MIN SZW: Belangrijkste maatregelen Sociale Zaken 2006

Ministerie szw

http://www.minszw.nl

Nr. 2005/221
22 december 2005

Belangrijkste maatregelen per 1 januari 2006 op het terrein van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Koopkracht
In totaal is er in 2006 3,5 miljard euro beschikbaar voor verbetering van de koopkracht. Wat mensen er precies van merken in hun portemonnee, is afhankelijk van hun individuele situatie. De meeste mensen gaan er volgend jaar op vooruit, vooral gezinnen met kinderen. De koppeling tussen lonen en uitkeringen wordt hersteld. Dit betekent dat economische groei en loonstijging leiden tot hogere uitkeringen. Ook komt er een einde aan de bevriezing van de lonen in de collectieve sector. Hierdoor kunnen deze lonen weer meegroeien met de loonontwikkeling in de marktsector.

Het kabinet voert onder andere een zorgtoeslag in om de inkomensgevolgen van de nieuwe Zorgverzekeringswet te compenseren. Mensen met een Wajong-uitkering onder de 23 jaar krijgen hiervoor een extra (zorg)toeslag. Kinderen zijn gratis meeverzekerd. Een aantal belastingvoordelen wordt verhoogd zoals onder andere de kinderkorting voor mensen met kinderen, en er is meer geld uitgetrokken voor kinderopvang. Het lesgeld voor 16- en 17-jarigen is afgeschaft. Verder wordt het gebruikersgedeelte bij de onroerendzaakbelasting (OZB) afgeschaft. De belastingaftrek voor extra uitgaven van chronisch zieken wordt verruimd. Mensen vinden deze laatste maatregelen niet terug op het loonstrookje.

Loonstrookjes
Het loonstrookje verandert. Er komen posten bij en er gaan posten af. Het loonstrookje kan gunstig uitvallen door stijging van het loon, door de verlaging van de eerste (-0,25) en tweede belastingschijf (-0,5) en door de verlaging van de WW-premie (-0,65). De algemene heffingskorting wordt verhoogd met 96 euro, de arbeidskorting met 68 euro. Ook neemt het belastingvoordeel voor alleenstaande ouderen toe. Verder wordt er geen ziekenfondspremie meer ingehouden. Hierdoor staat er een hoger netto bedrag op het loonstrookje.

Het loonstrookje kan echter ook lager uitvallen doordat belasting wordt ingehouden over de inkomensafhankelijke bijdrage van de werkgever voor de ziektekosten en doordat de huidige tegemoetkoming van de werkgever voor ziektekosten (als die gegeven werd) kan verdwijnen. De bijtelling voor het privé-gebruik van de auto van de zaak loopt voortaan via de loonbelasting. Ook deelname aan de levensloopregeling leidt tot een lager bedrag doordat van het brutoloon wordt gespaard. Hierdoor staat er een lager netto bedrag op het loonstrookje.

Kinderopvang
Door een extra investering van 200 miljoen euro wil het kabinet de kinderopvang voor de midden- en hogere inkomens goedkoper maken. Van dit bedrag gaat 165 miljoen naar de ouders via verhoging van de rijksbijdrage en door de verdere ontwikkeling van de voor- en naschoolse opvang. De kosten voor tweeverdieners die samen twee keer modaal verdienen en die twee kinderen twee dagen per week in de opvang hebben, dalen volgend jaar met 1200 euro. Voor tweeverdieners met samen anderhalf keer modaal is dat 800 euro en voor tweeverdieners met samen modaal 260 euro. De rest van de 200 miljoen (35 miljoen) is gereserveerd om de overblijf verder te professionaliseren en de kwaliteit van de kinderopvang te verbeteren.

WIA: nieuw arbeidsongeschiktheidsstelsel
Per 1 januari gaat de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) in, het nieuwe arbeidsongeschiktheidsstelsel dat gericht is op werk. De nadruk ligt niet langer op wat iemand niet meer kan, maar op wat iemand nog wel kan. Alleen mensen die echt niet meer kunnen werken krijgen een volledige uitkering. Mensen die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn, krijgen hulp bij het vinden van werk. Als ze gedeeltelijk weer aan het werk gaan, krijgen ze een aanvulling op het loon. Werken met loonaanvulling levert altijd meer op dan niet werken met een uitkering. De WIA geldt niet voor mensen die voor 1 januari 2006 al een WAO-uitkering hebben.
Werkgevers worden gestimuleerd om gedeeltelijk arbeidsgeschikten in dienst te nemen doordat ze bij ziekte van de werknemer niet verplicht zijn het loon door te betalen. Met de invoering van de WIA wordt de Wet reïntegratie arbeidsgehandicapten (REA) ingetrokken. Voorzieningen voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten worden voortaan verstrekt op grond van de WIA. Dat geldt ook voor mensen die al gebruik maakten van zo'n voorziening.

VUT- en prepensioen
De subsidiëring van VUT- en prepensioenregelingen via de belastingen stopt voor mensen die op 1 januari 2005 jonger waren dan 55 jaar. Hiermee wil het kabinet mensen stimuleren om langer door te werken.

Levensloop
Komend jaar mogen alle werknemers belastingvriendelijk sparen voor verlof. Jaarlijks mag 12 procent van het bruto inkomen opzij gelegd worden tot een maximum van ruim twee jaarsalarissen. Ook ATV- en vakantiedagen mogen (deels) worden gespaard. Bij opname van het levenslooptegoed krijgen werknemers recht op een extra belastingkorting van 183 euro per jaar dat is gespaard. Bij gebruik van de levensloopregeling en opname van ouderschapsverlof geldt een extra ouderschapsverlofkorting. Dit is een belastingkorting van 632 euro per maand bij voltijds ouderschapsverlof.

Er kan niet tegelijkertijd worden meegedaan aan de spaarloon- en levensloopregeling. Jaarlijks moet een werknemer kiezen. Als nu voor 2006 is gekozen voor spaarloon, dan bestaat tot 1 juli de mogelijkheid om de keuze te veranderen naar levensloopsparen. De stortingen in de spaarloonregeling moeten dan ook vóór 1 juli 2006 door de bank worden teruggestort naar de werkgever. De werkgever moet vervolgens deze bedragen als loon uitbetalen.

Walvis/SUB
Werkgevers kunnen in 2006 voor de afdracht van belastingen en premies terecht bij één loket: de Belastingdienst. Nu moeten werkgevers belasting afdragen aan de Belastingdienst en premies aan het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Al sinds 1 januari 2005 bestaat er één loondefinitie voor de berekening van premies en belastingen.

Uitkering in het buitenland
Vanaf 1 januari 2006 worden er geen uitkeringen meer overgemaakt naar uitkeringsgerechtigden die wonen in een land waarmee Nederland geen verdrag heeft gesloten voor een goede controle op het verstrekken van uitkeringen. Er zijn in de praktijk nauwelijks Nederlanders die daar last van hebben, want bijna alle uitkeringsgerechtigden buiten ons land vallen onder zo'n verdrag. Nederland heeft met tal van landen, van Australië tot Zuid-Afrika, verdragen gesloten om te voorkomen dat er misbruik wordt gemaakt van Nederlandse uitkeringen. Het gaat daarbij om uitkeringen AOW, WAO, WAZ, Anw, ziektewet en kinderbijslag. Wie verhuist naar een land waarmee Nederland geen verdrag heeft, verspeelt daarmee het recht op een uitkering. Dat is zo geregeld in de Wet beperking export uitkeringen.

Er zijn enkele uitzonderingen op deze regels:

- AOW'ers die wonen in een land waarmee Nederland geen verdrag heeft, verliezen niet het volledige recht op hun uitkering.

- AOW'ers, arbeidsongeschikten en mensen met een nabestaandenuitkering die al vóór 1 januari 2000 buiten Nederland woonden, en al recht op een uitkering hadden, houden recht op hun uitkering. Het gaat hierbij om een uitzonderingsregeling voor ongeveer driehonderd mensen.

- De wet maakt een uitzondering voor diplomaten, ontwikkelingswerkers en andere Nederlanders die in het buitenland werk verrichten in het algemeen belang. Zij houden al hun rechten.

- Dat laatste geldt ook voor uitkeringsgerechtigden die op de Nederlandse Antillen of Aruba wonen.