Tweede Kamer der Staten Generaal

Den Haag, 15 december 2005 vl
| |

|                                                                  |
|                                                                  |
COMMISSIE VERNIEUWING WET OP DE PARLEMENTAIRE ENQUÊTE KOMT MET INITIATIEFWETSVOORSTEL

De leden van de commissie voor de Vernieuwing van de Wet op de Parlementaire Enquête dienen op dinsdag 20 december 2005 om 15.30 uur een initiatiefwetsvoorstel in. Het wetsvoorstel wordt aangeboden aan de eerste ondervoorzitter van de Tweede Kamer, de heer Ten Hoopen, in de Wttewaal van Stoetwegenzaal.

De Wet op de Parlementaire Enquête moet geheel worden vervangen door een nieuwe wet. Dit vindt de commissie voor de Vernieuwing van de Wet op de Parlementaire Enquête. De commissie is tot deze conclusie gekomen na een uitgebreid onderzoek, dat meer dan een jaar heeft geduurd.

De Tweede Kamer heeft op 28 oktober 2004 de commissie voor de Vernieuwing Wet op de Parlementaire Enquête ingesteld, met als doel een nieuwe regeling voor de parlementaire enquête en parlementair onderzoek te ontwerpen. Redenen voor de instelling van de commissie waren de sinds 1977 door de diverse enquêtecommissies benoemde knelpunten en aanbevelingen ter verbetering van het enquête-instrument.

De commissie is samengesteld uit de volgende leden: K.G. de Vries (PvdA, voorzitter)
W.G.J.M. van de Camp (CDA)
R. Luchtenveld (VVD)
C.G. van der Staaij (SGP)
Deze leden zijn ook de initiatiefnemers van het wetsvoorstel.

De huidige wet stamt uit 1850 en is sindsdien nooit integraal herzien. Het startpunt voor de discussie over de Wet op de Parlementaire Enquête was het op 26 januari 2003, door de Tweede Kamer en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, georganiseerde symposium Wet op de Parlementaire Enquête.

In het initiatiefwetsvoorstel krijgen de enquêtecommissies nieuwe bevoegdheden en wordt de positie van personen die aan een enquête medewerking verlenen op verschillende punten verbeterd.

Voorts voorziet het initiatiefwetsvoorstel in een verheldering van de samenloop met ander, al dan niet justitieel, onderzoek en bevat het wetsvoorstel een regeling voor de openbaarheid en vertrouwelijkheid bij een parlementaire enquête.