EUROPESE RAAD VAN BRUSSEL 15/16 DECEMBER 2005 CONCLUSIES VAN HET VOORZITTERSCHAP :
Conclusies van het voorzitterschap - Brussel, 15/16 december 2005
15914/05
NL
RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE
Brussel, 17 december 2005
(OR. en)
15914/05
CONCL 3
BEGELEIDENDE NOTA
van: het voorzitterschap
aan: de delegaties
Betreft: EUROPESE RAAD VAN BRUSSEL
15/16 DECEMBER 2005
CONCLUSIES VAN HET VOORZITTERSCHAP
Voor de delegaties gaan hierbij de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van
Brussel (15/16 december 2005).
_______________
Conclusies van het voorzitterschap - Brussel, 15/16 december 2005
15914/05 1
NL
1. Voorafgaand aan de bijeenkomst van de Europese Raad heeft de voorzitter van het Europees
Parlement, de heer Josep Borrell, een uiteenzetting gehouden, die is gevolgd door een
gedachtewisseling.
2. De Europese Raad wijst nogmaals op het belang van de gemeenschappelijke Europese
waarden van solidariteit, sociale rechtvaardigheid en duurzaamheid als grondslag voor de
ontwikkeling van het beleid van de Unie. Deze vormen het kader waarin werk moet worden
gemaakt van de in deze conclusies vervatte richtsnoeren.
3. De Europese Raad wijst erop dat de EU voorstander is van een daadwerkelijk multilateraal
stelsel dat op rechtsstatelijkheid berust, en dat de Verenigde Naties beter moeten worden
toegerust voor de uitdagingen van de 21e eeuw. De Europese Raad onderstreept dat hij zich
inzet voor de spoedige en volledige uitvoering van de tijdens de VN-Wereldtop van 2005
overeengekomen hervormingen en gedane verbintenissen.
I. I. TOEKOMST VAN EUROPA
4. Naar aanleiding van de informele bijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders in
Hampton Court neemt de Europese Raad nota van de verslagen van de Commissievoorzitter
en van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger; hij komt overeen tijdens het
Oostenrijkse voorzitterschap op deze onderwerpen terug te komen.
5. De Europese Raad neemt nota van het gezamenlijk tussentijds verslag van het Verenigd
Koninkrijk en Oostenrijk over het momenteel in alle lidstaten gevoerde debat aangaande de
toekomst van Europa, zulks naar aanleiding van de verklaring van de staatshoofden en
regeringsleiders tijdens de Europese Raad van juni over dit onderwerp. De Europese Raad zal
in het eerste halfjaar van 2006 tijdens het Oostenrijkse voorzitterschap hierop terugkomen op
basis van de voorbereidende besprekingen in de Raad Algemene Zaken en Externe
Betrekkingen. De Europese Raad neemt tevens nota van het debat dat is gehouden tijdens de
op 17 november 2005 in Den Haag door het voorzitterschap en Nederland georganiseerde
conferentie "Sharing power in Europe", en neemt nota van het voornemen van het
Oostenrijkse voorzitterschap om op dit vraagstuk terug te komen.
Conclusies van het voorzitterschap - Brussel, 15/16 december 2005
15914/05 2
NL
II. II. FINANCIËLE VOORUITZICHTEN
6. De Europese Raad heeft een akkoord bereikt over de financiële vooruitzichten voor de
periode 2007-2013, zoals weergegeven in document 15915/05.
III. III. AFRIKA
7. De Europese Raad neemt de EU-strategie "De EU en Afrika: naar een strategisch partnerschap"
aan, zoals gevraagd door de Europese Raad van juni 2005 (doc. 15702/1/05 REV 1).
Voortbouwend op de Top van Caïro onderstreept de Europese Raad het belang van
intensivering van de dialoog tussen de EU en Afrika, onder meer door het zo spoedig
mogelijk houden van een tweede Top EU-Afrika in Lissabon, en hij komt overeen om met
ingang van 2006 de vorderingen met de uitvoering van de strategie op gezette tijden te
evalueren, rekening houdend met de conclusies die de Raad op 21 november 2005 heeft
aangenomen.
IV. IV. ALGEHELE AANPAK VAN MIGRATIE
8. De Europese Raad neemt nota van het toenemende belang van migratievraagstukken voor de
EU en haar lidstaten, alsmede van de recente ontwikkelingen die in sommige lidstaten tot
toenemende ongerustheid bij de bevolking hebben geleid. Hij benadrukt dat er een
evenwichtige, algehele en coherente aanpak moet komen, waarvan beleidsmaatregelen ter
bestrijding van illegale immigratie een onderdeel vormen en waarbij, in samenwerking met
derde landen, de voordelen van legale migratie benut worden. Hij herinnert eraan dat de
migratieproblematiek een cruciaal element is in de betrekkingen van de EU met een hele
reeks van derde landen, waaronder vooral de aan de Unie grenzende regio's, namelijk de
oostelijke, zuidoostelijke en mediterrane regio's, en wijst erop hoe belangrijk het is dat deze
beleidsmaatregelen van passende financiële middelen worden voorzien. De EU zal met al die
landen de dialoog en samenwerking inzake migratievraagstukken, inclusief het terugkeerbeheer,
intensiveren in een geest van partnerschap en met oog voor de bijzondere positie van
het land.
Conclusies van het voorzitterschap - Brussel, 15/16 december 2005
15914/05 3
NL
9. De Europese Raad benadrukt dat het engagement van de Europese Unie om het
ontwikkelingsstreven van herkomst- en doorreislanden te ondersteunen, is ingebed in een
langetermijnproces, erop gericht om zich de kansen en uitdagingen van de migratie ten nutte
te maken, zoals beschreven in het Haags Programma. In dit verband erkent de Europese Raad
hoe belangrijk het is dat de diepere oorzaken van migratie worden aangepakt, bijvoorbeeld
door de landen en regio's van herkomst van bestaansmiddelen te voorzien en er de armoede
uit te roeien, de markten open te stellen en economische groei, behoorlijk bestuur en
bescherming van de mensenrechten te bevorderen.
10. Als onderdeel van dit totaalproces juicht de Europese Raad de aan deze conclusies gehechte
mededeling van de Commissie van 30 november 2005: "Prioritaire acties om een antwoord te
bieden op de uitdagingen van de migratie" toe en keurt hij de "Algehele aanpak van migratie:
prioritaire acties gericht op Afrika en het Middellandse-Zeegebied" goed, waarin de onderstaande
thema's worden bestreken:
* meer samenwerking en maatregelen tussen de lidstaten;
* meer dialoog en samenwerking met de Afrikaanse staten;
* meer dialoog en samenwerking met buurlanden in het hele Middellandse-Zeegebied;
* alsmede financiering en uitvoering.
De Europese Raad verzoekt de Commissie om vóór eind 2006 verslag uit te brengen over de
gemaakte vorderingen.
V. V. TERRORISMEBESTRIJDING
11. De Europese Raad onderstreept het belang van een alomvattend en evenredig antwoord op de
dreiging van terrorisme. De Europese Raad neemt de EU-strategie inzake terrorismebestrijding
(doc. 14469/4/05 REV 4) aan, die een kader biedt voor het voorkomen van
radicalisering en rekrutering voor terrorisme, het beschermen van burgers en infrastructuur,
het achtervolgen en opsporen van terroristen en voor een betere respons op de gevolgen van
aanslagen. De Europese Raad neemt er nota van dat het EU-actieplan inzake terrorismebestrijding
- het instrument om de uitvoering te controleren - thans wordt herzien om het
optimaal op de nieuwe strategie af te stemmen.
Conclusies van het voorzitterschap - Brussel, 15/16 december 2005
15914/05 4
NL
12. De Europese Raad is tevens verheugd over de vooruitgang die, blijkens het halfjaarlijks
verslag van de coördinator voor terrorismebestrijding, in prioritaire dossiers is geboekt, en
roept ertoe op dit elan vast te houden. De Europese Raad zal tijdens zijn bijeenkomst in
juni 2006 de vorderingen met de uitvoering van de terrorismebestrijdingsstrategie evalueren.
VI. VI. DUURZAME ONTWIKKELING
13. De Europese Raad neemt nota van de presentatie van de mededeling van de Commissie over
een vernieuwde EU-strategie inzake duurzame ontwikkeling voor de komende vijf jaar. De
Europese Raad ziet ernaar uit in juni 2006 een ambitieuze en alomvattende strategie aan te
nemen, die streefcijfers, indicatoren en een doeltreffende monitoringprocedure bevat, die de
interne en de externe dimensie moet samenvoegen en die stoelt op een positieve langetermijnvisie,
waarin de prioriteiten en doelstellingen van de Gemeenschap op het gebied van duurzame
ontwikkeling worden gebundeld tot een duidelijke, coherente strategie die eenvoudig en
doeltreffend aan de burgers kan worden overgebracht.
VII. VII. KLIMAATVERANDERING EN DUURZAME ENERGIE
14. De Europese Raad is voldaan over de vorderingen die in 2005 zijn gemaakt met de
ontwikkeling van een middellange- en langetermijnstrategie voor de EU en over de nieuwe
impuls voor de internationale onderhandelingen over klimaatverandering, en hij herinnert
hierbij aan zijn conclusies van maart 2005. In dat verband spreekt de Europese Raad zijn
voldoening uit over het positieve resultaat van de VN-conferentie inzake klimaatverandering
in Montreal, dat de werkzaamheden met betrekking tot het VN-Kaderverdrag inzake
klimaatverandering, waaronder de uitvoering van het Protocol van Kyoto en de flexibele
mechanismen daarvan, ten goede komt, en maakt hij een aanvang met besprekingen over
gezamenlijke langetermijnacties ter bestrijding van klimaatverandering, die zullen bijdragen
tot de breedst mogelijke samenwerking van alle landen en de medewerking van die landen
aan een doeltreffend en passend internationaal antwoord. De Europese Raad ziet uit naar het
verder ontwikkelen van de middellange- en langetermijnstrategie van de EU teneinde tot deze
besprekingen bij te dragen, alsmede naar de bespreking van voornoemde strategie tijdens het
tweede halfjaar van 2006, indien dat nodig is.
Conclusies van het voorzitterschap - Brussel, 15/16 december 2005
15914/05 5
NL
15. Om deze werkzaamheden te ondersteunen benadrukt de Europese Raad ook het belang van de
uitvoering van het actieplan van Gleneagles, waarin sterk de nadruk wordt gelegd op technologieoverdracht
en het beheer van de gevolgen van klimaatverandering, alsmede het belang van
vooruitgang, onder meer tijdens toekomstige topontmoetingen, in de dialoog en technologische
samenwerking die met India, China en Rusland zijn afgesproken, naast de ontwikkeling van
partnerschappen met alle landen die veel energie verbruiken.
16. De Europese Raad is ook verheugd over de mededeling "Het effect van de luchtvaart op de
klimaatverandering terugdringen" van de Commissie, erkent dat uitbreiding van het systeem van
verhandelbare emissierechten van de EU tot de luchtvaartsector de beste manier lijkt om vooruitgang
te boeken, en spreekt zijn tevredenheid uit over het voornemen van de Commissie om hem
vóór eind 2006 een wetgevingsvoorstel voor te leggen dat vergezeld gaat van een effectbeoordeling,
die de in de conclusies van de Raad van 2 december 2005 gevraagde specifieke
analyse omvat.
17. De Europese Raad wijst op het belang van een geïntegreerde aanpak ten aanzien van de doelstellingen
op het gebied van klimaatverandering, energie en concurrentievermogen, en onderstreept
dat investeringsstrategieën voor schonere en duurzamere energie, zowel in de EU als
daarbuiten, een reeks van beleidsdoelstellingen kunnen ondersteunen, waaronder continuïteit van
de energievoorziening, concurrentievermogen, werkgelegenheid, luchtkwaliteit en reductie van
broeikasgasemissies. In dat verband is de Europese Raad verheugd over het inluiden van de
tweede fase van het Europees Programma inzake klimaatverandering en over het voornemen van
de Commissie om een actieplan inzake energie-efficiëntie te ontwikkelen.
VIII. VIII. GROEI EN WERKGELEGENHEID
18. Herinnerend aan de conclusies van de Raad (ECOFIN) van 6 december 2005 stelt de Europese
Raad vast dat de wereldeconomie een periode van snelle en ingrijpende economische
veranderingen doormaakt, en hij is het erover eens dat Europa economische hervormingen, sociale
modernisering en duurzaam milieubeleid nodig heeft om zijn waarden veilig te stellen en
doeltreffend in te spelen op de problemen en mogelijkheden die het gevolg zijn van mondialisering
en demografische veranderingen. De Europese Raad onderstreept het belang van innovatie,
informatie- en communicatietechnologie, onderzoek en menselijk kapitaal, met name in het MKB,
voor meer werkgelegenheid, productiviteit en duurzame groei in de gehele Europese Unie, zulks
in het kader van een gezond macro-economisch beleid.
Conclusies van het voorzitterschap - Brussel, 15/16 december 2005
15914/05 6
NL
19. De Europese Raad is verheugd over de nationale hervormingsprogramma's van de lidstaten en het
door de Commissie ingediende Lissabon-programma van de Gemeenschap, en ziet uit naar het
voortgangsverslag dat de Commissie in januari zal uitbrengen. Hij onderstreept het belang van de
nationale hervormingsprogramma's om de strategie van Lissabon over de hele linie beter te
kunnen aansturen, en verzoekt de lidstaten, de Commissie en de Raad om de uitvoering ervan
overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van maart 2005 te controleren en te
evalueren.
20. Met inachtneming van het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel en de vereiste
eerbiediging van het acquis communautaire beklemtoont de Europese Raad dat een beter
regelgevingskader in de Europese Unie, op het niveau van de Gemeenschap en in de lidstaten,
een cruciale factor is voor het creëren van groei en werkgelegenheid. Daarbij moet de
aandacht vooral uitgaan naar de uitvoering van de verbintenissen die reeds door alle
instellingen zijn aangegaan, daaronder begrepen het interinstitutioneel akkoord "Beter
wetgeven" van 16 december 2003. In dit verband is de Europese Raad verheugd over de
aanzienlijke vooruitgang die sinds de laatste bijeenkomst is geboekt en onderschrijft hij het
belang van de in de aangehechte bijlage omschreven verdere werkzaamheden met betrekking
tot i) het verminderen van de administratieve lasten voor bedrijven en burgers door vereenvoudiging
en doorlichting; ii) het herziene effectbeoordelingssysteem en iii) een gemeenschappelijke
EU-methode voor het bepalen van uit wetgeving voortvloeiende administratieve
kosten.
21. De Europese Raad beklemtoont dat het van belang is om, in overeenstemming met zijn
conclusies van maart 2005, de goede werking van de interne markt, onder meer voor diensten,
te waarborgen. De Europese Raad neemt nota van de vorderingen bij de behandeling van de
dienstenrichtlijn en ziet uit naar het gewijzigde voorstel van de Commissie opdat de dynamiek
niet verloren gaat.
IX. VERLAAGDE BTW-TARIEVEN
22. De Europese Raad verzoekt de Raad ECOFIN het vraagstuk van de verlaagde BTW-tarieven
tijdens zijn zitting in januari 2006 te bespreken zodat hierover een definitief akkoord kan
worden bereikt.
Conclusies van het voorzitterschap - Brussel, 15/16 december 2005
15914/05 7
NL
X. VOORMALIGE JOEGOSLAVISCHE REPUBLIEK MACEDONIË
23. De Europese Raad betuigt zijn waardering voor het advies van de Commissie over het
verzoek van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië om toetreding tot de
Europese Unie. Hij is verheugd over de belangrijke vorderingen die de Voormalige
Joegoslavische Republiek Macedonië heeft gemaakt om te voldoen aan de politieke criteria
die de Europese Raad in 1993 in Kopenhagen heeft opgesteld en aan de eisen inzake het
stabilisatie- en associatieproces die de Raad in 1997 heeft vastgesteld.
24. In het licht van de analyse van de Commissie besluit de Europese Raad aan de Voormalige
Joegoslavische Republiek Macedonië de status van kandidaat-lidstaat te verlenen, in het
bijzonder rekening houdend met de aanzienlijke vorderingen die zijn gemaakt om het
wetgevingskader in samenhang met het kaderakkoord van Ohrid te voltooien, en met de
prestaties van het land op het gebied van de uitvoering van de stabilisatie- en associatieovereenkomst
(met inbegrip van de handelsbepalingen ervan) sedert 2001.
25. De Europese Raad verklaart dat er verdere stappen moeten worden overwogen in het licht van de
volgende elementen: het debat over de uitbreidingsstrategie overeenkomstig de conclusies van de
Raad van 12 december 2005; het voldoen door de Voormalige Joegoslavische Republiek
Macedonië aan de politieke criteria van Kopenhagen; de naleving van de eisen van het
stabilisatie- en associatieproces en de daadwerkelijke uitvoering van de stabilisatie- en associatieovereenkomst;
de aanzienlijke vooruitgang die nog moet worden geboekt om te voldoen aan de
overige in het advies van de Commissie genoemde aspecten en criteria voor toetreding; en de
uitvoering, op basis van specifieke benchmarks, van de prioriteiten van het Europese partnerschap.
Er moet tevens rekening gehouden worden met het opnemingsvermogen van de Unie. De
Europese Raad verzoekt de Commissie hem in voortgangsverslagen op de hoogte te houden van
de ontwikkelingen.
XI. INTERNATIONAAL FONDS VOOR IERLAND
26. De Europese Raad heeft nota genomen van het belangrijke werk van het Internationaal Fonds
voor Ierland ter bevordering van vrede en verzoening. Hij heeft de Commissie verzocht het
nodige te doen met het oog op verdere EU-steun voor het Fonds, nu het de cruciale slotfase
van zijn werk tot 2010 ingaat.
Conclusies van het voorzitterschap - Brussel, 15/16 december 2005
15914/05 8
NL
IX. XII. EXTERNE BETREKKINGEN
27. De Europese Raad neemt een verklaring betreffende het Middellandse-Zeegebied en het Midden-
Oosten aan, waarvan de tekst in de bijlage bij deze conclusies staat.
28. De Europese Raad hecht zijn goedkeuring aan het verslag van het voorzitterschap over het EVDB
(doc. 15678/05), dat tevens het mandaat voor het aantredende voorzitterschap omvat.
29. De Europese Raad gaat over tot aanneming van de strategie van de EU ter bestrijding van de
illegale accumulatie van en handel in handvuurwapens en lichte wapens en munitie daarvoor
(doc. 13066/05).
30. De Europese Raad is voldaan over de aanneming door de Raad, de lidstaten, de Commissie en het
Europees Parlement van "de Europese consensus inzake ontwikkeling", die de Unie een
gemeenschappelijke visie op de waarden, de doelstellingen, de beginselen en de middelen voor
ontwikkeling verschaft (doc. 14820/05). De Europese Raad is verheugd over het feit dat de Raad
de in de conclusies van de Raad van mei 2005 overeengekomen streefcijfers inzake de omvang
van de hulp regelmatig op grond van een monitoringverslag van de Commissie zal evalueren.
31. De Europese Raad verzoekt het komende Oostenrijkse voorzitterschap de besprekingen over
verbetering van de consulaire samenwerking en de samenwerking inzake visa voort te zetten.
________________________
Conclusies van het voorzitterschap - Brussel, 15/16 december 2005
15914/05 9
BIJLAGE I NL
BIJLAGE I
ALGEHELE AANPAK VAN MIGRATIE:
PRIORITAIRE ACTIES GERICHT OP AFRIKA EN
HET MIDDELLANDSE-ZEEGEBIED
De Europese Raad verwelkomt de mededeling van de Commissie van 30 november 2005, getiteld:
Prioritaire acties in antwoord op de migratie-uitdagingen: eerste follow-up van Hampton Court.
Tegen de achtergrond van de EU-strategie voor Afrika en de strategie voor de externe dimensie van
justitie en binnenlandse zaken, alsook de recente gebeurtenissen in het Middellandse-Zeegebied
komt de Europese Raad overeen de aanzet te geven tot prioritaire acties die gericht zijn op Afrika
en de landen van het Middellandse-Zeegebied.
De Europese Raad is het erover eens dat op korte termijn breed opgezette concrete acties moeten
worden ondernomen, die passen in de lopende werkzaamheden waarmee wordt beoogd migratie aan
alle betrokken landen ten goede te laten komen. Er moet actie worden ondernomen om de illegalemigratiestromen
en het verlies aan mensenlevens terug te dringen, de veilige terugkeer van illegale
migranten te garanderen, duurzame oplossingen voor vluchtelingen te versterken en het vermogen
uit te bouwen om migratie beter te beheersen, onder meer door de voordelen van legale migratie zo
groot mogelijk te maken voor alle partners en tegelijk de mensenrechten en het individuele asielrecht
ten volle te respecteren. De hierna genoemde kortetermijnacties maken deel uit van een
bredere agenda voor de ontwikkeling van de betrekkingen tussen de EU en Afrika en de landen van
het Middellandse-Zeegebied op basis van een werkelijk partnerschap. De Europese Raad juicht
tevens de aanvullende dialoog en samenwerking van de lidstaten op dit gebied toe.
De Europese Raad beklemtoont voorts dat voor een aantal van de voorgestelde prioritaire acties,
bijvoorbeeld de initiatieven inzake migratieroutes en veiligheid op zee, waaraan de landen van het
Middellandse-Zeegebied en bepaalde Afrikaanse landen deelnemen, een geïntegreerde en complete
benadering geboden is.
In het licht van de mededeling van de Commissie keurt de Europese Raad de volgende acties goed
en verzoekt hij de Raad en de lidstaten nauw met de Commissie samen te werken om deze in de
loop van 2006 uit te voeren.
Conclusies van het voorzitterschap - Brussel, 15/16 december 2005
15914/05 10
BIJLAGE I NL
Méér operationele samenwerking tussen de lidstaten
* Het Europees Buitengrenzenagentschap oproepen om:
o zo spoedig mogelijk in 2006 in het Middellandse-Zeegebied maatregelen op het
vlak van grensbeheer te implementeren, met name gemeenschappelijke operaties
en proefprojecten;
o voortbouwend op recente studies, vóór mei 2006 een risicoanalyseverslag over
Afrika voor te leggen;
o zo spoedig mogelijk in 2006 een haalbaarheidsstudie te verrichten naar de aanscherping
van de controle en bewaking van de zuidelijke zeegrens van de EU, met
name in het Middellandse-Zeegebied, alsook naar een netwerk van kustpatrouilles
in het Middellandse-Zeegebied waaraan EU-lidstaten en landen uit Noord-Afrika
deelnemen.
* Nagaan of het technisch haalbaar is om vóór eind 2006 een bewakingssysteem voor de
volledige zuidelijke zeegrens van de EU en de Middellandse Zee tot stand te brengen. Dit
systeem zou gebruik maken van moderne technologie om levens op zee te redden en illegale
immigratie te bestrijden.
* Zo spoedig mogelijk in 2006 regionale netwerken van immigratieverbindingsfunctionarissen
(ILO's) oprichten waaraan prioritaire landen of regio's deelnemen, en uiterlijk in mei 2006
verslag uitbrengen over illegale immigratie en mensenhandel, zo nodig met de steun van de
ILO's in de belangrijkste landen.
* Uiterlijk in het voorjaar van 2006 een voorstel indienen voor de oprichting van snellereactieteams
van nationale deskundigen, die in geval van grote toevloed van migranten snel
technische en operationele steun kunnen verlenen, overeenkomstig het Haagse Programma.
* Zorgen voor een inhoudelijke follow-up van het verslag van de Wereldcommissie voor
internationale migratie, en voorbereidingen treffen voor de VN-dialoog op hoog niveau over
migratie en ontwikkeling die in september 2006 van start zal gaan.
* Vóór eind maart 2006 een analyse presenteren van de toepasselijke internationale
instrumenten inzake het recht van de zee, met inbegrip van de relevante elementen van het
vluchtelingenrecht.
Conclusies van het voorzitterschap - Brussel, 15/16 december 2005
15914/05 11
BIJLAGE I NL
Dialoog en samenwerking met Afrika
* Ernaar streven om van migratie een gezamenlijke prioriteit te maken voor de politieke dialoog
tussen de EU en de Afrikaanse Unie, onder meer door geregelde vergaderingen op hoog
niveau ter voorbereiding van de besprekingen van de ministeriële trojka EU-Afrika.
* In partnerschap werken met de Afrikaanse landen en regionale organisaties, zoals de
ECOWAS, in het kader van een reeks fora, initiatieven en regionale vergaderingen, onder
meer een ministeriële conferentie EU-Afrika in 2006 in Marokko en een conferentie over
migratie en ontwikkeling in maart 2006 in Brussel.
* Nagaan of een initiatief op het gebied van migratieroutes haalbaar is, met het oog op operationele
samenwerking tussen de landen van herkomst, doorreis en bestemming, met de bedoeling
in 2006 een concreet initiatief te ontwikkelen.
* Uiterlijk in het voorjaar van 2006 een dialoog opzetten met de belangrijkste Afrikaanse
landen bezuiden de Sahara, op basis van artikel 13 van de Overeenkomst van Cotonou, over
een breed scala aan vraagstukken, gaande van institutionele en capaciteitsopbouw en effectieve
integratie van legale migranten tot de terugkeerproblematiek en de daadwerkelijke
naleving van overnameverplichtingen, teneinde op dit gebied tot samenwerking te komen die
de beide partijen ten goede komt.
* Zo spoedig mogelijk in 2006 samen met Tanzania een proefprogramma inzake regionale
bescherming opstellen en uitvoeren, onder auspiciën van een stuurgroep. Op basis van de
bevindingen van dit proefproject, plannen voor nieuwe programma's in Afrika uitwerken.
* Een studie verrichten om het inzicht in de onderliggende oorzaken van migratie te verbeteren,
ter ondersteuning van de aanpak op lange termijn.
* Zo spoedig mogelijk in 2006 een geregelde dialoog met het UNHCR tot stand brengen, met
de bedoeling ervaringen en kennis inzake de samenwerking met landen in Afrika te delen.
Conclusies van het voorzitterschap - Brussel, 15/16 december 2005
15914/05 12
BIJLAGE I NL
* Begin 2006 initiatieven ontwikkelen om goedkopere en gemakkelijker toegankelijke diensten
voor geldovermaking te bevorderen en de huidige inspanningen van internationale
organisaties ondersteunen om het verzamelen van gegevens over dergelijke geldstromen te
verbeteren; nagaan hoe de inspanningen van de Afrikaanse landen kunnen worden ondersteund
om de leden van de diaspora gemakkelijker te laten bijdragen aan de ontwikkeling van
hun thuislanden, onder meer door gezamenlijke ontwikkelingsacties, en bekijken hoe het
effect van competentieverlies in kwetsbare sectoren kan worden gelenigd.
* Voorlichtingscampagnes opzetten om potentiële migranten te waarschuwen voor de gevaren
van illegale migratie en om de beschikbare legale migratiekanalen beter bekend te maken.
Samenwerken met de buurlanden
* In 2006 een Europees-mediterrane ministeriële vergadering over migratie organiseren.
* De derde landen van het Middellandse-Zeegebied, voorzover van toepassing, betrekken bij de
haalbaarheidsstudie naar een netwerk van kustpatrouilles in het Middellandse-Zeegebied, het
bewakingssysteem voor de Middellandse Zee en de daarmee verband houdende proefprojecten.
* Voorzover van toepassing, ervaringen en beste praktijken uit andere regionale
samenwerkingsstructuren beschikbaar maken, onder meer met betrekking tot de Oostzee.
* Alle beschikbare fora voor samenwerking met de partners uit het Middellandse-Zeegebied
benutten, met inbegrip van de hierna genoemde structuren, om illegale migratie en mensenhandel
te voorkomen en te bestrijden, het vermogen tot betere migratiebeheersing uit te
bouwen, en te bezien hoe informatie over legale migratie en mogelijkheden op de arbeidsmarkt
het best kan worden verspreid, bijvoorbeeld door migratieprofielen op te stellen en de
subregionale fora te versterken.
Conclusies van het voorzitterschap - Brussel, 15/16 december 2005
15914/05 13
BIJLAGE I NL
* Met de drie hieronder genoemde landen de volgende prioritaire acties ondernemen:
o Marokko - zo spoedig mogelijk projecten ter bestrijding van mensenhandel
uitvoeren en de onderhandelingen over een overnameovereenkomst EG-Marokko
voltooien;
o Algerije - begin 2006 een eerste vergadering houden om de samenwerking op
basis van de bepalingen inzake migratie van de Associatieovereenkomst tussen de
EG en Algerije te bevorderen en zo snel mogelijk onderhandelingen openen over
een overnameovereenkomst, op basis van het mandaat aan de Commissie;
o Libië - zo spoedig mogelijk in 2006 de besprekingen voltooien met het oog op de
goedkeuring van het actieplan EU-Libië inzake migratie, overeenkomstig de
conclusies van de Raad van 3 juni 2005 over het opzetten van een dialoog en
samenwerking met Libië over migratiekwesties, en zo spoedig mogelijk nadien
projecten uitvoeren.
* Méér onderzoek verrichten om het inzicht in, en de beheersing van migratiestromen te
verbeteren, voortbouwend op de migratiecomponent van het regionale JBZ I MEDAprogramma.
* De banden tussen de Noord-Afrikaanse landen en de Afrikaanse landen bezuiden de Sahara
helpen te versterken, in het kader van het eventuele initiatief inzake migratieroutes.
* De dialoog en de samenwerking met het UNHCR voortzetten om de derde landen te helpen
hun vermogen op het vlak van bescherming van vluchtelingen uit te bouwen.
* In mei 2006 in Wenen een conferentie houden over De rol van binnenlandse veiligheid in de
betrekkingen tussen de EU en haar buurlanden.
Conclusies van het voorzitterschap - Brussel, 15/16 december 2005
15914/05 14
BIJLAGE I NL
Financiering
Het verheugt de Europese Raad dat hogere prioriteit wordt gegeven aan de migratieproblematiek en
dat de Commissie voornemens is om in haar betrekkingen met derde landen haar financiële steun op
terreinen die betrekking hebben op migratie of daaraan gerelateerd zijn, te verhogen, onder meer
door een toewijzing van maximaal 3% van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument
(ENPI), en door vergelijkbare inspanningen in het kader van andere toepasselijke financieringsinstrumenten.
Met name in de Afrikaanse landen bezuiden de Sahara zullen vergelijkbare
inspanningen worden overwogen, om de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken.
De Europese Raad beklemtoont voorts dat ervoor moet worden gezorgd dat in het kader van het
AENEAS-programma wat de in 2006 te financieren acties betreft, onder meer ter bevordering van
synergieën tussen migratie en ontwikkeling, passende prioriteit wordt gegeven aan Afrika en aan
het Middellandse-Zeegebied. Voorts moet worden gegarandeerd dat in het kader van de toekomstige
financiële vooruitzichten voldoende middelen beschikbaar worden gesteld voor het
thematische programma voor samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel,
waarbij de instrumenten voor de snelle uitkering van middelen in geval van ernstige en dringende
behoeften voldoende flexibel moeten zijn.
Uitvoering en verslaglegging
De Europese Raad beklemtoont hoe belangrijk het is dat de opgesomde prioritaire acties snel
worden uitgevoerd en roept de Commissie op coördinatievergaderingen te organiseren tussen de
lidstaten, het Europees Buitengrenzenagentschap, het UNHCR en, zo nodig, andere bevoegde
organisaties.
De Europese Raad verzoekt de Commissie uiterlijk eind 2006 een voortgangsverslag uit te brengen.
________________________
Conclusies van het voorzitterschap - Brussel, 15/16 december 2005
15914/05 15
BIJLAGE II NL
BIJLAGE II
BETERE REGELGEVING
Verminderen van de administratieve lasten voor bedrijven en burgers door vereenvoudiging en
doorlichting
De Europese Raad herhaalt hoe belangrijk het is onnodige lasten voor bedrijven en burgers te
verminderen. In dat verband begroet hij met instemming het nieuwe programma van de Commissie
voor de vereenvoudiging van de EU-regelgeving
1
en roept hij de Raad en het Europees Parlement
op hoge prioriteit te verlenen aan de behandeling van vereenvoudigingsvoorstellen bij het doorlopen
van het wetgevingsproces. De Raad is ingenomen met het initiatief van de Commissie met
betrekking tot doorlichting, neemt nota van de resultaten ervan en verzoekt de Commissie hangende
voorstellen te blijven toetsen op hun gevolgen, ook op economisch, sociaal en milieugebied, zodat
deze voorstellen indien nodig kunnen worden gewijzigd, vervangen of ingetrokken.
Herzien effectbeoordelingssysteem
De Europese Raad is verheugd over het herziene effectbeoordelingssysteem van de Commissie
2
en
over het feit dat zij in haar werkprogramma geïntegreerde effectbeoordelingen zal opstellen voor
alle belangrijke wetgevingsvoorstellen en beleidsbepalende documenten. Deze effectbeoordelingen
zouden ook een overzicht moeten bevatten van zo mogelijk op sectorale analyses gebaseerde opties
waarmee de gestelde doelen van een voorstel zouden kunnen worden verwezenlijkt, met name
opties waarvoor geen wetgeving vereist is en mogelijkheden op het vlak van verdere harmonisatie,
voorzover zulks van toepassing is. De Europese Raad roept de Raad en het Europees Parlement op
de effectbeoordelingen van de Commissie ten volle te benutten als informatiemiddel voor de
politieke besluitvorming en de interinstitutionele gemeenschappelijke aanpak van effectbeoordelingen
uit te voeren. Hij herhaalt hoe belangrijk het is dat de besluitvorming transparant
verloopt en dat de belanghebbende partijen tijdig en daadwerkelijk worden geraadpleegd, en ziet uit
naar de alomvattende, onafhankelijke evaluatie van de toepassing van het effectbeoordelingssysteem
van de Commissie waarmee begin 2006 een aanvang wordt gemaakt.
1 Doc. 13976/05.
2 http://www.europa.eu.int/comm/secretariat_general/impact/index_en.htm
Conclusies van het voorzitterschap - Brussel, 15/16 december 2005
15914/05 16
BIJLAGE II NL
Gemeenschappelijke EU-methode voor het bepalen van uit wetgeving voortvloeiende
administratieve kosten
De Europese Raad is ingenomen met de mededeling van de Commissie over een gemeenschappelijke
EU-methode voor het bepalen van uit wetgeving voortvloeiende administratieve lasten
3
en
verzoekt de Commissie om te beginnen met het stelselmatig meten van de administratieve lasten
aan de hand van transparante criteria, als onderdeel van een geïntegreerde effectbeoordeling die in
januari 2006 van start gaat. Hij benadrukt in dit verband dat deze methode een belangrijke bijdrage
zou kunnen leveren bij de inventarisatie van wetgeving die moet worden vereenvoudigd en verzoekt
de Commissie na te gaan hoe er voor specifieke sectoren meetbare doelstellingen kunnen worden
vastgesteld met betrekking tot het verminderen van de administratieve lasten. De Europese Raad
onderkent dat het van belang is dat de lidstaten op verzoek en op evenredige wijze de nodige
informatie verstrekken om de uit de EU-wetgeving voortvloeiende administratieve kosten te
bepalen.
________________________
3 Doc. 13629/05.
Conclusies van het voorzitterschap - Brussel, 15/16 december 2005
15914/05 17
BIJLAGE III NL
BIJLAGE III
VERKLARING VAN DE EUROPESE RAAD
1. De Europese Raad bevestigt zijn gehechtheid aan een veilig, welvarend en vreedzaam Midden-
Oosten en Middellandse-Zeegebied, gestoeld op respect voor de rechtsstaat, democratie en
mensenrechten.
2. De Europese Raad onderkent de problemen waarmee de landen in het Midden-Oosten en in het
Middellandse-Zeegebied worden geconfronteerd. Hij verzoekt al zijn partners met klem hun
geschillen vreedzaam te beslechten, zich te onthouden van dreiging met of gebruik van geweld, te
stoppen met opruiing en zich te beijveren voor de regionale veiligheid. Hij roept hen op toe te
treden tot de internationale overeenkomsten inzake non-proliferatie, wapenbeheersing en
ontwapening en deze na te leven, en te streven naar een gebied in het Midden-Oosten dat vrij is
van massavernietigingswapens en bijbehorende afvuursystemen. Hij dringt er bij hen op aan het
terrorisme en de terreurnetwerken aan te pakken. De EU is vastbesloten met alle landen samen te
werken om aan deze problemen het hoofd te bieden.
Iran
3. De Europese Raad veroordeelt onvoorwaardelijk de oproep van president Ahmadinejad tot
vernietiging van Israël en diens ontkenning van de Holocaust. Deze uitlatingen zijn totaal
onaanvaardbaar en geven geen pas in een beschaafd politiek debat. De Europese Raad herinnert
eraan dat de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in november van dit jaar bij
consensus, dus met inbegrip van Iran, een resolutie heeft aangenomen waarbij iedere gehele of
gedeeltelijke ontkenning van de Holocaust als historische gebeurtenis wordt verworpen, en alle
lidstaten worden opgeroepen om hun bevolking voor te lichten over de Holocaust. De Europese
Raad bevestigt het recht van de staat Israël om binnen veilige en erkende grenzen te bestaan. De
Europese Raad memoreert dat alle leden van de Verenigde Naties hebben toegezegd zich te
onthouden van dreiging met of gebruik van geweld tegen de territoriale integriteit of politieke
onafhankelijkheid van staten. De EU roept de Iraanse leiders op zich aan te sluiten bij de
internationale consensus over de noodzaak van een tweestatenoplossing voor het Palestijns-
Israëlische conflict, teneinde het streven naar vrede tussen Israël en zijn buurlanden te steunen en
een einde te maken aan de steun voor groepen die aanzetten tot terrorisme of terroristische daden
plegen.
Conclusies van het voorzitterschap - Brussel, 15/16 december 2005
15914/05 18
BIJLAGE III NL
4. De Europese Raad is ernstig verontrust over het feit dat Iran er niet in slaagt het vertrouwen te
wekken dat zijn nucleaire programma uitsluitend vreedzame doeleinden dient. De hervatting door
Iran van de activiteiten in de uraniumverwerkingsfabriek in Isfahan, het voortdurende gebrek aan
transparantie van het land en zijn weigering om de stappen te ondernemen die de raad van beheer
van de IAEA in zijn opeenvolgende resoluties heeft geëist, doen de diepe bezorgdheid van de EU
over de intenties van Iran alleen maar toenemen. De EU blijft weliswaar werken aan een
diplomatieke oplossing, maar eens zullen de mogelijkheden zijn uitgeput; de Europese Raad roept
Iran op tot een constructieve reactie, mede door alle vertrouwenwekkende maatregelen te nemen
die de raad van beheer van de IAEA heeft geëist en door zich te onthouden van verdere eenzijdige
maatregelen die de situatie kunnen verergeren.
5. De Europese Raad onderstreept dat het antwoord op de vraag of de betrekkingen van de EU met
Iran op lange termijn beter dan wel slechter worden, zal afhangen van de vooruitgang die met
betrekking tot alle punten van zorg wordt geboekt. In het licht van het provocerende politieke
optreden van Iran sinds mei laatstleden is de Raad het erover eens de diplomatieke opties van de
EU nauwgezet te blijven evalueren en de aanpak van de EU verder af te stemmen op de
verklaringen en acties van Iran. De Europese Raad spreekt nogmaals zijn diepe bezorgdheid uit
over de schendingen van de mensenrechten en de fundamentele politieke vrijheden in Iran, en
roept Iran op aan te tonen dat het bereid is deze beginselen te eerbiedigen door concrete stappen te
ondernemen, waaronder de definitieve vrijlating van Akbar Ganji en andere gewetensgevangenen.
In de geest van solidariteit binnen de EU roept hij Iran op om alle discriminerende beperkingen
tegen afzonderlijke lidstaten op te heffen.
Conclusies van het voorzitterschap - Brussel, 15/16 december 2005
15914/05 19
BIJLAGE III NL
Irak
6. De Europese Raad bevestigt dat de EU de politieke overgang in Irak blijft steunen, overeenkomstig
de Resoluties 1546 en 1637 van de VN-Veiligheidsraad, en vastbesloten is om het
Iraakse volk te helpen bij de opbouw van een veilig, stabiel, verenigd en welvarend Irak. Hij
juicht de verkiezingen van 15 december 2005 toe als een verdere stap op de weg naar democratie
en stabiliteit in Irak, en spoort aan tot een snelle vorming van een nieuwe regering. De Europese
Raad onderkent dat tegenstellingen Irak blijven verdelen. Hij roept alle partijen in Irak op
uitsluitend vreedzame activiteiten te ontplooien en actief te streven naar verzoening. Hij
veroordeelt de wrede terreurdaden onvoorwaardelijk. De Europese Unie is bereid het Iraakse volk
te helpen bij het verbreden van de consensus over de toekomst van zijn land, mede via een
herziening van de grondwet, en bij het opbouwen van een nieuw, inclusief politiek bestel na de
val van het regime van Saddam Hoessein. De Europese Raad is verheugd over de bijeenkomst
over Irak die de Arabische Liga van 19 tot en met 21 november 2005 heeft belegd, en is
voorstander van de bijeenroeping van een conferentie over het Iraqi National Accord begin 2006.
De Europese Raad doet een klemmende oproep tot de staten in de regio, met name Syrië en Iran,
om het politieke proces in Irak te steunen en goede nabuurschapsbetrekkingen te ontwikkelen,
onder meer door met Irak samen te werken om grensoverschrijdingen van en steun voor
terroristen te voorkomen.
7. De Europese Raad herhaalt vastbesloten te zijn om Irak te helpen bij de wederopbouw, mede via
de EU-rechtsstaatmissie. De Europese Raad spreekt zijn bezorgdheid uit over de recente
meldingen van schendingen van de mensenrechten in Irak, en verzoekt de Iraakse autoriteiten met
klem daar met spoed en transparant tegen op te treden. Hij beklemtoont dat de EU sterk gekant is
tegen het gebruik van de doodstraf. De Europese Raad blijft gehecht aan een regelmatige politieke
dialoog met Irak in het kader van de gezamenlijke politieke verklaring van de EU en Irak. De EU
hoopt de banden met Irak verder te verruimen en aan te halen nadat de grondwettelijk verkozen
regering is samengesteld, mede via de totstandbrenging van betrekkingen in de vorm van een
overeenkomst.
Conclusies van het voorzitterschap - Brussel, 15/16 december 2005
15914/05 20
BIJLAGE III NL
Libanon
8. De Europese Raad spreekt opnieuw zijn steun uit voor de eenheid, stabiliteit en onafhankelijkheid
van Libanon en herinnert de buurlanden aan hun verplichting om de soevereiniteit van Libanon te
eerbiedigen. De Europese Raad veroordeelt met kracht de moordaanslag op Gibran Tueni en diens
reisgezellen. Deze moord is het jongste wapenfeit in een gewelddadige campagne tegen Libanese
burgers, journalisten, politieke leiders en hun recht op vrije meningsuiting. De Europese Raad
neemt tevens met de grootste bezorgdheid kennis van de conclusies in het tweede rapport van de
onafhankelijke internationale VN-onderzoekscommissie (UNIIIC) onder leiding van de heer
Detlev Mehlis. Hij neemt er nota van dat de ernstige aanwijzingen voor de betrokkenheid van de
Libanese en Syrische veiligheidsdiensten bij de moord op Rafiq Hariri worden bevestigd, en
spreekt zijn bezorgdheid uit over het feit dat de Syrische autoriteiten niet volledig samenwerken
met de onderzoekscommissie. Hij roept Syrië op onvoorwaardelijk met de UNIIIC samen te
werken bij verdere inspanningen om degenen die verantwoordelijk zijn voor de moord op
Rafiq Hariri, voor de rechter te brengen. De Europese Raad is ingenomen met de met
eenparigheid van stemmen aangenomen Resolutie 1644 van de VN-Veiligheidsraad van
15 december 2005 waarbij het mandaat van de UNIIIC wordt verlengd, de UNIIIC wordt
gemachtigd om technische bijstand te verlenen aan de Libanese autoriteiten in hun onderzoek naar
andere terroristische aanslagen die sinds 1 oktober 2004 in Libanon zijn gepleegd, en het verzoek
van de Libanese regering wordt erkend om degenen die beschuldigd worden van betrokkenheid
bij de moord op Rafiq Hariri voor een internationale rechtbank te brengen.
9. De Europese Raad bevestigt zijn onverkorte steun voor de regering van Libanon en roept haar op
in heel het land haar gezag te vestigen en de economische en politieke hervormingen met spoed
door te voeren, zoals overeengekomen tijdens de vergadering van de kerngroep van september in
New York. Hij neemt er met voldoening kennis van dat begin 2006 een internationale conferentie
zal worden georganiseerd. Hij herinnert alle betrokkenen aan hun verplichting Resolutie 1559 van
de VN-Veiligheidsraad volledig uit te voeren, met inbegrip van de ontmanteling en de
ontwapening van alle milities.
Conclusies van het voorzitterschap - Brussel, 15/16 december 2005
15914/05 21
BIJLAGE III NL
Vredesproces in het Midden-Oosten
10. De Europese Raad bevestigt zijn engagement voor de volledige uitvoering van de routekaart van
het Kwartet. Hij beschouwt de terugtrekking van Israël uit Gaza en gedeelten van de Westelijke
Jordaanoever als een belangrijke stap naar de uitvoering van de routekaart. De instelling van de
EU-missie voor bijstandverlening inzake grensbeheer, die moet toezien op de werking van de
grenspost bij Rafah, alsmede de EU-hulp ter vergroting van de Palestijnse capaciteit inzake
grensbeheer weerspiegelen het vaste voornemen van de EU om de partijen te steunen in hun
gezamenlijk streven naar een duurzame, op onderhandelingen gebaseerde regeling. De Europese
Raad verzoekt om een snelle uitvoering van alle onderdelen van de overeenkomst van
15 november 2005 inzake verkeer en toegang. Hij prijst de inspanningen van de speciaal gezant
van het Kwartet en wijst op het belang van een niet-aflatend internationaal engagement voor het
vredesproces.
11. De Europese Raad benadrukt dat alle Palestijnse facties, inclusief Hamas, geweld moeten
afzweren, het bestaansrecht van Israël moeten erkennen en tot ontwapening moeten overgaan.
Degenen die willen deelnemen aan het politieke proces, mogen geen gewapende activiteiten
ontplooien, omdat die activiteiten volstrekt niet te verzoenen zijn met de opbouw van een
democratische staat. In dat verband is de Europese Raad ingenomen met de verklaringen van de
Palestijnse Autoriteit waarin geweld wordt veroordeeld en de Palestijnse groepen die zich
schuldig gemaakt hebben aan terrorisme, worden aangespoord hun activiteiten te staken en zich
aan te sluiten bij het democratisch proces. Hij verzoekt de Palestijnse Autoriteit met klem streng
tegen de plegers van geweld of intimidatie op te treden, en haar controle over de veiligheid in de
onder haar gezag vallende gebieden volledig te herstellen. De EU blijft vastbesloten om de
Palestijnse hervormingen te ondersteunen, en de Palestijnse veiligheidsdiensten alsook de civiele
politie te versterken, mede via de EU-missie voor de civiele politie en de samenwerking met de
veiligheidscoördinator van de VS.
12. De Europese Raad wijst op het belang van de verkiezingen voor de Palestijnse Wetgevende Raad,
die voor januari 2006 zijn gepland. Hij verzoekt Israël volledig samen te werken met de
Palestijnse Autoriteit bij de voorbereiding en het verloop van de verkiezingen, in het bijzonder
wat betreft de bewegingsvrijheid van alle kandidaten, verkiezingsmedewerkers en kiezers, met
name in Oost-Jeruzalem, en is verheugd over de instelling van de EUverkiezingswaarnemingsmissie.
Conclusies van het voorzitterschap - Brussel, 15/16 december 2005
15914/05 22
BIJLAGE III NL
13. De Europese Raad verzoekt de Israëlische regering met klem een einde te maken aan alle
activiteiten in de Palestijnse gebieden die strijdig zijn met het internationaal recht, waaronder de
bouw van nederzettingen, de afbraak van Palestijnse huizen en het optrekken van de
scheidingsmuur in bezet gebied. Deze activiteiten dreigen elke oplossing die gebaseerd is op het
naast elkaar bestaan van twee levensvatbare staten fysiek onmogelijk te maken. De Israëlische
activiteiten in en rond Oost-Jeruzalem zijn bijzonder verontrustend, met name met het oog op een
definitief akkoord over een regeling inzake Jeruzalem.
Regionale stabiliteit
14. De Europese Raad roept de betrokken staten op onmiddellijk praktische maatregelen te nemen ter
ondersteuning van de regionale stabiliteit. Dit houdt in dat het streven naar vrede tussen Israël en
zijn buurlanden en het inclusieve politieke proces in Irak alsmede de uitvoering van
Resolutie 1559 van de VN-Veiligheidsraad en andere toepasselijke resoluties in Libanon moeten
worden ondersteund, door een einde te maken aan de steun voor groepen die geweld gebruiken,
door te verhinderen dat zij zich verplaatsen, zich organiseren en zich bewapenen, en door hen
ervan te overtuigen dat zij het terrorisme moeten afzweren.
Politieke, sociale en economische hervormingen
15. De Europese Raad onderstreept vastbesloten te zijn om de politieke, sociale en economische
hervormingen te steunen. Hij wijst op het belang dat hij hecht aan de volledige uitvoering van het
strategisch partnerschap van de EU met het Middellandse-Zeegebied en met het Midden-Oosten,
en op zijn engagement om met alle landen van de regio samen te werken, ook met de GCClanden,
Jemen, Iran en Irak.
Proces van Barcelona
16. De Europese Raad herinnert eraan dat het proces van Barcelona, versterkt door het Europees
nabuurschapsbeleid, het centrale kader is voor de betrekkingen met de mediterrane landen. De
Europese Raad is verheugd over de vooruitgang die is geboekt met de uitvoering van de actieplannen
die in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid zijn opgezet met Israël, Jordanië,
Marokko, de Palestijnse Autoriteit en Tunesië; neemt nota van de start van de onderhandelingen
met Egypte en van een eerste overleg met Libanon; en verzoekt de Commissie een nationaal
verslag over Algerije op te stellen met het oog op onderhandelingen over een actieplan.
Conclusies van het voorzitterschap - Brussel, 15/16 december 2005
15914/05 23
BIJLAGE III NL
17. De Europese Raad is verheugd over de Europees-mediterrane top die naar aanleiding van de
tiende verjaardag van het proces van Barcelona op 27-28 november 2005 in deze stad is
gehouden, en waar een gezamenlijk overeengekomen vijfjarenwerkprogramma en een
Gedragscode terrorismebestrijding zijn aangenomen. Het vijfjarenwerkprogramma bevat
doelstellingen op middellange termijn voor het politieke en veiligheidspartnerschap; duurzame
economische groei en hervormingen; onderwijs en sociaal-culturele uitwisselingen; alsmede
migratie, sociale integratie, justitie en veiligheid. De Europese Raad beveelt aan dat elk
voorzitterschap, na overleg met de Commissie en de lidstaten, aan de Raad een verslag voorlegt
waarin gedetailleerd wordt aangegeven hoe het voorzitterschap het werkprogramma denkt uit te
voeren, en verzoekt de Commissie de Raad regelmatig op de hoogte te houden over de uitvoering
ervan. De Gedragscode terrorismebestrijding is een belangrijke stap vooruit in onze samenwerking
met de mediterrane partners op politiek en veiligheidsgebied.
Libië
18. De Europese Raad neemt nota van de vooruitgang in de ontwikkeling van de betrekkingen met
Libië, maar roept Libië op ernaar te blijven streven de punten van bezorgdheid van de EU weg te
nemen en andere hangende bilaterale kwesties op te lossen. Hij herinnert aan de wens van de EU
dat Libië een volwaardig lid van het Proces van Barcelona wordt waarin Libië een waardevolle rol
zou kunnen vervullen. De deelname aan het proces, en de daaruit resulterende voortgang met het
oog op sluiting van een associatieovereenkomst, zouden van Libië vergen dat het de verklaring en
het acquis van Barcelona volledig aanvaardt.
________________________
Raad van de Europese Unie