Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid Directie
Communicatie

19 december 2005

Nr. 05/217

Eerste Kamer stemt in met afschaffen voorrangspositie werkloze
havenarbeiders

Werkloze havenwerknemers hebben bij het verkrijgen van werk binnen de haven niet langer voorrang boven andere werkzoekenden. De Eerste Kamer heeft hiermee ingestemd op voorstel van minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en minister Bot van Buitenlandse Zaken.

Sociale partners in de haven hebben jarenlang gewerkt met een
zogenaamde pasjesregeling voor havenwerkers. Zij deden dit op basis van een verdrag van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO).
Daarbij kregen werkloze havenwerknemers voorrang op andere
werkzoekenden. Werkgevers beëindigden hun medewerking aan deze
regeling enkele jaren geleden. Werknemersorganisaties wilden de
regeling voortzetten, desnoods bij wet. Na veelvuldig overleg tussen het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de vakcentrale FNV en werkgeversorganisatie VNO-NCW bleek in januari 2004 dat sociale partners er gezamenlijk niet uitkwamen. Hierdoor kon niet langer
worden voldaan aan de eisen die het verdrag stelt.

De ministers betreuren de breuk tussen werkgevers en vakbonden, maar zien geen reden om de voorrangspositie bij wet te regelen.
Bevoorrechting van een speciale groep werknemers past niet in het
huidige arbeidsmarktbeleid. Na raadpleging van de sociale partners is daarom besloten het verdrag op te zeggen. De opzegging van het verdrag wordt van kracht één jaar nadat Nederland de opzegging aan de IAO
heeft gemeld.