Ministerie van Buitenlandse Zaken

De moties die zijn ingediend tijdens de behandeling van de begroting van Buitenlandse Zaken zijn op 29 november jl. in stemming gebracht. Vijf van de moties die zijn aangenomen, geven ons aanleiding tot een reactie.

. Motie van het lid Ferrier cs. (30 300 V nr. 47 gewijzigd) Het verzoek aan de regering om bij schuldverlichtingsrondes in de toekomst, in de onderhandelingen over de besteding van vrijkomende middelen, het zorgvuldig omgaan met natuurlijke hulpbronnen en ecosystemen een plaats te geven.

Reactie
De regering zal bij toekomstige onderhandelingen over schuldkwijtschelding in de zin van de motie opereren en zal erop toezien dat vrijvallende middelen op landenniveau - binnen het kader van nationale ontwikkelingsstrategieën - ook ingezet kunnen worden voor het verbeteren van verantwoorde omgang met natuurlijke hulpbronnen en ecosystemen. Dit zal echter niet kunnen gelden voor schuldkwijtschelding die in de Club van Parijs wordt uitonderhandeld. De Club van Parijs is een organisatie van crediteuren die schuldkwijtschelding op zijn financiële merites en op schuldhoudbaarheid beoordeelt.

. Motie van het lid Van Bommel (30 300 V nr. 51 gewijzigd) Het verzoek aan de regering om te onderzoeken of met betrokken landen een gedeeld netwerk kan worden ontwikkeld ter vermindering van kosten voor geldovermakingen.

Reactie
In overleg met het Ministerie van Financiën zal worden bekeken hoe deze motie kan worden uitgevoerd. Minister Zalm heeft uw Kamer tijdens een eerder algemeen overleg reeds toegezegd onderzoek te doen naar de mogelijkheden om in Nederland deze kosten te verminderen. Het Ministerie van Financiën brengt thans de situatie in kaart. De motie-Van Bommel zal bij dit onderzoek worden betrokken.

. Motie van het lid Van Baalen cs. (30 300 V nr. 53) Het verzoek aan de regering om in EU-verband te bevorderen dat Taiwan als waarnemer tot de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) kan worden toegelaten. De motie geeft uiting aan zorg over een adequate aanpak van de verspreiding van vogelgriep wanneer Taiwan niet kan deelnemen en bijdragen aan gedachtevorming, overleg en het maken van afspraken met de WHO en andere landen, waaronder China. Daarom verzoekt de Kamer aan de regering Taiwanees waarnemerschap bij de WHO te bevorderen door daarvoor te pleiten in EU verband.

Reactie
De regering heeft na consultatie vastgesteld dat een pleidooi voor waarnemerschap van Taiwan bij de WHO niet door de EU-partners wordt onderschreven. Voorts is gebleken dat China en de WHO in gezamenlijk overleg praktische afspraken hebben gemaakt over de betrokkenheid van Taiwan bij de aanpak van de verspreiding van de vogelgriep en andere besmettelijke ziektes. Onderdeel van deze afspraken is dat op hoog ambtelijk niveau kan worden overlegd en samengewerkt. Nu de betrokken partijen (China, Taiwan en de WHO) de kwestie op technisch inhoudelijk niveau hebben geregeld, waarmee aan de zorg van de Kamer is tegemoetgekomen en nu geen uitzicht bestaat op een gezamenlijke EU-inspanning ten behoeve van een Taiwanees waarnemerschap bij de WHO, meent de regering geen verdere stappen in deze laatste richting meer te moeten zetten.

. Motie van het lid Szabo cs. (30 300 V nr. 57)
Het verzoek aan de regering om een notitie over het Nederlandse industriebeleid ter stimulering van nieuwe industrieën in Afrika

Reactie
De regering zal een notitie opstellen, die zal worden toegespitst op de specifieke kansen in de diverse partnerlanden in Afrika. Naar het zich laat aanzien liggen deze kansen overigens niet primair op het terrein van ICT, dataverwerking en outsourcing. Wij zullen voor deze notitie contact opnemen met het Ministerie van Economische Zaken en de Economische Voorlichtingsdienst (EVD), gezien de mogelijke rol die het Nederlandse bedrijfsleven in dit verband kan spelen. Het lijkt echter niet mogelijk een algeheel, planmatig industriebeleid voor Afrika uit te stippelen, gezien de diversiteit van het continent.

. Motie van het lid Van der Staaij cs. (30 300 V nr. 66) Het verzoek aan de regering om druk uit te oefenen dat de EU het besluit van Hamas om deel te nemen aan Palestijnse verkiezingen niet respecteert, zolang Hamas geld niet afzweert.

Reactie
Via de Nederlandse Vertegenwoordiging in Ramallah zal bij de Palestijnse Autoriteit worden aangedrongen op uitsluiting van Hamas van de aanstaande verkiezingen voor de Palestijnse Wetgevende Raad. En marge van de Euromed-top in Barcelona sprak minister-president Balkenende op 30 november jl. kort met de Palestijnse President Abbas over de positie van Hamas. Abbas benadrukte in dat gesprek het belang van deelname van Hamas aan het politieke proces. Minister-President Balkenende benadrukte op zijn beurt dat geweld en politiek niet samengaan en dat als Hamas deel wil nemen aan het politieke spel, zij geweld dient af te zweren, zij zich dient te ontwapenen en Israel dient te erkennen. Daarnaast zal de Minister van Buitenlandse Zaken de verkiezingsdeelname van Hamas opbrengen bij de Europese Raad van 15 en 16 december a.s. De Nederlandse inzet daarbij is om in de verklaring van de Europese Raad een kritische passage over verkiezingsdeelname van Hamas op te nemen. Wij zullen uiteraard op de gebruikelijke wijze aan uw Kamer verslag doen van de Europese Raad.

De Minister De Minister
van Buitenlandse Zaken, voor Ontwikkelingssamenwerking,

Dr. B.R. Bot A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven


---- --