Contactpersoon
-
Datum
20 december 2005
Ons kenmerk
DGP/SPO/u.05.03098
Doorkiesnummer
-
Bijlage(n)
-
Uw kenmerk
-
Onderwerp
Stand van zaken vervoer HSL-Zuid
Geachte voorzitter,
Tijdens het overleg met uw Kamer op 8 december 2005 over het vervoer over
de HSL-Zuid en de daarvoor benodigde treinen heb ik aangegeven geen
behoefte te hebben aan juridische procedures met vervoerder HSA. Ik heb u
laten weten dat ik blijf vasthouden aan de "contract is contract" lijn
richting HSA, en dat ik van HSA verwacht dat zij al het nodige zal doen om
ervoor te zorgen dat zo snel mogelijk vervoer over de HSL-Zuid
infrastructuur zal starten. Uw Kamer heeft op 8 december haar steun
uitgesproken voor mijn houding richting HSA. Met deze brief wil ik u
informeren over de stand van zaken inzake het vervoer over de HSL-Zuid.
Na het overleg met uw Kamer op 8 december heeft NS, in haar hoedanigheid
als aandeelhouder van HSA, mij laten weten dat de Raad van Commissarissen
van NS heeft ingestemd met het aangaan van financiële verplichtingen door
HSA voor de levering van locomotieven voor tijdelijke inzet op de HSL-Zuid.
HSA is hierop met de leasemaatschappij Angel Trains onderhandelingen
gestart om te komen tot ondertekening van een contract.
De onderhandelingen bevinden zich in een afrondend stadium.
Beschikbaarheid treinen
Om te borgen dat de locomotieven van Angel Trains tijdig, in juli 2007, op
de HSL-Zuid inzetbaar zijn neemt de Staat deel aan de gesprekken tussen HSA
en de treinleverancier van Angel Trains, het Franse bedrijf Bombardier,
over de technische eisen die door de Nederlandse toelatingsinstantie aan de
treinen worden gesteld. De verantwoordelijkheid om de locomotieven tijdig
beschikbaar te hebben en de contractonderhandelingen daarover ligt
uiteraard geheel bij vervoerder HSA.
Om ook een treindienst tussen Amsterdam en Brussel met de locomotieven uit
te kunnen voeren is toelating van de treinen door de Belgische
toelatingsinstantie vereist. Om het toelatingsproces in België zo
voortvarend mogelijk te laten verlopen heb ik met mijn Belgische collega
staatssecretaris Tuybens, binnen de Belgische federale regering belast met
de portefeuille overheidsbedrijven, afgesproken dat de Nederlandse en
Belgische toelatingsinstanties met elkaar in contact treden om de
technische eisen aan de treinen op elkaar af te stemmen.
Geschilbeslechting
HSA heeft aangegeven bij haar standpunt te blijven dat de
verantwoordelijkheid voor de vertraging van de bij Ansaldobreda bestelde
V250 treinen bij de Staat ligt, en dat de Staat dan ook een deel van de
kosten van deze vertraging en de kosten van het tijdelijk inzetten van
locomotieven zou moeten dragen. De Staat acht HSA echter volledig
verantwoordelijk voor de tijdige beschikbaarheid van treinen voor het
vervoer over de HSL-Zuid en acht een financiële bijdrage van de Staat in de
kosten dan ook niet aan de orde.
In het overleg met uw Kamer is aan de orde geweest of door middel van
arbitrage gekomen kan worden tot beslechting van het geschil met de Staat
over de verantwoordelijkheid voor de vertraging. Arbitrage is echter niet
als mogelijkheid opgenomen in het contract tussen de Staat en HSA om te
komen tot geschilbeslechting. De Staat wil, zoals besproken met uw Kamer op
8 december, geen afspraken buiten het contract om over juridische
procedures; arbitrage is dan ook niet meer aan de orde.
HSA heeft wel aangegeven dat zij, binnen de mogelijkheden van het contract
met de Staat, zal verzoeken om een bindend adviesprocedure over de vraag
wie de verantwoordelijkheid voor de vertraging bij de aflevering van de
treinen en de kosten voor het tijdelijk inzetten van locomotieven moet
dragen. Het contract biedt HSA deze mogelijkheid. De Staat zal in de
bindend adviesprocedure, die naar verwachting begin 2006 van start zal
gaan, haar standpunt aan de adviseurs toelichten.
Reactie artikel NRC
Ten aanzien van het verzoek van het lid Gerkens tijdens de regeling van
werkzaamheden van hedenmiddag om een reactie van mij op het artikel in de
NRC van 16 december over de bouw van de HSA treinen door Ansaldobreda kan
ik u het volgende melden.
In het NRC artikel bevestigt een medewerker van Ansaldobreda dat de HSA
treinen niet per 1 april 2007 beschikbaar zullen zijn voor de inzet op de
HSL-Zuid. De medewerker wil geen uitspraken doen over de datum waarop de
treinen wel inzetbaar zullen zijn. Ten aanzien van de oorzaken voor de
vertraging geeft de medewerker van Ansaldobreda een aantal voorbeelden
waaronder wijzigingen in de Nederlandse Spoorwegwet, wijzigingen in de
Europese richtlijn voor ERTMS, en de tijdige realisatie van de HSL
infrastructuur.
Ik kan niet anders dan uitgaan van het jongste afleverschema dat vervoerder
HSA mij officieel heeft gemeld, waarbij in april 2008 voldoende V250
treinen van Ansaldobreda inzetbaar zijn om met de uitvoering van het
gecontracteerde dienstenpatroon te beginnen. De uitspraken van de
medewerker van Ansaldobreda in het NRC artikel sterken mij wel in de
overtuiging dat de beslissing om tijdelijk locomotieven in te zetten op de
HSL-Zuid de juiste is. Zoals ik in het overleg van 1 december met uw Kamer
al heb opgemerkt acht ik het zeker niet uitgesloten dat de aflevering van
de HSA treinen door Ansaldobreda verdere vertraging oploopt. De
terughoudendheid van de medewerker van Ansaldobreda om een datum te noemen
waarop de treinen worden afgeleverd, lijkt een indicatie dat mijn mening
hieromtrent bewaarheid wordt.
Ten aanzien van de vermeende oorzaken die de medewerker van Ansaldobreda
noemt voor de vertraging bij de aflevering van de treinen heb ik geen
behoefte om te reageren, anders dan met een herhaling van mijn standpunt
dat de Staat alles heeft gedaan wat binnen haar mogelijkheden ligt om te
bewerkstelligen dat de treinen tijdig beschikbaar kunnen zijn voor het
vervoer over de HSL-Zuid.
Tot slot heb ik u in mijn brief van 8 november 2005 (kenmerk
DGP/SPO/u.05.02651) en het overleg met uw Kamer op 10 november over deze
brief met het "feitenrelaas" reeds geïnformeerd over alles wat de Staat
heeft ondernomen om het mogelijk te maken dat de treinen tijdig beschikbaar
kunnen zijn. Over de ontwikkelingen inzake het beveiligingssysteem ERTMS
hebben mijn ambtenaren op 6 oktober jl. voor uw Kamer een technische
briefing verzorgd. Daarnaast heb ik u in mijn brief van 11 oktober 2005
(kenmerk DGP/SPO/u.05.02475) en tijdens het overleg met uw kamer op 13
oktober nader geïnformeerd over de ontwikkelingen inzake de ERTMS
specificaties.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Karla Peijs
Ministerie van Verkeer en Waterstaat