Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Spreekpunten voor het in ontvangst nemen Onderzoek Ongevallen en Rampenbestrijding Westerschelde in Den Haag

(Alleen de uitgesproken tekst geldt)


* Ik ben blij met dit rapport. Rapport biedt goede basis voor discussie wat we van elkaar verwachten en wat we voor elkaar kunnen betekenen.

* Westerschelde staat dezer dagen in brandpunt belangstelling. In ieder geval in mijn agenda. Gisteren Algemeen Overleg in de Kamer over Schelde-estuarium, vandaag heb ik samen met mijn Vlaamse collega en mijn staatssecretaris maar liefst vier verdragen gesloten over de Westerschelde. En nu dit onderzoeksrapport. Dat kan bijna geen toeval meer zijn.

* Met uw welnemen wil ik eerst kort iets zeggen over de verdragen die we vandaag hebben afgesloten. Want vanmorgen was tenslotte een mooi historisch moment. Behalve een vlotte doorvaart van schepen en het waarborgen van de natuur en bescherming tegen overstromingen, is veiligheid voor mens, flora en fauna een centraal uitgangspunt in de verdragen. In één van de vier verdragen regelen we namelijk het Gemeenschappelijk Nautisch Beheer. Door een intensieve samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland werken wij nu al hard aan een veiliger Westerschelde. Maar het kan altijd beter. En daar gaat dit verdrag voor zorgen. Daar ben ik van overtuigd. Ik ben dan ook benieuwd naar het integrale veiligheidsplan waar de permanente Commissie Toezicht mee naar buiten komt.

* Veiligheid staat ook centraal in rapport dat u vandaag presenteert. Ik wil twee voorbeelden noemen uit het rapport waarin VenW een belangrijke rol speelt.

* Ten eerste de Westerschelde en de aansluitende hoofdtransportassen. Net als voor wegen zet ik mij vanzelfsprekend ook voor 200 procent in voor veiligheid op onze waterwegen. Dat ziet u bijvoorbeeld terug in het programma nautische veiligheid Westerschelde en in het verdrag met Vlaanderen waar ik net al aan refereerde.

* Nautisch beheer en veiligheid zijn in feite onze kerntaken. Voor rampenbestrijding bent u verantwoordelijk. Ik ben ook enigszins verrast dat in het onderzoeksrapport staat te lezen dat u vindt dat u redelijkerwijs niet verantwoordelijk kunt worden gehouden voor de bestrijding van rampen op het water. Graag hoor ik daar straks meer over. Helderheid over verantwoordelijkheden is onmisbaar.

* Uw verantwoordelijkheid nemen betekent niet dat we u laten zwemmen. We moeten optimaal samenwerken. Rijkswaterstaat voert taken op het water uit. Als dat op een of andere manier tot synergie kan leiden, dan moeten we dat gewoon doen.
* Laatste tijd is er nogal wat te doen geweest over het tijdig beschikbaar hebben van gegevens over gevaarlijke lading aan boord van schepen. Dat probleem moet zonder meer snel de wereld uitgeholpen worden. Ook over de wenselijkheid en de mogelijkheden om schepen te verplichten bepaalde acties te ondernemen mogen geen misverstanden blijven bestaan.

* In het rapport stelt u voor om Rijkswaterstaat een grotere rol te laten spelen bij de rampenbestrijding. In concreto betekent dat dat we het Scheldecoördinatiecentrum meer gaan benutten. Dit voorstel is voor mij bespreekbaar. Voorwaarden is dat de kerntaken van Rijkswaterstaat er niet onder leiden. We moeten de voorstellen in goed overleg gaan uitwerken. Ik heb begrepen dat collega Remkes daar al wat voor voorbereid heeft. Ik zal daar van mijn kant in ieder geval volledige medewerking aan geven.
* Ik investeer in meer veiligheid op het water. Van uw kant verwacht ik dat ook, door bijvoorbeeld het opstellen van een bestuurlijk convenant, goede afspraken over communicatie en het delen van informatie.

* Mijn tweede punt: vervoer van gevaarlijke stoffen onder andere over de Schelde-Rijn verbinding. Een aantal burgemeesters en de Commissaris van de Koningin van Zeeland en van Noord-Brabant hebben mij een brandbrief geschreven. Zij hebben zorgen over ladinginformatie. Omdat Europese regels gaan vervallen, behoeven binnenschepen geen ladingpapieren voor alle lading meer te hebben.

* Ik wil daar het volgende op zeggen. Allereerst vind ik het belangrijk dat de gegevens van gevaarlijke lading bekend zijn. De Europese verordening uit 1963 had tot doel het signaleren van prijsdiscriminatie in de tarieven bij het vervoer per binnenschip. Deze wet is niet het instrument dat ik wil gebruiken voor gevaarlijke stoffen. Ik ben ook niet van plan om een andere regeling te maken die voor alle lading documenten voorschrijft. Dat heeft volgens mij weinig meerwaarde voor het doel dat ik voor ogen heb, namelijk meer veiligheid op het water. Geen nieuwe regels als andere regels volstaan. De wetgeving voor het vervoer van gevaarlijke stoffen per binnenvaartschip - in jargon het ADNR
- verplicht de schipper namelijk tot het hebben van ladingdocumenten bij het vervoer van gevaarlijke stoffen. Een schip met gevaarlijke lading moet zich bovendien melden bij de eerste Nederlandse sluis of verkeerspost met opgaaf van de gevaarlijke stoffen. Deze gegevens `reizen mee' vervolgens mee met het schip.

* Desalniettemin neem ik uw signaal en dat van de politie dat dit systeem slecht handhaafbaar is, zeer serieus. Ik wil dan ook in 2006 een gezamenlijke actie uitvoeren die de huidige wetgeving tegen het licht houdt. Als de handhaafbaarheid slecht is, moet dat uit deze actie blijken. En dan moeten we eventueel met verbeteringsvoorstellen komen. Als u dat ook een goed idee vindt, dan zal de Inspectie voor Verkeer en Waterstaat een overleg starten met de politie en andere partijen.

* Nogmaals dank voor dit rapport: een goed handvat waarmee we een concrete en heldere discussie kunnen voeren over ongevallen en rampenbestrijding op de Westerschelde.

Dank u wel.