Wageningen Universiteit

Persbericht Wageningen Universiteit, nr 102, 15 december 2005

Oratie prof. Koelmans

Roet reduceert risico's van verontreinigd slib

De risico's van chemische verontreinigingen in slib en sedimenten in het Nederlandse rivierengebied zijn mogelijk veel geringer dan wordt aangenomen. Roet, dat algemeen voorkomt in sedimenten, blijkt organische verontreinigingen, zoals PCB's, honderd tot duizend maal sterker te binden dan 'humus' waarop de veiligheidsnormen zijn gebaseerd. Sulfides doen iets dergelijks met metalen. Daardoor komt er tien tot honderd maal minder verontreiniging terecht in organismen in sedimenten, zoals wormen en muggenlarven. Dat meldt prof.dr. Bart Koelmans in zijn inaugurele rede bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar Water- en sedimentkwaliteit aan Wageningen Universiteit op 15 december.

Zware metalen, PAK's, PCB's, vlamvertragers, chloorbenzeen, geneesmiddelen en andere chemische restanten of verbrandingsproducten komen volop voor in de bodem en het water van rivieren en plassen in het Nederlandse rivierengebied. De vraag is of deze giftige en daardoor gevaarlijke verbindingen ook daadwerkelijk een risico vormen voor natuur en milieu en of zij daar een effect teweegbrengen. Prof. Koelmans meldt in zijn oratie 'Communicerende vaten' dat uit onderzoek blijkt dat er duidelijke aanwijzingen zijn dat toxische stoffen in het Nederlandse rivierengebied de verscheidenheid aan soorten en ook het aantal exemplaren beïnvloeden. Uit berekeningen blijkt dat op sommige locaties tot circa dertig procent van de variatie aan soorten in sediment bepaald wordt door chemische verontreinigingen. Stoffen die aan het sediment vastzitten en niet bij de organismen kunnen komen, zijn zo veel mogelijk buiten beschouwing gelaten. Dat verklaart waarom het milieu-effect nu scherper dan voorheen zichtbaar gemaakt kon worden.

Een van de verrassende oorzaken van vastzittende toxische stoffen is het stabiliserende effect van roet. Roet in de atmosfeer wordt als schadelijk ervaren, maar neergedaald in water en de bodem bindt roet complexe chemische stoffen aan zich, vergelijkbaar met de werking van Norit. Behalve roetdeeltjes hebben ook steenkool of afbraakproducten van planten (kerogeen) zo'n effect in sediment. De microscopische deeltjes bestaan voornamelijk uit koolstof en hebben een relatief groot oppervlak, waar chemische verbindingen zich stevig aan hechten. De hechting blijkt honderd tot duizend maal zo sterk te zijn als de binding van de chemische stoffen aan gewoon organische materiaal (humus). Van humus is reeds vanaf de jaren '70 bekend dat het gemakkelijk giftige stoffen vasthoudt. Voor zware metalen werkt een ander mechanisme dat metalen stabiliseert door een neerslag met sulfides.

Door het krachtige bindend vermogen van roet in sedimenten en metalen door sulfides is het water erboven vaak schoner dan verwacht. Volgens prof. Koelmans zijn deze constateringen van belang voor de normstelling voor veilig sediment. Deze wordt nu afgeleid van gegevens die roet en sulfides niet meenemen. Zou dit wel gebeuren, dan zou de concentratie giftige stoffen in het bovenstaande water een stuk lager (lees: veiliger) komen te liggen. "Zonder de risico's te snel weg te willen redeneren ligt hier op zijn minst een mogelijkheid om het risico voor waterorganismen beter in te schatten", aldus prof. Koelmans. "Wellicht is dat risico lager".

Prof.dr. A.A. (Bart) Koelmans (Den Helder, 1962) studeerde scheikunde aan de Universiteit Utrecht en promoveerde in 1994 in Wageningen. Begin 2005 is hij op grond van zijn persoonlijke verdiensten in het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek benoemd tot persoonlijk hoogleraar Water- en sedimentkwaliteit binnen de leerstoelgroep Aquatische ecologie en waterkwaliteitsbeheer van Wageningen Universiteit. Met zijn systeemgerichte milieuchemisch onderzoek aan aquatische ecosystemen is Bart Koelmans een nationaal en internationaal gewaardeerd onderzoeker.