Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

-
Datum
16 december 2005
Ons kenmerk
DGP/MDV/U.05.03320
Doorkiesnummer

-
Bijlage(n)
2
Uw kenmerk

-
Onderwerp
Planologische kernbeslissing Nota Mobiliteit

Geachte voorzitter,

Inleiding

15 december 2005 heeft de Tweede Kamer gestemd over de ingediende moties met betrekking tot de Nota Mobiliteit. Op verzoek van de Tweede Kamer bied ik u bij deze, mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de aangepaste nota ("deel 3A") aan.

In deze aangepaste nota is een aantal wijzigingen verwerkt. Ten eerste zijn de aangenomen amenderende moties in de PKB-teksten verwerkt. Het kabinet heeft alle aangenomen amenderende moties overgenomen. Daarnaast zijn de in het debat met uw Kamer gedane toezeggingen opgenomen. In twee brieven (van 3 december 2005 met kenmerk DGP/MDV/U.05.02759 en van 14 december 2005 met kenmerk DGP/MDV/U.05.03268) heb ik u reeds over de precieze verwerking van deze toezeggingen geïnformeerd.

In de nu voorliggende brief geef ik per wijziging in de PKB-teksten ten opzichte van deel 3 een korte verklaring. Als bijlage vindt u de integrale PKB-deel 3a en een overzicht van de wijzigingen ten opzichte van de PKB- teksten uit deel 3.

Verwerking van de aangenomen amenderende moties

Motie 54 over Anders Betalen voor Mobiliteit

Ervan uitgaande dat uw Kamer met deze motie instemt, heb ik de motie in deze PKB-deel 3a verwerkt op pagina 144, in de eerste alinea van de paragraaf "Anders Betalen voor Mobiliteit".

Motie 28 over kwaliteitseisen voor hoofdverbindingsassen

De motie van de leden Hofstra, van Hijum en Hermans, om voor de hoofdverbindings-assen een aantal uitgangspunten vast te stellen, heb ik verwerkt. Gegeven de prioriteit voor deze hoofdverbindingsassen, is op pagina 146, in de paragraaf "Benutten en uitbreiden capaciteit HWN" toegevoegd dat wetgeving en procedures bij aanleg van nieuwe wegen zullen worden gestroomlijnd. Daar is eveneens aandacht besteed aan het streefbeeld voor hoofdverbindingsassen van 2x3 rijstroken. Ontvlechting tussen lokaal- en langeafstandsverkeer is als oplossing voor congestie op hoofdverbindingsassen rond stedelijke gebieden aangegeven in de tweede alinea van deze paragraaf. Tot slot heb ik op deze pagina, in de paragraaf "Beheer en onderhoud", de koppeling tussen onderhoud en geplande uitbreidingen aangegeven.

Motie 34 over onderzoek naar systeemsprong hoofdrailnet door ERTMS en 25 kV

De motie van de leden Slob, van Hijum, Hofstra en Verdaas heb ik overgenomen als extra actie in de Uitvoeringsagenda. Deze motie leidt derhalve niet tot een wijziging in de PKB.

Verwerking van de toezeggingen


1 Algemeen

Om de indruk weg te nemen dat het kabinet geen enkele grens wil stellen aan de mobiliteit, zoals het lid Slob veronderstelde, is op bladzijde 139, in de eerste alinea van de paragraaf "Essentiële onderdelen van beleid" toegevoegd dat voor de mobiliteit wettelijke kaders gelden op het gebied van veiligheid en leefomgeving.


2 Gebiedsgerichte aanpak

In het nota-overleg is lang gesproken over de netwerkanalyses. Als gevolg van deze discussie is een aantal wijzigingen doorgevoerd. Op bladzijde 141, de eerste alinea van de paragraaf "Gebiedsgerichte aanpak" is ten eerste de zogenaamde "Zevensprong" van het lid Verdaas als inhoudelijk kader voor de netwerkanalyses toegevoegd. Ook is het aantal analyses uitgebreid tot elf; toegevoegd zijn de samenwerkende Friese steden, de Stedendriehoek en de IJsseldelta. Verder is benadrukt dat de netwerkanalyses over alle modaliteiten - weg, openbaar vervoer en fiets - heen zullen kijken, en dat voor het resulterende pakket de maatschappelijke baten het leidende criterium zijn.

Omdat door de gewenste toevoegingen aan de 'triple A' het verschil tussen deze categorie en de hoofdverbindingsassen zeer gering werd, heeft het kabinet dit onderscheid laten vallen. De term is dan ook uit de tweede alinea van de paragraaf "Gebiedsgerichte aanpak" geschrapt. Dientengevolge is ook de verwijzing op bladzijde 146, in de paragraaf "Beheer en onderhoud" geschrapt. Deze aanpassingen moeten tevens worden gezien als een partiële herziening van de Nota Ruimte. De prioriteit blijft liggen bij de hoofdverbindingsassen.


3 Mobiliteitsmanagement

Op basis van het debat en de concept-moties van de leden Van der Ham en Hermans is verduidelijkt dat gemeenten de taak hebben afspraken te maken met bedrijven over de toepassing van mobiliteitsmanagement. Daaraan is toegevoegd dat dit instrument gebruikt wordt voor alle modaliteiten, zonder voorkeur voor een bepaalde modaliteit. Eveneens is toegevoegd een explicitering van de rol van het Rijk in het beschikbaar stellen en houden van fiscale hulpmiddelen, zoals die afgelopen jaar ook bij de reconstructie van de A9 zijn gebruikt.


4 Transportbesparing

Modal shift 'nieuwe stijl' staat op de agenda van dit kabinet. Om deze agenda te expliciteren, zijn naar aanleiding van vragen van met name de leden Van Hijum, Slob en Van der Staaij de activiteiten en insteek rond dit thema verder verduidelijkt. Ook is aangegeven dat naar aansluiting bij het EU-programma Marco Polo wordt gestreefd. Dit is opgenomen op pagina 143, in de eerste alinea van de paragraaf 'Transportbesparing'.


5 Bereikbaarheid weg

De doelstelling om naast betrouwbaarheid en reistijd, ook de filezwaarte terug te brengen is opgenomen op pagina 145, in de eerste alinea van de paragraaf "Bereikbaarheid weg". Deze ambitie zal worden gemeten in voertuigverliesuren.


6 Openbaar vervoer en goederenvervoer per spoor

De ambitie van het kabinet op het gebied van het openbaar vervoer is op pagina 146, in de eerste alinea van de paragraaf "Openbaar vervoer en goederenvervoer per spoor", verduidelijkt én aangescherpt. Het systeem zal een groei van 30% voor regionaal OV en zelfs 40 tot 50% op trajecten in de Randstad in de spits moeten kunnen verwerken, met een hoge betrouwbaarheid en hoge frequenties. De lijn dat vervoerders en decentrale overheden voor de daadwerkelijke realisatie van deze ambities als eerste verantwoordelijk zijn, blijft overeind.

In de derde alinea op pagina 147 van deze paragraaf, is naar aanleiding van vragen van het lid Van Hijum de notie toegevoegd dat het hoofdrailnet de economische kerngebieden en alle landsdelen verbindt. Op verzoek van het lid Slob, ondersteund door anderen, is een zin naar de vierde alinea, in dezelfde paragraaf, verschoven, zodat wordt benadrukt dat het rijk streeft naar een grotere betrouwbaarheid en capaciteit voor goederen- en personenvervoer per spoor.

In de vijfde alinea op pagina 147 is, in aanvulling op de ambitie, opgenomen dat vervoersgroei van het OV breed zal worden onderzocht en dat naar de dekking voor hieruit resulterende kosteneffectieve maatregelen zal worden gezocht, wanneer de spoorsector zich aan de groeiprognoses wil committeren.

Naar aanleiding van de debatten is in de tweede alinea op pagina 148 aangegeven dat het Rijk via het beheer- en vervoerplan met Prorail en NS afspraken maakt over de capaciteit van het netwerk en over een aanbod dat past bij de vervoervraag. Naar aanleiding van het verzoek van de leden Slob, Dijksma, Van Hijum en Van der Staaij is het genoemde aantal mogelijke maatregelen voor de infrastructuurbeheerder uitgebreid.

Op pagina 148, de vijfde alinea, in de paragraaf "Openbaar vervoer", is het tijdstip van de go-beslissing van de Minister over de chipkaart aangepast aan de realiteit, conform de brief (Kamerstukken 2004-2005, XXXXX, nr. XXX) die u daarover in de zomer heeft ontvangen. Ook is de mogelijkheid tot tariefdifferentiatie - enige tijd na de invoering - geëxpliciteerd. In de zevende alinea op deze pagina is de monitoring van het OV-gebruik geregeld.

Naar aanleiding van vragen van het lid Dijksma is de tweede alinea op pagina 149 over de toegankelijkheid van het OV en CVV geschrapt en vervangen door een nieuwe tekst. Toegevoegd is de ambitie om tot en met 2010 zoveel mogelijk 'sterhaltes' toegankelijk te maken. Het kabinet heeft ook de ontschotting tussen OV en doelgroepenvervoer opgenomen, waarbij de voorkeur uitgaat naar algemene boven specifieke voorzieningen.


7 Langzaam verkeer

Naar aanleiding van de motie van het lid Duijvendak zullen de decentrale overheden, naast de fiets, ook het lopen stimuleren. Dit is toegevoegd op pagina 149, in de eerste alinea van de paragraaf "Langzaam verkeer".


8 Regionale en kleine luchthavens

Zoals het lid Van Hijum in het debat opmerkte, is over het wetsvoorstel waarin bevoegdheden over de regionale en kleine luchthavens worden gedecentraliseerd nog niet gesproken in de Tweede Kamer. Het voert daarom te ver de invulling van het wetsvoorstel al op te nemen in de PKB-teksten. De tweede alinea van de paragraaf "Regionale en kleine luchthavens", op pagina 150, is dan ook geschrapt.


9 Verkeersveiligheid

Het lid Hermans gaf aan zich, in het kader van de ambitieuze doelstelling voor verkeersveiligheid, zorgen te maken over de ongevalregistratie. Daarom is op pagina 153, in de eerste alinea van de paragraaf "Verkeersveiligheid op de weg", opgenomen dat de registratie van verkeersslachtoffers op voldoende niveau moet blijven. Hiermee worden zowel rijk als decentrale overheden gebonden.

Aan de Uitvoeringsagenda toegevoegde acties

Naast wijzigingen in de PKB-tekst, heb ik een aantal activiteiten toegezegd. Deze toezeggingen kunnen worden beschouwd als een toevoeging op de Uitvoeringsagenda.

Het betreft dan:
Het werkprogramma kilometerprijs, waarin open wordt gekeken naar mogelijkheden tot samenwerking met verzekeraars, automobielindustrie, telecommunicatiebedrijven en system integrators.
De SER-adviesaanvraag over mobiliteitsmanagement, inclusief telewerken, dagindeling en flexibele openings- en werktijden.
Het onderzoek naar de analyse van de vervoersvraag en de capaciteitsontwikkeling van het spoorvervoer, afgezet tegen verschillende toekomstscenario's.
Een bijdrage van het rijk aan onderzoeken naar de mogelijkheden voor het reactiveren van oude spoorverbindingen.
Een onderzoek naar effecten van klimaatverandering op en mogelijke beheersmaatregelen voor infrastructuur en mobiliteit.

Tenslotte

Met de kamerbehandeling van de Nota Mobiliteit en met name door de grondige en uitvoerige gedachtewisselingen en de daaruit voortvloeiende wijzigingen, is het draagvlak voor de Nota Mobiliteit verder verbreed. Daarmee vormt de Nota een nog degelijker basis voor de uitvoering van het beleid door alle betrokken partijen, zodat we onze aandacht kunnen gaan verleggen richting het daadwerkelijk verbeteren van het verkeer- en vervoersysteem in Nederland.

Ik vertrouw er dan ook op dat de aangepaste Nota Mobiliteit ("deel 3a") op korte termijn door u zal worden geagendeerd voor de eindstemming, waarbij ik er vanuit ga dat er alsnog wordt ingestemd met de motie 54.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Karla Peijs

-----------------------
Eerder aangeduid als gewijzigde motie nr. 26.