European Union



IP/05/1681

Brussel, 21 december 2005

Concentraties: Commissie keurt overname van het Duitse slachtconcern Südfleisch door het Nederlandse concern Sovion goed

De Europese Commissie heeft haar goedkeuring gehecht aan de voorgenomen overname van het Duitse slachtconcern Südfleisch door het in Nederland gevestigde concern Sovion. Beide ondernemingen zijn actief op de markt voor het slachten van varkens en runderen en de verkoop van vlees. De fusie zal hoofdzakelijk van invloed zijn op de slachtmarkt in de zuidelijke regio van Duitsland. De Commissie is tot de conclusie gekomen dat de transactie de daadwerkelijke concurrentie op de slachtmarkt in de zuidelijke regio van Duitsland of op welke andere markt ook waarop de partijen actief zijn, niet in aanzienlijke mate zou belemmeren.

Sovion is via een groot aantal dochterondernemingen (zoals Dumeco, Moksel, NFZ, HMG, Sobel, Rendac) actief in een groot aantal sectoren, met name die van het slachten van varkens en runderen, de verwerking, productie en verkoop van vleesproducten en de verwerking van slachtbijproducten, alsmede de verkoop van op basis van slachtbijproducten vervaardigde producten (zoals gelatine). Sovion is hoofdzakelijk actief in Nederland, Duitsland en België.

Südfleisch is actief op de markt voor het slachten van varkens en runderen en voor de verwerking, productie en verkoop van vleesproducten. Het belangrijkste geografische gebied dat door Südfleisch wordt bestreken, is het zuiden van Duitsland.

De concentratie betreft het slachten van varkens en runderen, de verkoop van vers vlees, verwerkt vlees en kant-en-klare producten en de verwerking en verwijdering van slachtbijproducten in Duitsland. De gevolgen van de concentratie buiten Duitsland zijn slechts marginaal.

De Commissie heeft haar onderzoek hoofdzakelijk gericht op de markt voor het slachten van varkens en runderen, met name in Beieren. De Commissie heeft onderzocht of de nieuwe onderneming na de concentratie als een belangrijke afnemer meer macht zou hebben om de prijs te drukken die wordt betaald aan boeren die varkens aan slachthuizen leveren, waardoor zij kleine boeren van de markt zou verdringen en ten slotte de productie ten nadele van de consument zou inkrimpen. Daartoe heeft de Commissie onderzocht in hoeverre boeren en andere leveranciers van varkens en runderen deze dieren aan andere slachthuizen in het zuiden van Duitsland en in Oostenrijk kunnen leveren. De Commissie kwam tot de vaststelling dat er bij concurrerende slachthuizen in het zuiden van Duitsland voldoende reservecapaciteit beschikbaar is en dat slachthuizen in aangrenzende delen van Oostenrijk als alternatief kunnen dienen voor varkens- en rundveehouders in het zuiden van Duitsland.

De Commissie is bijgevolg van mening dat de marktpositie van de gefuseerde onderneming het haar niet mogelijk zal maken de aan varkens- en rundveehouders in het zuiden van Duitsland betaalde aankoopprijzen te bepalen of te drukken.

De Commissie is tot de vaststelling gekomen dat de nieuwe onderneming op de markt voor de verkoop van vlees aan verschillende categorieën van afnemers (supermarkten, industriële verwerkers enz.) het hoofd zal moeten bieden aan een daadwerkelijke concurrentie van een reeks concurrerende slachtondernemingen die actief zijn op nationaal, regionaal en Europees niveau. Bovendien beschikken de grote supermarktketens in Duitsland over een voldoende aanzienlijke afnemersmacht om de gefuseerde onderneming aan banden te leggen.