Ministerie van Justitie

Persbericht

Eerste Kamer stemt in met Wet Inburgering in het Buitenland 22 december 2005
Het behalen van het inburgeringsexamen in het land van herkomst wordt verplicht voor het verkrijgen van een machtiging tot voorlopig verblijf die nodig is voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd. Deze nieuwe voorwaarde (toelatingsvereiste) houdt in dat personen voordat ze naar Nederland komen basiskennis moeten hebben van de Nederlandse taal en de Nederlandse samenleving. Deze verplichting is het gevolg van het wetsvoorstel van minister Verdonk voor Vreemdelingenzaken en Integratie waarmee de Eerste Kamer gisteren in grote meerderheid heeft ingestemd.

Van vreemdelingen die er vrijwillig voor kiezen zich voor lange tijd in Nederland te vestigen mag verwacht worden zij zich in het buitenland voorbereiden op hun komst naar Nederland. Omdat integratie in de Nederlandse samenleving een langdurig proces is, is het belangrijk dat nieuwkomers voor hun komst naar Nederland de Nederlandse taal op een basisniveau beheersen en kennis hebben genomen van de samenleving waarin ze terecht komen. Daardoor zal het integratieproces na aankomst in Nederland beter verlopen. Door de Wet Inburgering in het Buitenland (WIB) wordt van naar Nederland komende personen verwacht dat zij basiskennis hebben van de Nederlandse taal en samenleving. Dit geldt voor personen die voor hun komst naar Nederland in het bezit moeten zijn van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) en na hun komst in Nederland als nieuwkomer volgens de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) inburgeringsplichtig zijn.

Het inburgeringsexamen bestaat uit twee onderdelen: het eerste onderdeel toetst de mondelinge taalvaardigheid van de kandidaat in het Nederlands. Bij de Nederlandse taaltoets zullen alleen de luister- en spreekvaardigheid op een beperkt taalvaardigheidsniveau worden getoetst. De regering heeft hierbij het advies van de Commissie Franssen overgenomen. Bij de toetsing van de kennis van de Nederlandse samenleving gaat het om kennis over onder meer geografie, geschiedenis en staatsinrichting.

Met deze wet wordt uitvoering gegeven aan het Hoofdlijnenakkoord van het kabinet. Daarin staat dat Wie zich duurzaam wil vestigen in ons land moet actief aan de samenleving deelnemen en zich de Nederlandse taal eigen maken, zich bewust zijn van de Nederlandse waarden, en de normen naleven. Iedere nieuwkomer die op basis van vrijwilligheid naar ons land komt en valt onder de doelgroepen van de Wet inburgering nieuwkomers, moet eerst in eigen land Nederlands op basisniveau leren als voorwaarde voor toelating.

De Tweede Kamer zal in januari nog spreken over de wijze waarop de toetsen worden toegepast. Naar verwachting zal de WIB in het eerste kwartaal van 2006 officieel in werking treden.