Automobilist kan zelf veel doen aan brandstofbesparing
(12/20/2005)
Onlangs presenteerde smart twee studiemodellen, de smart fortwo cdi
hybrid en de smart fortwo mild hybrid, waarmee het merk aantoont dat
het in staat is alternatieve aandrijvingsvormen als hybride, gas of
elektriciteit te realiseren en in de praktijk toe te passen.
Voor specifieke doeleinden kunnen dergelijke oplossingen interessant
zijn. De keuze hangt af van factoren als meerprijs, verbruik,
brandstofprijzen en het aantal kilometers dat met een voertuig op
jaarbasis wordt gereden.
Feit is dat smart nu al twee dieselversies levert die uitermate weinig
brandstof verbruiken. De smart forfour cdi verbruikt per 100 kilometer
volgens NEFZ-norm slechts 4,6 liter, een waarde die met automatische
transmissie zelfs daalt tot 4,4 liter. De smart fortwo cdi is met meer
dan 120.000 verkochte eenheden de best verkochte âdrieliterâ-auto ter
wereld: met cdi-motor verbruikt de fortwo slechts 3,4 liter diesel per
100 km.
Maar alle technische inspanningen en innovaties ten spijt, de
automobilist zelf blijft de belangrijkste factor als het om
brandstofbesparing gaat. Technisch kan er wellicht nog zoân 15 procent
besparing worden gerealiseerd, onder andere met hybride-aandrijving,
maar eenzelfde besparing is mogelijk wanneer iedereen bewust en op de
juiste manier met zijn of haar auto omgaat.
Tot nu toe gebeurt dit nog te weinig. In de eerste plaats, omdat de
belangrijkste manieren om zuiniger te rijden nog niet bij iedereen
bekend zijn. In de tweede plaats omdat sommige mensen ten onrechte
denken dat zuinig rijden niet sportief is en andere verkeersdeelnemers
hindert. Dit is juist niet het geval: een sportieve rijstijl en een
zuinig rijgedrag liggen heel dicht bij elkaar. In beide gevallen gaat
het erom, optimaal gebruik te maken van de beschikbare
bewegingsenergie.
Onderstaande tips voor minder brandstofverbruik hebben hun nut in de
praktijk bewezen en tonen tegelijkertijd aan dat dit niet ten koste
gaat van rijplezier. Het gaat om:
1. vroegtijdig opschakelen
2. te hoge snelheden vermijden
3. gelijkmatig tempo aanhouden
4. niet onnodig remmen
5. auto laten uitrollen
6. motor niet onnodig laten lopen (bijvoorbeeld bij spoorwegovergang)
7. niet het gaspedaal indrukken bij het starten, na aanslaan van de
motor direct wegrijden
8. juiste bandenspanning (1 x per 14 dagen checken)
9. geen onnodige op- en aanbouwsels op de auto
10. geen onnodige ballast
AutoRai