de eerste strofe van het
gedicht Mijn Boom van J.W. Verdenius gegraveerd. Hierdoor wordt de
onderlinge verbintenis tussen de vier verschillende glazen
geïllustreerd, evenals de eenheid die de vier waterschappen vormen op
Drents grondgebied.
Deze regels luiden:
De stroom is hier alleen
En met de oevers één
De stroom vloeit naar de zee
De oevers spieglen mee
Uit: Bamboe, 1956.