Toespraak van de minister van Verkeer en Waterstaat, Karla Peijs, bij de
ondertekening van het taxiconvenant met de G4 in Den Haag
(Alleen de uitgesproken tekst geldt)
Dames en heren,
Al was het dan ultrakort, toch vond ik het leerzaam om weer eens een
ritje in een taxi te hebben gemaakt. Ik ben van plan dat in de nabije
toekomst weer vaker te doen. En dan ook een langer ritje. Want door
het ondertekenen van het taxiconvenant zal de klant - dus ook ik -
over het algemeen met meer vertrouwen weer een taxi instappen.
Het verhogen van de kwaliteit van de taximarkt in de grote steden is
het belangrijkste doel van dit convenant. Want aan die kwaliteit
schort wel het een en ander. Vaak zijn er bijvoorbeeld te veel taxi's
op dezelfde standplaats op hetzelfde moment. Dit leidt tot problemen
voor het verkeer en soms ook voor de openbare orde. Vorig jaar heb ik
bij de evaluatie van de taxiwet met de vier grote steden afgesproken
dat er meer aandacht voor hun taximarkt moest komen. Daarom hebben we
nu samen - de vier wethouders van de grote steden en ik - afspraken
gemaakt over hoe we dit aan te pakken. Het taxibeleid is een gedeelde
en gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeenten en Rijk.
Wat gaan we nu regelen via dit convenant? Wie gaat wat doen?
Mijn deel van de afspraken is vooral gericht op een versterking van
het toezicht. De inspectie Verkeer en Waterstaat gaat gerichter
controleren op die plekken en op die punten waar het nodig is.
Het toezicht door de Inspectie Verkeer en Waterstaat zal meer gericht
worden op de basiskwaliteit van de taxi-sector. Het accent bij de
handhaving ligt op de
volgende onderdelen:
- Ten eerste: heeft een bedrijf een ondernemersvergunning?
- Ten tweede: heeft elke chauffeur een geldige chauffeurspas? Zo niet,
dan niet achter het stuur.
- Ten derde: heeft elke auto een tariefkaart en meter aan boord?
- En ten vierde: hoe zit het met de klachten- en geschillenregeling?
Het aantal controles van taxi's zal substantieel toenemen, vooral op
de plekken waar de problemen spelen. Het streven blijft dat 100% van
alle taxi's aan de voorwaarden voldoet, het praktisch haalbare
nalevingpercentage wordt 95%.
En dan de steden. Met dit convenant verplichten die zich om met de
regionale politiekorpsen afspraken te maken om de kwaliteit van het
straattaxivervoer te verhogen. Denk aan het naleven van verkeersregels
en handhaving van de openbare orde. Ook de inspectie VenW is hier weer
bij betrokken. Denk aan het opbouwen en uitwisselen van
gegevensbestanden en het afstemmen van controle-acties. Door
intensievere samenwerking van politie, mijn eigen inspectie en andere
opsporingsinstanties moet de naleving van bestaande regels
substantieel verbeteren.
Verder gaan de steden - om te beginnen in Amsterdam en Rotterdam -
ook het taxikeurmerk stimuleren door extra voorzieningen te bieden aan
keurmerktaxi's, zoals de speciale standplaatsen in Rotterdam. Het
keurmerk richt zich - net als dit convenant - op meer kwaliteit in het
taxivervoer. Beide zaken kunnen elkaar dus enorm versterken. Ik ben
daarom blij dat de steden het keurmerk nu ook gaan ondersteunen. In de
grote steden gaat het vaak om kleine bedrijven. Daarom geef ik die
categorie extra aandacht bij het stimuleren van het keurmerk. Ook vind
ik het goed dat de steden het opzetten van lokale brancheorganisaties
gaan stimuleren. Want zo creëer je een aanspreekpunt in de lokale
taximarkt.
Dames en heren,
De looptijd van dit convenant is twee jaar. Tussentijds gaan we kijken
of er bijstellingen nodig zijn. Let wel: al deze afspraken komen
boven op maatregelen als het verplichte examen voor chauffeurs en de
nieuwe tariefstructuur.
Samen met de andere maatregelen die Rijk en steden nemen - andere
inrichting taxi-standplaatsen, reeds verplichte tariefkaart, het
keurmerk van het Koninklijk Nederlands Vervoer, het taxi-examen dat
vanaf 1 januari verplicht is, de vereenvoudigde tariefstructuur en de
invoering van een boordcomputer waar we aan werken - leidt dit tot:
- meer kwaliteit in de taxibranche door handhaving, keurmerk en
examen;
- en daadwerkelijke keuzevrijheid voor de klant, omdat die niet meer
per sé de eerste taxi in de rij hoeft te kiezen, en dankzij keurmerk,
tariefkaart en een meer eenvoudige tariefstructuur ook écht een keuze
kan maken.
Uit de opsomming van maatregelen blijkt al dat er niet één Ei van
Columbus is om de taxiproblemen in de grote steden op te lossen. Zoals
ik vorige week in de Kamer zei tijdens de behandeling van mijn
begroting: het taxibeleid is een bouwwerk dat steen voor steen wordt
opgebouwd door verschillende noeste arbeiders - de verkeerswethouders
en ik. Gemeenten én Rijk moeten nu hun verantwoordelijkheid nemen. De
maatregelen moeten vervolgens de tijd krijgen om effect te sorteren.
We moeten verder bouwen aan dit bouwwerk, sloop of overheveling van
het beleid naar gemeenten is in mijn visie geen optie.
Dames en heren,
Taxi-liberalisering is niet failliet. In de G4 moeten we nog slagen
maken. Dit convenant is daartoe een ontzettend belangrijke stap.
Daarmee komen we volgens mij al een flink deel al tegemoet aan de zorg
die dinsdag jongstleden nog door de Tweede Kamer in een motie is
neergelegd. Graag kijk ik samen met de G4 wat er naast de goede
afspraken in dit convenant nog meer kan toe bijdragen aan een beter
`product'. Een wetswijziging die toch wel tenminste zo'n 2 jaar zal
kosten, lijkt mij in ieder geval veel te lang duren.
Met dit maatregelenpakket kunnen we de problemen daadwerkelijk
oplossen: op een gezamenlijk en effectieve manier! En dat in het
belang van de klant, maar óók van de taxisector zelf!
Dank u wel.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat