Nederlandse Vereniging van Journalisten
PRINCIPE-AKKOORD CAO VOOR DAGBLADJOURNALISTEN
1 JANUARI 2005 TOT EN MET 31 DECEMBER 2006
(15 december 2005)
Op 6 december 2005 hebben de onderhandelingsdelegaties van de
vereniging
De Nederlandse Dagbladpers (NDP), groepsvereniging binnen het
Nederlands Uitgeversverbond (NUV), en de Nederlandse Vereniging van
Journalisten (NVJ) na zeven onderhandelingsrondes een principe-akkoord
bereikt over een nieuwe CAO voor Dagbladjournalisten.
Het principe-akkoord, dat nog ter goedkeuring aan de leden dient te
worden voorgelegd, omvat de volgende hoofdpunten:
1. Looptijd
Een looptijd van 24 maanden: van 1 januari 2005 tot en met 31 december
2006.
2. Salarisschalen
De salarisschalen worden als volgt verhoogd:
per 1 juli 2005: 1% structureel
per 1 januari 2006: 1,5% structureel
3. VUT/Prepensioen
55+
Er zijn per 1 januari 2006 overgangsregelingen inzake VUT en
prepensioen afgesproken ten behoeve van de dagbladjournalisten die op
31 december 2004 55 jaar of ouder waren. De huidige
prepensioenregeling en VUT-aanvullingsregeling komen hiermee per 1
januari 2006 te vervallen.
Voor beide overgangsregelingen voor 55+ blijft de premie gehandhaafd
op 8%, volgens de bestaande premieverdeling werkgever/werknemer tot
aan het moment van het bereiken van de uittredingsleeftijd.
De uittredingsleeftijd gaat met ingang van 1 januari 2006 voor de
geboortejaren 1946 tot en met 1949 gestaffeld omhoog van 62 jaar naar
63 jaar en het huidige uitkeringspercentage van 74% daalt gestaffeld
naar 70%, als volgt:
- geboortejaar 1946: 62 jaar 73%
- geboortejaar 1947: 62 jaar en 4 maanden 72%
- geboortejaar 1948: 62 jaar en 8 maanden 71%
- geboortejaar 1949: 63 jaar 70%
55-
Voor de dagbladjournalisten, die op 31 december 2004 jonger waren dan
55 jaar, bedraagt de premie voor de overgangsregeling VUT 55+ 3,5% tot
naar verwachting 1 januari 2010; de prepensioenpremie van 3,5% valt
per 1 januari 2006 meteen vrij voor verbetering ouderdomspensioen
en/of levensloop.
Ten opzichte van de huidige VUT-premie van 8% ontstaat door deze
premiestelling een resterend premiedeel van 1%, dat zal worden
aangewend voor de verbetering van de pensioenaanspraken, e.e.a conform
de afspraken in de nieuwe Minimum Pensioen-CAO.
Thans wordt in paritair overleg in samenwerking met GBF gewerkt aan
een nadere uitwerking van de gemaakte afspraken. Hierover zal zo
spoedig mogelijk, maar in elk geval nog dit jaar, nadere informatie
(in de vorm van een brochure dan wel via de sites van NUV/NDP,
Villamedia en GBF) aan zowel de dagbladjournalisten als de werkgevers
beschikbaar worden gesteld.
4. Minimum Pensioen-CAO
Er bestaat een principe overeenstemming over een nieuwe minimum
Pensioen CAO ingaande 1 januari 2005. Kern van de nieuwe minimum
Pensioen CAO is dat de mogelijkheid van middelloon onder een aantal
voorwaarden wordt geïntroduceerd
5. Functie-indelingsinstrument en loongebouw
Per 1 juli 2006 wordt een nieuw functie-indelingsinstrument ingevoerd,
met bijbehorend marktconform loongebouw. Het nieuwe loongebouw is
gebaseerd op functiewaardering. Ten behoeve van de functie-indeling is
een aantal referentiefuncties beschreven en zijn de verschillende
journalistieke niveaus qua zwaarte aangegeven op basis van een weging
ingevolge deBakkenist functiewaarderingssystematiek. Human Capital
Group is systeemhouder van de Bakkenist indelings- en
waarderingsmethode.
De toekenning van periodieken is gekoppeld aan de beoordeling van het
functioneren van de journalist. De hoogte van de periodiek kan
variëren, op basis van een 5- punts beoordelingsschaal van
onvoldoende, matig, goed, zeer goed tot excellent, van nul, een half,
een hele, anderhalf tot twee stappen. Bij een beoordeling van goed
functioneren ontvangt de journalist één periodieke stap.
Afgesproken is om gedurende het eerste jaar (juli 2006-juli 2007) bij
een onvoldoende beoordeling minimaal een halve periodiek toe te
kennen. Direct na 1 juli 2007 wordt deze tijdelijke afwijking van het
beoordelingssysteem geëvalueerd.
Het nieuwe loongebouw is een open systeem waarin alleen de minimum en
maximum schaalbedragen zijn aangegeven. Het loongebouw bestaat uit
zeven salarisschalen (3 tot en met 9). Afgesproken is dat op het
moment dat in verband met nieuwe functies het aantal huidige schalen
van het nieuwe loongebouw ontoereikend blijkt, aan het begin en/of het
einde van het loongebouw een of twee schalen worden toegevoegd.
Uiteraard geschiedt dit onder supervisie van de systeemhouder Human
Capital Group.
De periodieke verhoging in het nieuwe loongebouw bedraagt in alle
schalen 3% van het zogeheten midpunt van desbetreffende schaal.
Er geldt een garantieregeling, die inhoudt dat voor de journalisten
die ten tijde van de invoering van het loongebouw op 1 juli 2006 in
dienst zijn, maar die ook reeds op 31 december 2005 in dienst waren,
het op 31 december 2005 geldende salaris en salarisperspectief van de
desbetreffende salarisgroep/afdeling ook binnen de nieuwe systematiek
behouden blijft. Dit perspectief blijft verhoogd worden met de
toekomstige CAO-indexeringen en wordt bereikt met de stappen volgens
de nieuwe systematiek.
De toekenning van de periodieken in januari 2006 vindt nog plaats
conform het huidige loongebouw.
In een kleine paritaire CAO commissie zal nog nader invulling worden
gegeven aan een aantal invoeringselementen (o.m. wat wel/niet in de
CAO wordt opgenomen; formulering van de paragraaf Beloning en
beoordeling; de definitieve functieniveaumatrix). Uiteraard zal veel
aandacht worden besteed aan de communicatie over het nieuwe
indelingssysteem en training van leidinggevenden en redactiecommissies
om de indeling van functies en de beoordeling van het functioneren
goed te kunnen uitvoeren.
6. Loondoorbetaling bij ziekte / arbeidsongeschiktheid / WIA
Gedurende het eerste ziektejaar wordt het salaris voor 100%
doorbetaald. Gedurende het tweede ziektejaar wordt het salaris
doorbetaald tot 70%. Gedurende het tweede ziektejaar wordt het salaris
van de journalist die actief meewerkt aan zijn reïntegratie, aangevuld
tot 85%. Voor de daadwerkelijk gewerkte uren wordt tijdens
reïntegratie tot 100% doorbetaald. De regeling wordt na een jaar
geëvalueerd.
Er vindt ook 100% doorbetaling plaats in het 2e ziektejaar aan
dagbladjournalisten van wie - in voorkomende gevallen ook met
terugwerkende kracht - objectief op basis van een IVA-keuring is
vastgesteld dat zij 80 tot 100% arbeidsongeschikt zijn en voor wie
geen zicht meer bestaat op herstel.
De pensioenopbouw tijdens het 2e ziektejaar vindt plaats binnen de
vigerende fiscale regels.
Werkgevers wordt aanbevolen om, indien reïntegratie wordt geblokkeerd
door ziekte die direct werkgerelateerd is, het salaris in het 2e
ziektejaar aan te vullen tot 100%; situationele arbeidsongeschiktheid
is hiervan uitgezonderd.
Ten behoeve van WGA-situaties (gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van
35% tot 80%) wordt op bedrijfstakniveau een faciliteit met een
collectieve verzekeringsoptie aangeboden aan dagbladjournalisten om
een zgn. WGA-gat na de loongerelateerde periode financieel te
ondervangen. Wat het zogeheten excedent-deel van het WGA-gat betreft,
zal aan dagbladjournalisten een verzekeringsoptie worden aangeboden.
Voor situaties met een arbeidsongeschiktheid kleiner dan 35% zal ten
behoeve van de werkgevers ook een verzekeringsoptie worden
gefaciliteerd.
7. Verlofsparen / Levensloop
De verlofspaarregeling komt per 31 december 2005 te vervallen en wordt
per 1 januari 2006 opgevolgd door een levensloopregeling. Bij de
levensloopregeling is voor dagbladjournalisten sparen mogelijk uit de
volgende in de CAO genoemde bronnen : schaalsalaris, bovenwettelijke
vakantieaanspraken, arbeidsduur en vakantietoeslag, alsmede het reeds
opgebouwde spaartegoed verlofsparen. In aanvulling hierop kan op
ondernemingsniveau overwerkvergoeding alsmede andere
bedrijfsregelingen als extra bronnen worden aangemerkt.
8. Ziektekosten
De bijdrageregeling ziektekosten in de CAO komt ten gevolge van nieuwe
wetgeving te vervallen per 31 december 2005.Per 1 januari 2006 geldt
de wettelijke bijdrageregeling ziektekosten ingevolge de nieuwe
Zorgverzekeringswet. Werknemers betalen de nominale basispremie en
eventueel aanvullende pakketten, de werkgever betaalt het wettelijk
verplichte werkgeversdeel.
9. Kinderopvang
De huidige kinderopvangregeling wordt gecontinueerd, waarbij de
werkgevers ten hoogste 1/6 van de kosten voor kinderopvang betalen,
rekeninghoudend met het maximum uurtarief van de overheid.
Voor ouders (niet alleenstaand) die geen beroep kunnen doen op een
bijdrage kinderopvang van de werkgever van de partner, en voor wie de
compensatie daarvoor van overheidswege onvoldoende is, kunnen zich
wenden tot het bestuur van het Fonds Kinderopvang met een beroep op de
hardheidsclausule. Het betreft uitsluitend schrijnende gevallen, ter
beoordeling aan het fondsbestuur.
10. Fiscale verrekening vakbondscontributie
Het is een journalist toegestaan om voorafgaande aan een nieuw
kalenderjaar met zijn werkgever overeen te komen om voor het komende
jaar zijn salaris op een lager bedrag vast te stellen, zodanig dat de
ontstane beschikbare ruimte door de werkgever kan worden aangewend om
de vakbondscontributie op een fiscaal-vriendelijke wijze over te
maken. De werkgevers zullen hieraan mee te werken.
11. Stagevergoeding
De stagevergoeding in artikel 2.7 van de CAO wordt gesteld op ten
minste EUR 375,- bruto per maand.
12. Studiecommissies
Er worden paritaire studiecommissies ingesteld ten behoeve van de
volgende onderwerpen:
o Modernisering van de CAO, inclusief verlofregelingen en
arbeidstijden gerelateerd aan de inmiddels vigerende wet- en
regelgeving
o Leeftijdbewust personeels- en loopbaanbeleid, inclusief de regeling
extra vrije tijd oudere journalisten. Dit op basis van een door CAO
partijen goedgekeurde notitie d.d. 5 september.