Erasmus MC


15-12-2005: Regelmatige controles voor borstkanker geen bedreiging voor welbevinden

Het meedoen aan regelmatige controles voor borstkanker vormt geen bedreiging voor het welbevinden van vrouwen met een familiaire belasting. Dit concludeert Silvia van Dooren in haar proefschrift 'The Psychological Impact of RegularSurveillance in Women at Increased Risk for Hereditary Breast Cancer' waar zij 21 december op promoveert aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam.

Vrouwen met een verhoogd risico op het krijgen van borstkanker vanwege een erfelijke of familiaire aanleg komen in aanmerking voor regelmatige borstcontroles. Deze bestaan uit een halfjaarlijks lichamelijk onderzoek en een jaarlijkse mammografie. In een nationaal onderzoek wordt de meerwaarde bestudeerd van een jaarlijkse MRI scan van het borstklierweefsel in vergelijking met de mammografie (MRISC studie).Van Dooren heeft een groep van 350 vrouwen onderzocht binnen het Erasmus MC die allen deelnamen aan de MRISC studie om na te gaan welke psychologische gevolgen deze regelmatige controle heeft. Deze vrouwen vulden vragenlijsten over angst, depressie en borstkankergerelateerde zorgen in rondom twee halfjaarlijkse controles.

De belangrijkste bevinding was dat participatie aan deze controles niet leidde tot aanhoudende angst, depressie en borstkankergerelateerde zorgen.
In een aantal subgroepen was de psychologische stress wel groter. Dit geldt voor vrouwen die jonger zijn dan 40 jaar en die minstens eens per week hun eigen borsten onderzoeken, vrouwen die hun eigen risico op het krijgen van borstkanker overschatten en als (heel) erg hoog ervaren en vrouwen die borstkanker bij een zus van heel dichtbij hebben meegemaakt.

Ongeveer 10 tot 20% van de vrouwen ondervond minstens enig ongemak van de MRIscan (lawaai, niet mogen bewegen). Toch werd 64% van de vrouwen gerustgesteld door een gunstige uitslag van de MRI scan, tegenover 40% door een gunstige mammografie uitslag. In het algemeen geldt dat het meedoen aan regelmatige controles voor borstkanker geen bedreiging vormt voor het psychologisch welbevinden van vrouwen met een familiebelasting.