Productschap Margarine
19.12.2005
EC staat verbranding dierlijk vet in thermische ketel toe
De Europese Commissie heeft besloten de verbranding van dierlijk vet
in een thermische ketel onder bepaalde voorwaarden te erkennen als
alternatieve methode voor de verwijdering en het gebruik van dierlijke
bijproducten.
Via Verordening (EG) Nr. 2067/2005 wordt Verordening (EG) Nr. 92/2005
gewijzigd waarin alternatieve methoden voor de verwerking en het
gebruik van dierlijke bijproducten werden goedgekeurd.
De twee belangrijkste wijzigingen zijn enerzijds de erkenning als
veilig procédé van de verbranding van dierlijk vet in een thermische
ketel door toevoeging van een aparte bijlage VI en anderzijds de
erkenning als veilig procédé van de productie van biodiesel uit
categorie 1-materiaal (wijziging bijlage IV). Om het gebruik van
biodiesel als alternatieve brandstof te vergemakkelijken, hoeft deze
niet permanent gemerkt te worden aangezien het productieproces als
veilig is erkend.
Procesparameters
De EFSA, die met betrekking tot beide zaken een positief advies heeft
uitgebracht (EFSA-advies over biodiesel ) en EFSA-advies over
verstoken dierlijk vet in thermische ketel , heeft op basis van de
jongste wetenschappelijke inzichten in de technische vooruitgang de
nieuwe procesparameters bepaald die moeten worden aangehouden willen
genoemde procédés als veilig voor de verwerking van dierlijke
bijproducten kunnen worden aangemerkt.
Bevoegdheid lidstaten
De EU-lidstaat behoudt in de toepassing van deze verordening vrij veel
beleidsruimte.
Zo is bepaald dat de bevoegde autoriteit de door de EU goedgekeurde
procédés kunnen toestaan voor de behandeling en verwijdering van
categorie 1- resp. 2- en 3-materiaal. Ook kan zij het gebruik van
andere procesparameters toestaan voor zowel de biodieselproductie als
de verbranding van dierlijk vet in thermische ketels indien deze
parameters een vergelijkbare reductie inhouden van de risico's voor de
volks- en diergezondheid.
De verordening treedt op dinsdag 20 december 2005 in werking.