Contactpersoon
-
Datum
16 december 2005
Ons kenmerk
IVW-05.JU.000002
Doorkiesnummer
-
Bijlage(n)
-
Uw kenmerk
VW-04-809/EZ-05-665
Onderwerp
Brief NKIP
Geachte voorzitter,
In de door de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat ontvangen brief
van de heer Hoekstra van NKIP Classificationbureau van 1 november 2005,
verzoekt deze om maatregelen te bewerkstelligen waardoor handhaving in het
kader van de Wet pleziervaartuigen op verantwoorde wijze wordt verricht.
Ik ben van mening dat de handhaving van deze wet, zoals deze momenteel door
de Inspectie Verkeer en Waterstaat wordt uitgevoerd, verantwoord is. De
handhaving door de Inspectie bestaat uit de afhandeling van serieuze, goed
onderbouwde meldingen vanuit de sector. Gezien de basis waarop toezicht
wordt gehouden, risicoanalyse, en het beperkte veiligheidsrisico welke de
pleziervaartsector met zich meebrengt, zie ik deze wijze van toezicht als
een adequate manier van handhaving.
Achtergrond
Op 19 mei 2004 bespraken de toenmalige Inspecteur-Generaal Verkeer en
Waterstaat en branchepartijen uit de pleziervaart de prioriteitstelling van
de handhaving door de Inspectie in het kader van de Wet pleziervaartuigen.
Besloten werd om in eerste aanleg in werkgroep verband de mogelijkheden van
zelfregulering verder uit te werken. De resultaten van deze werkgroep met
daarin vertegenwoordiging vanuit de HISWA Vereniging zijn op 21 juni 2005
aan de Inspectie gepresenteerd. Op
26 september 2005 heeft de Inspectie haar reactie aangeleverd op de
bevindingen van de werkgroep. Op deze reactie heeft de HISWA Vereniging nog
niet geantwoord. Desondanks is de Inspectie voornemens om met betrokken
partijen op korte termijn verder te praten over de implementatie van een
zelfregulerend toezicht.
Wettelijke kader
Volgens artikel 18 van de Wet pleziervaartuigen zijn de ambtenaren van de
Scheepvaartinspectie belast met het toezicht op de naleving van de Wet
pleziervaartuigen. De Inspectie baseert haar handhavings- prioriteiten
steeds meer op risicoanalyse om zo haar capaciteit optimaal te kunnen
inzetten. De Inspectie is van mening dat de lage prioriteit welke momenteel
aan de handhaving van de Wet pleziervaartuigen wordt toegekend, in
overeenstemming is met het marktordenende karakter van deze wet, en
synchroon daaraan de zeer lage veiligheids- en milieurisico's van deze
sector.
Zelfregulerende handhaving
De eerder genoemde werkgroep stelt diverse procedures voor waarmee een zelf-
regulerende handhaving wordt bereikt. Zo zouden verzekeraars een CE
keurmerk moeten verlangen alvorens een pleziervaartuig te verzekeren. Ook
stelt de HISWA Vereniging voor om haar CE databank beschikbaar te maken
voor potentiële kopers. Daarnaast wil de HISWA Vereniging een centraal
meldpunt instellen voor overtredingen van de Wet pleziervaartuigen. De
gedane voorstellen zijn op dit moment nog niet door de markt omgezet in
concrete acties.
De Inspectie staat positief tegenover deze inspanningen van de markt omdat
dit past in het streven om meer verantwoordelijkheid bij de maatschappij te
beleggen. Gelet op de omvang en het karakter van de pleziervaartuigen
branche is zelfregulering bovendien een effectieve vorm van handhaving en
daarmee een verantwoorde keuze.
Conclusie
Hoewel de handhaving in het kader van de Wet pleziervaartuigen in zijn
huidige vorm verantwoord mag worden genoemd, is er vanuit de markt behoefte
aan een meer gestructureerde manier van handhaven, welke middels een
systeem van zelfregulering kan worden ingevuld. De Inspectie zal dit proces
ondersteunen en bewaken en zal het voortouw nemen om op korte termijn met
betrokken partijen verder te praten over de implementatie hiervan.
Daarnaast blijft de Inspectie serieuze en beargumenteerde meldingen van
overtredingen van de Wet pleziervaartuigen onderzoeken.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Karla Peijs
Ministerie van Verkeer en Waterstaat