IP/05/1672
Brussel, 21 december 2005
Europese Commissie wil schone auto's promoten
De Europese Commissie heeft vandaag een stuk nieuwe wetgeving
voorgesteld met als doel bij te dragen aan de totstandbrenging van een
markt voor schone voertuigen, ten einde de vervuilende emissies in de
vervoerssector te verminderen. Met de nieuwe voorschriften krijgt de
overheid de verplichting opgelegd een kwart van haar jaarlijkse
uitgaven aan transportmaterieel voor de aanschaf van schone voertuigen
te reserveren, zodat de fabrikanten de nodige zekerheden krijgen om
dit type voertuigen voor een grotere markt te ontwikkelen.
« Gezien de steeds erger wordende verontreinigingsproblemen in
stadsgebieden en de voortdurende stijging van de aardolieprijzen,
moeten wij middelen vinden om de automobielindustrie te helpen
schonere voertuigen te produceren », aldus de voor vervoer
verantwoordelijke vice-voorzitter van de Commissie, Jacques Barrot.
Andris Piebalgs, het met energiezaken belaste Commissielid, die bij
het voorstel voor een richtlijn betrokken is, heeft hier het volgende
aan toe te voegen : « Dank zij deze maatregelen zal de
energie-efficiëntie van de vervoerssector, een van de meest
verontreinigende en energieverslindende sectoren, na verloop van tijd
kunnen worden verbeterd ».
Gezien de aanhoudende groei van de vervoerssector met alle gevolgen
van dien op het stuk van verontreiniging en afhankelijkheid van
aardolie, onderstreept de Commissie vandaag de noodzaak een markt voor
"schone voertuigen" te ontwikkelen. In de Europese Unie neemt het
wegvervoer ongeveer een kwart van het energieverbruik en de uitstoot
van CO 2 voor zijn rekening. Het potentieel voor de vermindering van
voertuigemissies en energiebesparing is aanzienlijk te noemen. Maar de
noodzakelijke technologieën blijven meer kosten dan die welke bij de
constructie van traditionele auto's worden gebruikt.
Om deze reden heeft de Europese Commissie besloten het nodige te doen
om de ontwikkeling te bevorderen van een nieuwe generatie voertuigen
die minder energie verbruikt en minder verontreinigende stoffen
uitstoot. De richtlijn bepaalt dat overheidsinstanties (de Staat,
territoriale overheden, publiekrechtelijke lichamen, staatsbedrijven
en exploitanten die voor overheidsinstanties op contractbasis
vervoersdiensten verrichten) zullen worden verplicht een gedeelte van
minimaal 25% van hun jaarlijkse uitgaven voor de aankoop of leasing
van zwaar vervoersmaterieel (voertuigen die meer dan 3,5 ton wegen) te
besteden aan « milieuvriendelijker gemaakte voertuigen » (EEV), als
omschreven in de Europese milieuprestatienorm . Onder dit zware
vervoersmaterieel vallen bussen en de meeste bedrijfsvoertuigen, zoals
vuilnisauto's.
De voor de overheid geldende verplichting tot aanschaf van schone
voertuigen blijft in een eerste stadium beperkt tot deze categorieën
voertuigen, waarvan de overheid een belangrijke afnemer is (een
marktaandeel van ca. 6% voor vrachtwagens en van ca. een derde voor
bussen). Een grotere vraag naar schone voertuigen in deze categorie
zal een steun in de rug zijn voor de fabrikanten die deze voertuigen
ontwikkelen: het is hierbij de bedoeling dat de marktvraag zo groot
wordt dat er door het werken op grote schaal rendabeler kan worden
geproduceerd. Uit de door de Commissie verrichte studies is overigens
naar voren gekomen dat deze ontwikkeling een gunstige uitwerking op
het concurrentievermogen van de Europese automobielindustrie heeft.
Met haar aanbod aan schone voertuigen heeft deze namelijk een
belangrijke concurrentietroef in handen wanneer men de
stadsvervuilingsproblemen in aanmerking neemt die in meerdere landen
met een zich snel ontwikkelende economie worden ondervonden.
De Commissie zal nagaan in hoeverre het wenselijk is de
aanschaffingsverplichting, in een tweede stadium, tot andere
categorieën voertuigen uit te breiden. Een van de effecten van de
richtlijn is dat de ontwikkeling van motoren die op hoogwaardige
mengsels van biobrandstoffen kunnen lopen zal worden gestimuleerd (zie
IP/05/1546 over het actieplan inzake biomassa ). Andere voorbeelden
van in aanmerking komende technologieën zijn aardgas, LPG (vloeibaar
autogas), waterstof, elektromotoren of hybride motoren, een combinatie
van elektro- en verbrandingsmotoren.
Ter ondersteuning van deze technologieën worden in het kader van de
onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma's en de structuurfondsen
Europese middelen uitgetrokken. Het voorstel van de Commissie wordt
momenteel, in het kader van de medebeslissingsprocedure, aan de Raad
en het Europees Parlement voorgelegd.
Please see also : MEMO/05/495
---
Als omschreven in Richtlijn 2005/55/EG, Publicatieblad L 275 van
20.10.2005, blz.1.
European Union