"24-uurseconomie wint alleen terrein in het privéleven"
Afscheidsrede en boekpresentatie prof.dr. Wim Knulst
De 24-uurseconomie is anders uitgepakt dan zon tien jaar geleden werd
gedacht of gevreesd. Niet betaalde arbeid maar juist het onbetaalde
werk (voor het eigen huishouden) wordt nu vaker in de avonden en het
weekend verricht. En het zijn niet de arbeidsroosters die 's avonds en
in het weekend de grootste sta-in-de-weg zijn voor deelname aan het
sociale leven en de georganiseerde vrijetijdsbesteding, maar de tussen
man en vrouw gedeelde zorgtaken. Dat is een van de conclusies uit de
studie Alles had zijn tijd, een onderzoek naar de registratie en
beleving van de tijdsorde, die verschijnt bij gelegenheid van het
afscheid van prof. dr. Wim Knulst van de Universiteit van Tilburg.
Het onderzoek naar verschuivende tijdsordes is betrekkelijk nieuw.
Dergelijk onderzoek is van belang met het oog op de sociale cohesie:
in een 'doorgeschoten' 24-uurseconomie zouden velen (door onderling
afwijkende roosters) langs elkaar heen leven. Het sociale leven zou er
ernstig door worden belemmerd.
Zo ver is het nog niet gekomen, blijkt uit het vandaag verschenen
onderzoek van Wim Knulst. Wel constateert hij dat de tijdstippen
waarop Nederlanders hun inkopen doen, uitgaan of tv kijken, meer
gespreid plaatsvinden over etmaal en week. Zijn studie is vrijwel
geheel gebaseerd op een nieuwe analyse van het Nederlandse
tijdbudgetonderzoek uit de periode 1975-2000, en toegespitst op de
bevolking tussen 16 en 64 jaar.
Er is sprake van een ontwikkeling in lijn met een 24-uurseconomie als
de aanvankelijke concentratie van een activiteit in een bepaald deel
van de week (de kerntijd) duidelijk afneemt. Bij arbeid heeft zich dit
nauwelijks voorgedaan. Van alle arbeidsuren in een oktoberweek werd in
1975 19 procent buiten kantooruren verricht, tegen 21 procent in 2000.
Arbeid bleef vooral door de groei van deeltijdbanen relatief sterk
geconcentreerd op de werkdagen tussen 8.00 en 18.00 uur. Deeltijders
zijn overwegend vrouwen en juist zij werken hoofdzakelijk op twee of
drie werkdagen, dus binnen de kerntijd voor arbeid.
Een verrassend resultaat is dat het publiek dat 's nachts of onder
kantoortijd voor privé-doeleinden gretig van de elektronische
24-uursdiensten gebruik maakt, maar weinig consumenten van het
koopkrachtige type met tijdgebrek telt. Tot de gebruikers horen juist
veel niet-actieven, die zoals steeds al, geïnteresseerd zijn in
tijdverdrijf op vele momenten. Het jongere deel van de bevolking loopt
het meeste uit de pas van de oorspronkelijke tijdsorde, vooral in het
weekend. Jongeren vormen zo op een breed front van werkzaamheden en
vrijetijdsbesteding de voorhoede van een verder langzaam oprukkende
24-uurseconomie. Uit het onderzoek blijkt dat vooral mannen tussen 26
en 35 jaar voorstander van een 24-uurs-economie zijn.
Iets meer dan de helft van de mensen ondervindt op één of meer dagen
een opgejaagd gevoel, een kwart van hen voelt zich zelfs op drie of
meer dagen opgejaagd. Dit heeft echter niet zo zeer te maken met een
buitengewone belasting op de bewuste dagen, maar wel met een
stressgevoeligheid die zich tevoren al voordeed. Extra lange werkuren
of een hoog werktempo leiden ook tot klachten, maar voornamelijk bij
personen die tevoren al matig gestresst waren. Personen die vooraf
geen last van stress bleken te hebben, raken niet van slag door een
werkweek met extra belasting.
Prof.dr. Wim Knulst (1945) studeerde sociologie aan de Universiteit
Leiden. In 1989 promoveerde hij aan de Universiteit Utrecht op het
proefschrift Van vaudeville tot video, een onderzoek naar
veranderingen in het uitgaan en het lezen sinds de opkomst van de
televisie. Knulst was vanaf het begin (1974) verbonden aan het Sociaal
en Cultureel Planbureau en heeft in de tussen 1974 en 1996 verschenen
Sociale en Culturele Rapporten de 'kroniek' over cultuur, media en
vrije tijd verzorgd. Ook was hij verantwoordelijk voor het
tijdbudgetonderzoek van het SCP. Eind 1995 werd Knulst benoemd tot
bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Utrecht (leerstoel
kunsteducatie en cultuurparticipatie). In september 1997 volgde zijn
benoeming aan de Universiteit van Tilburg tot hoogleraar
Vrijetijdwetenschappen, in het bijzonder de sociaal-culturele en de
sociaal-economische aspecten van de vrije tijd.
Noot voor de pers
Prof.dr. Knulst spreekt zijn afscheidsrede Veranderende gewoonten,
veranderende tijden uit op vrijdag 16 december 2005 om 16.30 uur in de
zaal A117 van de Universiteit van Tilburg, Warandelaan 2 te Tilburg.
Media-exemplaren van de afscheidsrede zijn op te vragen bij de
Afdeling Voorlichting en Externe Betrekkingen, tel. 013 466 2000,
e-mail: persberichtuvt@uvt.nl.
Het boek Alles had zijn tijd, de registratie en beleving van de
tijdsorde onderzocht, wordt bij het congres ter gelegenheid van zijn
afscheid gepresenteerd. Het boek wordt uitgegeven door Dutch
University Press (ISBN 90 361 0033X NUR 740) en kost euro 28,50.
Wim Knulst is te bereiken via: postbosch@wpknulst.demon.nl.
*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*
Programma afscheidsbijeenkomst prof. dr. Wim Knulst
13.00 uur: welkomstwoord, en korte presentatie boek Wim Knulst: Alles
had zijn tijd (Peter Ester (dagvoorzitter) / Koen van Eijck)
13.15 - 13.35 uur: Koen Breedveld (SCP), Het TBO en de zoektocht naar
de 24 uurs economie
13.35 - 13.55 uur: Ignace Glorieux (VUB), Trends in het werken op
afwijkende tijden in Vlaanderen
13.55 - 14.15 uur: Andries van den Broek (SCP), Etniciteit:
verschillen in tijdsbesteding en -beleving tussen allochtonen en
autochtonen
14.15 - 14.40 uur: pauze
14.40 - 15.05 uur: Mark Elchardus (VUB), Het ritme van de samenleving
15.05 - 15.30 uur: Ben Jansen (Déhora), De noodzaak van innovatief
arbeidstijdmanagement
15.30 - 16.15 uur: paneldiscussie
16.15 - 16.30 uur: pauze
16:30 - 17:00 uur: afscheidscollege Wim Knulst, Veranderende
gewoonten, veranderende tijden
Receptie na afloop
Universiteit van Tilburg