European Union



IP/05/1656

Brussel, 21 december 2005

Concurrentie: Commissie legt vier ondernemingen een geldboete op van 75,86 miljoen EUR voor kartel in rubber chemicaliën

De Europese Commissie heeft vier ondernemingen een boete van 75,86 miljoen EUR opgelegd wegens hun deelname aan een kartel op de markt voor rubber chemicaliën. Daarmee hadden zij duidelijk de regels van het EG-Verdrag overtreden die kartels en andere concurrentiebeperkende praktijken verbieden (artikel 81). Flexsys, Bayer en Crompton (nu Chemtura) (met inbegrip van Crompton Europe en Uniroyal Chemical Company) maakten ten minste vanaf 1996 tot 2001 afspraken over gegevensuitwisseling inzake prijzen en/of prijsverhogingen van bepaalde rubber chemicaliën (antioxidanten, antiozonanten en primaire versnellers) op de EER- en wereldwijde markten. General Quimica was in 1999 en 2000 bij deze afspraken betrokken. Rubber chemicaliën zijn synthetische of organische chemicaliën die de productie en de kenmerken van rubberproducten verbeteren. Zij bieden vele toepassingsmogelijkheden en worden vooral gebruikt bij de productie van banden voor wagens en andere voertuigen. In 2001 werd de EER- marktwaarde geraamd op ongeveer 200 miljoen EUR en de mondiale marktwaarde op 1,5 miljard EUR. Het niveau van de geldboeten weerspiegelt de vastberadenheid van de Commissie om ondernemingen die kartelovereenkomsten sluiten, hard aan te pakken. Dit is de vijfde beschikking die de Commissie in 2005 ten aanzien van hardcore kartels heeft gegeven.

"Kartels zijn een plaag. Ik zal erop toezien dat kartels ook in de toekomst worden opgespoord, vervolgd en bestraft," verklaarde Commissaris voor Concurrentie Neelie Kroes. "Met deze laatste beschikking geef ik raden van bestuur duidelijk te verstaan dat kartels niet zullen worden geduld en maak ik aandeelhouders duidelijk dat zij zorgvuldig moeten toezien op welke wijze hun ondernemingen worden geleid."

Het onderzoek in de sector van de rubber chemicaliën werd ingeleid nadat Flexsys in april 2002 een verzoek om voorwaardelijke immuniteit voor geldboeten had ingediend. Vervolgens voerde de Commissie in september 2002 inspecties uit in de bedrijfslokalen van Bayer, Crompton Europe en General Quimica. Op respectievelijk 8 oktober 2002, 24 oktober 2002 en 7 juni 2004 verzochten Crompton (nu Chemtura), Bayer en General Quimica om clementie. Hoewel er een reeks aanwijzingen zijn dat al in de jaren zeventig - minstens occasioneel - heimelijke regelingen in de sector van rubber chemicaliën plaatsvonden, heeft de Commissie slechts voldoende harde en overtuigende bewijzen van het bestaan van het kartel gevonden voor de periode 1996 - 2001.

Expliciete verklaringen

De kern van deze inbreuk wordt weergegeven in de beschrijving die door een van de deelnemers werd gemaakt: "ten minste vanaf medio jaren negentig vonden er vóór, tijdens en na elke prijsverhoging voor rubber chemicaliën contacten plaats tussen de concurrenten of was er minstens een poging om een dergelijk contact tot stand te brengen."

De prijsverhoging van 1998 werd door een personeelslid van dezelfde onderneming omschreven als "de best georganiseerde heimelijke 'overeenkomst' die hij ooit had afgesloten".

Geldboeten

Voor de Commissie ging het hier om een zeer zware inbreuk. Bij het bepalen van het bedrag van de geldboeten hield de Commissie rekening met de omvang van de markt in de landen waar het kartel opereerde, de duur van het kartel en het relatieve gewicht van de betrokken ondernemingen en hun wereldwijde dimensie.

Overeenkomstig de clementieregeling (zie IP/02/247 en MEMO/02/23) werd de samenwerking beloond waartoe sommige ondernemingen bereid waren en die nuttige gegevens opleverde om de inbreuk aan het licht te brengen. Zoals aangegeven, kreeg Flexsys volledige immuniteit en werden de geldboeten van andere ondernemingen verlaagd in ruil voor de informatie die zij hebben verstrekt.

Hoewel Repsol YPF SA en Repsol Quimica SA zelf niet aan de desbetreffende regelingen hebben deelgenomen, worden zij evenwel verantwoordelijk gehouden voor de gedraging van hun volledige dochteronderneming General Quimica.

Schadeclaims

Elke persoon of onderneming die van concurrentiebeperkende praktijken zoals in deze zaak te lijden heeft, kan de zaak voor de rechterlijke instanties van de lidstaten aanhangig maken en een schadevordering instellen, waarbij gegevens van de bekendgemaakte beschikking kunnen worden gebruikt als bewijs dat de gedragingen plaatsvonden en onwettig waren. Hoewel de Commissie aan de betrokken ondernemingen een geldboete heeft opgelegd, kunnen toch schadevergoedingen worden toegekend zonder dat deze hoeven te worden verlaagd omdat de Commissie al een geldboete heeft opgelegd. Onlangs is een groenboek over private handhaving gepubliceerd (zie IP/05/1634 en MEMO/05/489).

Voor meer gegevens met betrekking tot de maatregelen van de Commissie ten aanzien van kartels, zie MEMO/O5/493.

Door de Commissie opgelegde geldboeten en toegekende kortingen

Naam
Kortingen geldboeten
%
Geldboete
(miljoen EUR)
(*) de overeenkomstige rechtspersonen kunnen hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de volledige opgelegde geldboete of een deel ervan
1.
Flexsys NV
100
0

2.
Bayer AG
20
58,88

3.
Crompton Europe Ltd. +Crompton Manufacturing Company, Inc. (vroeger Uniroyal Chemical Company, Inc.) + Chemtura Corporation (vroeger Crompton Corporation)*
50
13,60

4.
General Quimica SA+ Repsol QuimicaSA + Repsol YPF SA* 10
3,38

TOTAAL

75,86