Reactie TNO op berichtgeving cie Hendrikx Schiphol

Tno

De Commissie Hendrikx maakt in haar rapportage voor de Gemeente Haarlemmermeer van 15 december verschillende opmerkingen over een onderzoek van TNO uit 2002.

In november 2002 heeft TNO onderzoek gedaan i.o.v. de Rijksgebouwendienst (RGD). De naam van het onderzoek is 'Experimenteel onderzoek naar de Weerstand tegen Brandoverslag en Branddoorslag van een detentiecel t.b.v. detentiecentrum Zeist.' Bij de proef waren ook vertegenwoordigers van de opdrachtgever aanwezig.

De proef

De RGD heeft TNO gevraagd te kijken naar de brandwerendheid van één detentiecel volgens een vastgelegde beproevingsnorm (NEN 6069). Die norm beschouwt alleen of het vuur lang genoeg kan worden tegengehouden. De norm is volstrekt ongeschikt voor het beoordelen van gevaren door rookontwikkeling, hiervoor bestaan aparte normen. Het betreffende TNO rapport gaat daarom, zoals gebruikelijk is bij alle brandwerendheidsproeven, niet in op rookontwikkeling, gasemissies en -concentraties in. De onderzochte detentiecel voldeed aan de eis 30 minuten brandwerend te zijn.

Bij de proef is GEEN sprake geweest van een exceptionele brand, noch van exceptionele waarden voor rook en rookgassen.

TNO-medewerkers hebben, NA AFLOOP van de proef de brand succesvol geblust. DAARNA is de brandweer Rijswijk uitgerukt en heeft de situatie verder beoordeeld, mede aan de hand van in de kantoorpanden aanwezige controleapparatuur waarmee rookverspreiding in het kantoorgebouw dat grenst aan de beproevingsruimte in de gaten wordt gehouden.

De configuratie en de gebruikte materialen

TNO was destijds niet bekend waarvoor de cel zou moeten dienen en in welke configuratie met andere brandveiligheidsvoorzieningen de cel zou worden geplaatst. In de cel zaten bekende bouwmaterialen, waarvan algemeen bekend is in de bouwwereld en brandveiligheidwereld dat bij verbranding van deze materialen veel rook (met eventuele giftige bestandsdelen) vrij kan komen.

Achteraf

Achteraf, de uiteindelijke bestemming van de cel wetende, begrijpt TNO dat de vraag gesteld wordt waarom de rook- en rookgasontwikkeling niet is gemeld in het TNO-aandeel van de totale rapportage omtrent de functionaliteit bij brand van de detentiecel. De reden hiervoor is dat het geen deel uitmaakte van de opdracht en van de gebruikte NEN-norm die zeer strikt is geformuleerd. Het was denkbaar geweest in een separate brief, geen onderdeel uitmakend van het onderzoek, hierover een opmerking te maken.

Verklaring Brandweer Haaglanden

De Commissie Hendrikx baseert zich bij haar conclusies op een verklaring van de brandweer Haaglanden. De verklaring van deze brandweerman die op pagina 19 van het Rapport Hendrikx is opgenomen bevat een aantal onjuistheden.

- Er was geen sprake van een totaal uit de hand gelopen brandproef. Toen de brandweer kwam, na een automatische rookmelding, in het brandlab van TNO was de brand al geblust door eigen TNO-medewerkers omdat de proef was afgerond. Er is dus geen sprake van dat TNO personeel geen kans zag de brand onder controle te krijgen, zoals in de verklaring staat.
- De modelcel die werd beproefd was niet voor een cellencomplex op Schiphol, maar voor Zeist.

- Op basis van een verklaring van de brandweer m.b.t. CO-niveaus verwijt de Cie dat TNO er geen melding van heeft gemaakt in het rapport. Bij een dergelijke volledig ontwikkelde brand zijn hoge CO-niveaus niet ongewoon. Alle voorzorgsmaatregelen daartoe zijn dan ook aanwezig in de testfaciliteit van TNO.

Geen contact geweest Cie Hendrikx en TNO

Het bevreemdt TNO dat de Commissie Hendrikx tijdens haar onderzoek geen contact heeft gezocht met TNO om nadere toelichting te vragen over de vragen die zij had m.b.t. dit TNO-rapport. Dit zou de misverstanden waar nu sprake van is hebben kunnen voorkomen. De Commissie is van harte welkom de toelichting alsnog van TNO te krijgen.


Noot voor de redactie