PERSBERICHT GEZAMENLIJKE ONDERWIJSORGANISATIES
`Complete invoering van lumpsum in primair onderwijs in 2006 onhaalbaar'
Onderwijsbond CNV: Geef een deel van de scholen meer tijd
De Onderwijsbond CNV wil invoering van lumpsum in fases. De beoogde
datum van 1 augustus 2006 is volgens de bond onhaalbaar. Het is
onmogelijk om de nieuwe bekostiging van het primair onderwijs, de
lumpsum, in een keer op alle scholen in te voeren. Scholen die klaar
zijn voor lumpsum op 1 augustus 2006 kunnen daar dan toe overgaan,
maar scholen die (nog) niet klaar zijn verdienen een extra jaar om
zich voor te bereiden.
De Onderwijsbond CNV wil de invoering van de lumpsum níet stopzetten
of volledig uitstellen. Marleen Barth, voorzitter van de Onderwijsbond
CNV, vindt dat `geen realistisch alternatief. Wij zijn niet tegen
lumpsum en bovendien is het niet acceptabel als alle inspanningen op
weg naar lumpsum voor niets zouden geweest. Uitstel zal tot frustratie
leiden bij die scholen die er wél klaar voor zijn. Maar groen licht op
1 augustus 2006 voor álle scholen is evenmin realistisch, en zal ook
tot problemen leiden. Dat heeft grote gevolgen voor de kwaliteit van
het onderwijs.'
Lumpsum betekent dat de overheid bestedingsvrijheid geeft aan scholen.
Met lumpsum krijgen schoolbesturen één totaalbedrag voor personele en
materiële uitgaven en mogen ze zelf uitmaken hoe ze dat besteden.
De Onderwijsbond CNV constateert dat bij de invoering van deze nieuwe
systematiek de nodige vooruitgang is geboekt. Maar er bestaat ook nog
veel reden tot zorg. Schoolbesturen zijn onvoldoende voorbereid op de
invoering van lumpsum, omdat zij bij invoering op achterstallig
onderhoud zijn gestuit. Zo is er sprake van achterblijvende
professionalisering van management en onvolwaardige medezeggenschap.
Een deel van de schoolbesturen zal ook pas doordrongen raken van de
ernst van de situatie op het moment van invoering zelf, of zelfs nog
later. Het is twijfelachtig of deze groep van besturen straks
voldoende bestuurlijke kwaliteiten in huis heeft om de noodzakelijke
inhaalslag te maken.
Daarnaast zijn veel administratiekantoren nog verre van lumpsumproof.
Zo blijkt dat de kantoren onvoldoende in staat blijken
managementinformatie tijdig aan te leveren en beleidsmatig financieel
mee te denken met de scholen. Ten slotte zijn de (gemeenschappelijke)
medezeggenschapsraden (GMR'en) ronduit slecht voorbereid op de
operatie, en daardoor niet in staat om als een volwaardige en
krachtige partner van besturen op te treden. Dat zal ook met
intensieve begeleiding niet binnen een half jaar zijn opgelost.
In een brief aan de Tweede Kamer bepleit de Onderwijsbond CNV een
extra voorbereidingsjaar waarin scholen intensief en niet-vrijblijvend
worden begeleid en ondersteund. De schoolbesturen die er klaar voor
zijn, zouden dit schriftelijk moeten verklaren waarbij ook de (G)MR
deze verklaring moet ondersteunen. De Onderwijsbond CNV is zich bewust
van de praktische problemen die zouden kunnen ontstaan door te gaan
werken met verschillende invoeringsdata. De bond neemt deze echter
graag voor lief vergeleken met het alternatief waarbij scholen
slachtoffer zouden worden van overhaaste invoering. `Het is een
kwestie van politieke wil om oplossingen te vinden voor deze gevolgen,
bijvoorbeeld in de vorm van een overgangsregeling', aldus Marleen
Barth.
Nadere informatie: Kees van Kortenhof, 06 53 20 47 36 of 079 320 2040.