Reizigersbijdrage OV-chipkaart in proefperiode fors lager
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat draagt maximaal 2,2 miljoen euro
bij aan de verlaging van de reizigersbijdrage voor de chipkaart voor het
openbaar vervoer (OV-chipkaart). In plaats van ? 7,50 betalen reizigers in
de beginfase voor een persoonlijke of een anonieme kaart respectievelijk ?
1,50 of ? 3,00. Dat schrijft minister Karla Peijs vandaag in een brief aan
de Tweede Kamer.
De OV-chipkaart wordt als eerste ingevoerd op de Hoekse lijn, het traject
tussen Rotterdam en Hoek van Holland, de complete Rotterdamse metro en op de
buslijnen in de Hoeksche Waard en op Voorne-Putten, inclusief Ridderkerk en
Barendrecht. In deze proefperiode moet onder meer een beeld ontstaan van de
technische werking van de apparatuur in verschillende omstandigheden. Naast
de techniek beoordeelt VenW de introductiefase van de chipkaart op aspecten
als klantacceptatie, functionele eisen, opschaalbaarheid en distributie.
In september 2005 neemt Peijs een besluit over het beschikbaar stellen van
rijksmiddelen voor de migratie en het afschaffen van het nationaal
vervoerbewijs. Eén van de voorwaarden is dat uit de introductie van de
chipkaart in de regio Rotterdam moet blijken dat invoering op landelijke
schaal verantwoord is. Peijs wil de OV-chipkaart per 31 december 2007
ingevoerd hebben in het reguliere openbaar vervoer. Verder wordt nog met
andere overheden overlegd of het de moeite waard is om de chipkaart ook in
het collectief vraagafhankelijk vervoer ? zoals de belbus ? in te voeren.
Uit onderzoek blijkt namelijk dat invoering hier weliswaar technisch
mogelijk is, maar dat de kosten en baten sterk verschillen per regio.
Lees voor meer informatie de Kamerbrief en de bijlagen (bijlage 1 en bijlage
2).
Ministerie van Verkeer en Waterstaat