Raad voor Werk en Inkomen
Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
AM/SAM/05/100747
Onderwerp Datum
Jeugdwerkloosheid: pilot no-riskpolis 19 december 2005
In de Kabinetsreactie van 22 juli op het RWI-advies over onderkant arbeidsmarkt (TK 2004-
2005, 29544 nr. 33) heb ik u met betrekking tot een risicodekking voor werkgevers die kansarme
jongeren in dienst nemen toegezegd dat het Kabinet bereid is om aanvullend, bij wijze van proef
een pilot op te zetten waarin het financiële risico van werkgevers als gevolg van verzuim door
jongeren wordt afgevangen.
Conform mijn toezegging bij het AO Arbeidsmarkt van 14 september jl. u nog in december te
informeren over de verdere invulling van de pilot met een no-risk polis en daarin participerende
gemeenten en sectoren doe ik u hierbij informatie toekomen over de opzet van deze pilot en het
onderzoek naar de effecten van de pilot met een no-riskpolis.
De pilot voor het afvangen van het financiële risico van werkgevers als gevolg van ziekteverzuim
van jongeren start in januari 2006 en zal doorlopen tot 1 oktober 2006. Deze periode is nodig om
de nieuwe instroom op beroepspraktijkvormingsplekken (bpv) in het kader van de
beroepsbegeleidende leerweg (bbl) tot 1 oktober mee te nemen in het onderzoek en zinvolle
uitspraken te kunnen doen over het effect van de no-risk polis.
Ik heb aan onderzoeksbureau IVA Beleidsonderzoek en Advies (Universiteit van Tilburg) de
opdracht verleend te adviseren over de opzet van de pilot en het onderzoek uit te voeren naar:
1. De effecten van een no-risk polis op de plaatsing van jongeren zonder startkwalificatie op
bpv-plekken, en
2. mogelijke (negatieve) effecten van de no-riskpolis op het ziekteverzuimbeleid van werkgevers in
de leerbedrijven.
In het onderzoek wordt gewerkt met een experimentele groep en een controlegroep. De
experimentele groep bestaat uit leerbedrijven aan wie de no-riskpolis wordt aangeboden, de
---
controlegroep uit bedrijven aan wie geen no-riskpolis wordt aangeboden. Het effect van de no-
riskpolis wordt afgemeten aan het verschil in voor- en nametingen bij de experimentele groep en de
controlegroep, met name wat betreft de effecten op de instroom van jongeren zonder
startkwalificatie op bpv-plaatsen.
Voor de pilot en het onderzoek worden vier grotere gemeenten geselecteerd waarin voldoende
erkende leerbedrijven aanwezig zijn. Er wordt gestreefd naar een verdeling tussen gemeenten
binnen en buiten de Randstad en aan de sectoren Zorg, Techniek, Bouw en Transport & logistiek.
Aan de gemeenten stel ik subsidie beschikbaar voor de uitvoeringskosten van de pilot en voor het
vergoeden van kosten die werkgevers maken als gevolg van verzuim van jongeren
(loondoorbetalingsverplichting).
In de hiervoor genoemde kabinetsreactie is ook aangegeven dat geïnventariseerd wordt welke
mogelijkheden er zijn voor gemeenten om afspraken te maken met werkgevers over het in dienst
nemen van genoemde `risicojongeren', hoe de perceptie over de risico's bij werkgevers beïnvloed
kan worden; en hoe werkgevers kunnen worden ondersteund bij het in dienst nemen van jongeren
met een hoog uitval risico. Dit kwalitatieve onderzoek wordt in de periode januari tot juli 2006
uitgevoerd door het onderzoeksbureau Policy Productions.
Planning
De inventarisatie naar bestaande mogelijkheden, initiatieven en methodieken om jongeren zonder
startkwalificatie in leerwerktrajecten te plaatsen gaat deze maand van start en loopt door tot juni
2006.
De pilot met een no-risk polis loopt van januari tot 1 oktober 2006. Het onderzoek naar het effect
van de pilot duurt tot december 2006.
Ik verwacht u uiterlijk in december 2006 beide onderzoeksrapporten te kunnen toesturen voorzien
van een beleidsreactie.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(H.A.L. van Hoof)