MINVenW:Grote steden en Peijs maken extra afspraken over taxi
Ministerie venw
http://www.minvenw.nl
Vanmiddag hebben minister Peijs van Verkeer en Waterstaat en de wethouders Verkeer en
Vervoer van de vier grote steden Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en Utrecht, in het
stadhuis van Utrecht een taxiconvenant getekend. De wethouders van de vier grote steden
(G4) zijn mevrouw Van den Bergh (Utrecht), de heer Bruins (Den Haag), de heer Van der
Horst (Amsterdam), en de heer Hulman (Rotterdam).
In dit convenant hebben de G4 en minister Peijs afspraken gemaakt over betere effectievere
handhaving en maatregelen om de kwaliteit van het taxivervoer in de grote steden te
verbeteren. Het ministerie schroeft de controle op onder meer vergunningen,
chauffeurspassen en tariefkaarten op. De gemeenten verbeteren de inrichting van de
taxistandplaatsen, voeren een geweldsprotocol in, voeren (semi) permanent toezicht op de
standplaats in en schakelen daar meer politie in voor handhaving van de openbare en
verkeersorde en de naleving van de verkeersregels.
Gedeelde en gezamenlijke verantwoordelijkheid
De looptijd van het convenant is twee jaar. De doelstelling is dat 95 procent van de
taxichauffeurs de regels naleeft, en de waardering van de klant verbetert. Om dit te
bereiken zal de Inspectie Verkeer en Waterstaat de controledruk vergroten. Er worden in
het eerste jaar thematische inspecties uitgevoerd gericht op taxi.s en taxichauffeurs met
een hoog risicoprofiel. Op jaarbasis zijn dat in Amsterdam: circa 3.000; Rotterdam: circa
1.500; Den Haag: circa 1.050; Utrecht: circa 550 controles. Het zwaartepunt van de
inspecties ligt in het eerste kwartaal van 2006. De Inspectie controleert het
vergunningsbewijs, de chauffeurspas, de tariefkaart en taxameter, de klachten- en
geschillenregeling en ze hanteert een lik-op-stukbeleid. Met ingang van 1 januari 2006
wordt geen uitstel meer verleend voor het voldoen aan de vakbekwaamheideis
taxichauffeurs. De Inspectie neemt chauffeurspassen, waarvan bij controle wordt
geconstateerd dat ze ongeldig zijn, ter plaatse in beslag.
Per stad zijn de (belangrijkste) taxistandplaatsen aangewezen waarvoor specifieke
maatregelen moeten worden genomen. De vier steden nemen waar nodig extra
beheermaatregelen op de standplaatsen en gaan het taxikeurmerk (met eventueel daarnaast
aanvullende huisregels) stimuleren. Ook hebben de vier gemeenten de minister toegezegd de
politie aan te sporen om de verkeerssituatie op de standplaatsen te verbeteren en de inzet
van de politie op ordehandhaving te verhogen. De gemeenten hebben ook de mogelijkheid
(gedeelten) van taxistandplaatsen uitsluitend voor taxi.s met een keurmerk open te
stellen.
Verbetering kwaliteit taxibranche
Minister Peijs van Verkeer en Waterstaat en de wethouders verplichten zich tot
inspanningen om de taximarkt in de vier grote steden te maken tot een gezonde markt waar
vraag en aanbod de prijs en kwaliteit bepalen. Sinds het openbreken van de taximarkt in
2000 steeg het aantal taxichauffeurs in de grote steden enorm. De kwaliteit hield echter
geen gelijke tred met de groei van het aanbod. De G4 en de Minister gaan ook bekijken
welke maatregelen en bepalingen er eventueel daarnaast nog nodig zijn om de kwaliteit
verder te verbeteren.
Het convenant past in het pakket aan maatregelen dat de minister neemt om de kwaliteit en
prijs van het taxivervoer te verbeteren en echte keuzevrijheid voor de consument te
bewerkstelligen.
Kosten
Aan de afspraken en de extra maatregelen zijn extra kosten verbonden. De minister van
Verkeer en Waterstaat zal maximaal 50% van deze kosten voor haar rekening te nemen, met
een maximum van E 2.000.000 voor de vier steden tezamen gedurende twee jaar na
ondertekening van deze overeenkomst. De minimaal resterende 50% nemen de steden voor
eigen rekening. Er is door alle partijen afgesproken dat elk half jaar de voortgang wordt
geëvalueerd en samen beoordeelt men of de afspraken zijn nagekomen en de
doelstellingen zijn behaald.
Keurmerk
De convenantpartijen zijn van mening dat de taxibranche moet gaan functioneren als een
gewone branche in het Midden- en Kleinbedrijf. Een instrument van zelfregulering is het
landelijke kwaliteitskeurmerk. Het keurmerk biedt de taxiondernemer de mogelijkheid zich
naar de klant te profileren en het geeft de klant de zekerheid van een kwaliteitstaxi.
Een extra voordeel van het keurmerk is dat niet de overheid maar de markt leidend is bij
het bepalen van de normen. De partijen zetten zich in om het behalen van het taxikeurmerk
te stimuleren.
De steden overwegen de keurmerktaxi extra faciliteiten zoals het exclusieve gebruik van
(delen van) de infrastructuur te gaan bieden.
Achtergrond
Sinds 1 januari 2001 geldt de wet Deregulering taxivervoer. Deze wet heeft als doel: meer
concurrentie en meer kwaliteit in het taxivervoer opdat de consument kan kiezen uit een
groter, gevarieerder en goedkoper aanbod. Uit de evaluatie van de wet in 2004 bleek dat
er veel goede dingen gebeuren in de taxibranche, maar dat het straattaxivervoer in
Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht voor verbetering vatbaar is.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat