Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken
en WerkgelegenheidDirectie
Communicatie

19 december 2005

Nr. 05/212

Hogere WW-premie voor werkgevers bij veel kortlopende contracten

Werkgevers in de culturele sector, de agrarische sector, de bouw, het schildersbedrijf en de Horeca krijgen per 1 januari 2006 te maken met variabele WW-premies. Als er bij een werkgever veel mensen met kortdurende contracten werken, dan stijgt de WW-premie die deze werkgever moet betalen. Dit moet ertoe leiden dat werkgevers arbeidscontracten met een langere looptijd afsluiten en seizoenswerkloosheid wordt voorkomen.

Dit staat in een ministeriële regeling van minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De Sociaal-Economische Raad heeft op 29 juni 2005 geadviseerd om variabele premies voor de wachtgeldfondsen in te voeren. De minister heeft ook de hoogte van de verschillende variabele premies voor de sectoren bekendgemaakt. De Geus heeft de premies gebaseerd op een advies van de Stichting van de Arbeid hierover.

De premies voor de agrarische sector variëren van 12 procent voor losse tot 0,55 procent voor vaste contracten. In de bouw zijn de premies 8,7 en 0,81 procent en in de horeca 9,33 en 1,42 procent. Culturele instellingen betalen 11,37 voor korte en 1,47 voor langdurige contracten en het schildersbedrijf 12,5 of 2,5 procent.

Het kabinet verwacht dat de lagere WW-premie bij langdurige contracten er toe zal leiden dat werkgevers meer dan nu zullen proberen om het werk beter over het hele jaar te verspreiden en zo continuïteit in de werkzaamheden aan te brengen. Dit moet leiden tot een beperking van de terugkerende instroom in de WW als gevolg van seizoenwerkloosheid, aldus het kabinet. In de betreffende sectoren komt nu nog veel seizoens- of andere regelmatig terugkerende werkloosheid voor.