Gemeente Utrecht


2005 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
130 Vragen van de heer R.J.F. Giesberts
(ingekomen 23 november 2005)


In de beantwoording op 22 november van de schriftelijke vragen (116) over de Grifthoekgarage blijkt dat tot en met medio 2008 sprake is van een tekort op de exploitatie. Dit is een ingecalculeerd tekort. Pas wanneer elke parkeerplaats op jaarbasis 700 uur bezet is is er sprake van een dekkende exploitatie. Indertijd is een en ander berekend door bureau Hofstra Management Consultancy, zo lezen wij in de Parkeernota.

De gegeven antwoorden roepen vragen op over de financiële dekking van een en ander en over de gemeentelijke activiteiten om de aanloopperiode ook niet langer te laten duren dan drie jaar.

GroenLinks vreest dat drie jaar niet voldoende zal blijken te zijn en dringt daarom aan op een meer actieve opstelling van het gemeentebestuur om gebruik van de garage te verbeteren. Ons inziens lukt dit alleen via push en pull, dus niet alleen verleiden maar ook dwingen door parkeerplaatsen in de binnenstad op te heffen. Zeker indien hier geld mee bespaard kan worden moet dit ook een argument zijn waarmee het College de indieners van het 'parkeermoratorium'- amendement over de streep kan trekken. Anders zouden de Collegepartijen en moedwillig voor kiezen de stad onnodig op hoge kosten te jagen en dat kan GroenLinks zich niet voorstellen.

De volgende vragen willen we aan u voorleggen:
1. Waarop is de duur van drie jaar gebaseerd waarin er sprake is van tekorten op de exploitatie?
2. Uit welke voorziening worden de tekorten betaald? En met welke tekorten moet de komende jaren rekening worden gehouden?
3. Is de voorziening toereikend indien de tekorten groter zijn dan begroot? Zo ja, kunt u aangeven wat de rek is?
4. Welke kostenreductie is mogelijk bij een volledige bediening op afstand?
5. Naarmate de garage langer in functie is zal het beheer intensiveren. Dit betekent dat ook na de drie jaar als er een evenwicht tussen kosten en baten is bereikt een groei zal moeten zijn. Klopt deze veronderstelling en is daar in de meerjarige exploitatie in voorzien?
6. In parkeernota deel B is sprake van 4,129 miljoen euro stichtingskosten. Het kredietvoorstel ging uit van een hoger bedrag. Vanwaar het verschil?
7. Is indertijd in de berekening van Hofstra voor de exploitaties van Grifthoek en de andere nog te stichten parkeergarages rekening gehouden met mogelijke concurrentie-effecten?

Antwoord van Burgemeester en Wethouders
(verzonden 20 december 2005)


1. Deze periode van drie jaar betreft een inschatting, die is gebaseerd op ervaringsgegevens van andere parkeergarages.
2. De berekende tekorten zijn verwerkt in deel B van de parkeernota 2003 " Parkeren en kwestie van kiezen!". Voor de periode tot en met het jaar 2007 wordt rekening gehouden met een tekort van EUR 85.000. Vanaf 2008 tot aan het einde van de looptijd wordt rekening gehouden met positieve resultaten.
3. Wanneer de tekorten in de praktijk groter blijken uit te vallen dan begroot, dan zullen de effecten hiervan doorgerekend worden bij de jaarlijkse actualisatie van de parkeernota. Het is afhankelijk van de stand van zaken met betrekking tot de overige maatregelen of er sprake is van enige rek. Wanneer de tekorten leiden tot een verminderde afdracht van het Parkeerbedrijf ten opzichte van de taakstelling, zal ons college bij de actualisatie zo nodig verrekeningsvoorstellen doen.
4. Wij onderzoeken de mogelijkheid van het invoeren van een centraal parkeerbeheersysteem met toezicht op afstand. De volledige bediening op afstand zal met het huidige aantal gemeentelijke openbare garages nog niet tot kostenreductie kunnen leiden. Daarvoor is op zijn minst de realisatie en aansluiting van één extra garage nodig. Vooralsnog is niet aan te geven welk bedrag aan kostenreductie hiermee precies gerealiseerd kan worden.
5. Ja, bij de inschatting van het aantal parkeeruren per parkeerplaats per jaar (700) is voor zover mogelijk rekening gehouden met omgevingsfactoren, zoals locatie, gebiedsontwikkeling, beleid en (geplande) andere parkeergarages.
6. Binnen de parkeernota is rekening gehouden met zowel onderhoud van de garage als met het operationeel en administratief beheer. Gedurende de ingroei periode, wanneer het gebruik nog niet optimaal is, is er vanzelfsprekend iets minder beheer nodig dan daarna maar daarmee is rekening gehouden in de raming voor de kosten van het beheer over de hele exploitatieduur.
7. In deel B van de Parkeernota " Parkeren een kwestie van kiezen" is sprake van een bedrag van EUR 6.615.000 stichtingskosten exclusief voorbereidingskosten en bouwrente (blz. 11 deel B), hetgeen gelijk is aan het bedrag van de kredietaanvraag. Het door u genoemde bedrag van EUR 4,129 miljoen staat in de ontwerp-parkeernota, daarbij is toentertijd vermeld dat het om een inschatting gaat.


---- --