Ministerie van Buitenlandse Zaken

Kamerbrief inzake Legalisatie- en verificatiebeleid van buitenlandse brondocumenten - bijlage

Legalisatie en verificatie
Beleid ten aanzien van brondocumenten uit het buitenland ten behoeve van gebruik van bevoegde Nederlandse instanties | |

|                                                                |
|                                                                |
Inhoudsopgave Pagina


1 Samenvatting 3


2 Terugblik op het oude beleid 3


3 De uitgangspunten voor het nieuwe beleid 5


4 Beleid in andere lidstaten van de Europese Unie 8


5 Evaluatie van de beleidsuitvoering over twee jaar 9


6 Conclusies 9

I Bijlage 10

Samenvatting

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS) deed op 8 september 2004 uitspraak in twee zaken die de minister van Buitenlandse Zaken noopte af te zien van standaardverificatie van brondocumenten in zogenoemde probleemlanden, die ter legalisatie werden aangeboden. Verificatie van documenten uit deze landen vindt sedertdien plaats in individuele gevallen op gemotiveerd verzoek daartoe van de beslissende instanties. Ter facilitering van de besluitvorming door de tot oordelen bevoegde instanties in Nederland winnen de Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland bij legalisatie van buitenlandse brondocumenten voortaan aanvullende informatie in en leiden die door naar de instanties in Nederland. Voorts zal worden nagegaan of het zinvol is in het kader van het voornemen te komen tot een Akte van Staat, het opmaken van een Akte van Staat als oplossing voor in "bewijsnood" verkerende vreemdelingen die een regulier verzoek om toelating hebben gedaan, toe te voegen. Tenslotte zullen legalisatie en verificatie in consulair overleg binnen de Europese Unie aan de orde worden gesteld alsmede in het kader van de Raad van Europa. Het nieuwe beleid is gericht op de beoordeling van in beginsel alle buitenlandse brondocumenten.

Hieronder volgen een terugblik op het oude beleid en op basis van analyse van de uitspraak van de ABRS een schets van het nieuwe beleid.

Terugblik op het oude beleid

Met de Aanwijzing van de minister van Buitenlandse Zaken werd met ingang van 1 april 1996 het zogenoemde probleemlandenbeleid ingesteld. Dit beleid, dat nadrukkelijk als "pilot" gold, hield in dat de inhoud van elk brondocument , dat ter legalisatie werd aangeboden bij de Nederlandse vertegenwoordigingen in de Dominicaanse Republiek, Ghana, India, Nigeria en Pakistan, standaard werd geverifieerd en dat een dergelijk document slechts werd gelegaliseerd indien voldoende bevestiging was verkregen van de juistheid van de in het document vermelde gegevens. Zonder voldoende bevestiging werd de legalisatie met een beschikking geweigerd ook al voldeed het document aan de formele vereisten voor legalisatie (bevoegde instantie, juiste handtekening en zegel). Dit beleid is beschreven in het zogenoemde Beoordelingskader .

Het effect van dat beleid was dat een in een van genoemde vijf landen geboren persoon wiens document voor legalisatie werd geweigerd, vervolgens niet kon voldoen aan de in procedures bij Nederlandse instanties - onder meer de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het ministerie van Justitie (IND), de uitvoeringsinstanties op het terrein van de sociale zekerheid de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en de Uitvoeringsinstantie Werknemersverzekeringen (UWV), alsmede de gemeenten - gestelde eis zijn personalia te staven door het overleggen van bijvoorbeeld een gelegaliseerde geboorteakte, huwelijksakte of ongehuwdverklaring. Daardoor verkreeg deze persoon geen kinderbijslag of ondervond hij moeilijkheden bij het inschrijven c.q. wijzigen van zijn persoonsgegevens in de gemeentelijke basisadministratie; dit terwijl het veelvuldig voorkwam dat het document zelf wel aan de voorwaarden van legalisatie op zich voldeed en de weigering alleen gestoeld was op het feit dat betrokkene gerezen twijfel over de inhoud van het document niet kon wegnemen. Een neveneffect van het "probleemlandenbeleid" was, dat het ministerie van Buitenlandse Zaken de instantie werd die de beslissing nam over de bewijskracht die binnen de Nederlandse rechtsorde kon worden toegekend aan documenten uit deze vijf landen. In een uitspraak van 18 februari 1999 bevestigde de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State deze verantwoordelijkheid van het ministerie van Buitenlandse Zaken (gepubliceerd in onder meer AB 1999, nr. 143). In de uitspraak van diezelfde Afdeling van 8 september 2004 (zie onder meer JV 2004, nr. 384) werd gesteld dat legalisatie en verificatie geen appellabele beslissingen zijn, maar slechts informatie geven ten behoeve van de uiteindelijke beslissing omtrent de aangevraagde voorziening.

Aanleiding voor de invoering in 1996 van de standaardverificatie bij legalisatie vormden aanwijzingen dat uit een groot aantal landen ongeldige, valse of vervalste akten werden aangeboden. De vijf genoemde landen werden als "pilot" gekozen, omdat van die landen werd verondersteld dat zij de hoogste percentages vervalste documenten kenden (35 - 50% werd genoemd). De verificatie van de inhoud hield in dat de posten in de vijf landen zochten naar bevestiging van de feiten. Pas als die feiten, zonder tegenindicatie, door onafhankelijke bronnen werden bevestigd volgde legalisatie. Er hoefde geen fraude te worden aangetoond, het ontbreken van voldoende bevestiging, of de aanwezigheid van contra-indicaties, was genoeg voor een legalisatieweigering.

Het onderzoek naar de feiten ging als volgt in zijn werk. De aanvrager bood zijn te legaliseren document aan, samen met een ingevulde, zeer uitgebreide vragenlijst. Hij diende daarbij tevens zoveel mogelijk ondersteunende documenten aan te leveren (schooldiploma, familiefoto's, e.d.). De ambassadestaf onderwierp de stukken aan een eerste controle en interviewde de indiener vervolgens. Aan de hand van de aldus verzamelde gegevens stelde de ambassadestaf een instructie op ten behoeve van de vertrouwenspersoon, die het eigenlijke onderzoek op locatie diende uit te voeren. Dat onderzoek hield in: een onderzoek in het register waarop het document was gebaseerd - voorzover de lokale autoriteiten bereid waren daarin inzage te verlenen -, een onderzoek naar bevestiging van de feiten via onderzoek aan de hand van de ondersteunende documenten in school- of kerkadministraties en een sociaal onderzoek dat bestond uit interviews met personen uit de omgeving van betrokkene. Slechts indien uit het rapport van de vertrouwenspersoon bleek dat de in het ter legalisatie aangeboden document vermelde feiten door onafhankelijke, objectieve bronnen werden bevestigd en ook niet werden tegengesproken in het sociale onderzoek, volgde legalisatie. In het ontkennende geval werd de legalisatie door middel van een beschikking van de ambassade geweigerd. Betrokkene kon hiertegen bezwaar aantekenen.

Hoe werkte het beleid uit? Ongeveer eenderde van de legalisatieverzoeken werd geweigerd omdat de juistheid van de inhoud van een ter legalisatie aangeboden document niet door onafhankelijke bronnen werd bevestigd. Veelal bleek het te gaan om situaties waarin er geen registers (meer) waren bij de door de betrokkene bezochte scholen of kerken. Dan volgde op grond van het beleid een legalisatieweigering. Zelden kon via dit beleid fraude worden aangetoond. Van belang is vast te stellen dat nimmer bevestiging werd gekregen van de juistheid van de hoge fraudepercentages die ooit werden aangevoerd als grondslag voor het beleid voor deze vijf landen.

De uitgangspunten voor het nieuwe beleid

Zowel in de uitspraken van de ABRS (september 2004) alsook in het advies van de Advies Commissie Vreemdelingen Zaken (december 2002) wordt legalisatie bevestigd als een formele handeling die uitsluitend strekt tot bevestiging van de formele echtheid van een document en niet tot het bieden van uitsluitsel over de juistheid van de inhoud daarvan. De uitspraak van de ABRS impliceert dat het ministerie van Buitenlandse Zaken tot legalisatie dient over te gaan indien aan de vereisten van legalisatie "in enge zin" wordt voldaan, los van de juistheid van de inhoud van een ter legalisatie voorgelegd document. Dit is ook de strekking van de brief d.d. 24 september 2004 van de minister van Buitenlandse Zaken aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Vergaderjaar 2004-2005, 29 831 Nr. 1). Het uitgangspunt is dat legalisatie en verificatie "een ondersteunende rol vervullen ten behoeve van de oordeels- en besluitvorming" door de instanties die in de zogenoemde achterliggende procedures bevoegd zijn.

Dat behoeft nog niet te betekenen dat de ABRS met haar uitspraak een streep zou hebben gezet door elke vorm van "probleemlandenbeleid". Het is nog steeds denkbaar dat een beleid wordt gevoerd waarbij op voorhand wordt getwijfeld aan de inhoud van elk document afkomstig uit een bepaald land. Elk document kan dan op verzoek van de desbetreffende instantie aan de Nederlandse ambassade in het land van herkomst standaard worden geverifieerd. Een dergelijk beleid zou dan wel gegrondvest moeten zijn op voldoende informatie van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Daarbij valt te denken aan een situatie waarin het merendeel van de documenten uit het desbetreffende land onjuiste informatie bevat, of dat bijvoorbeeld bij een zeer hoog percentage van de stukken uit dat land de daarin opgenomen informatie niet wordt bevestigd door een objectieve bron. In dat geval kan het ministerie van Buitenlandse Zaken een onderzoek uitvoeren en de resultaten daarvan in een specifiek op deze problematiek gericht ambtsbericht neerleggen. Aan de hand van dat ambtsbericht, dat het karakter heeft van een advies, kan de minister van Buitenlandse Zaken op verzoek van de bevoegde oordelende instanties besluiten tot het verklaren van een land tot probleemland op het gebied van documenten. De consequentie hiervan is dat elk document dan standaard geverifieerd dient te worden. De overheid, bijvoorbeeld het departement van Justitie, zou dit in de bestaande Circulaire Legalisatie en Verificatie van buitenlandse bewijsstukken omtrent de staat van personen kunnen opnemen.

Het is echter twijfelachtig of er werkelijk landen zijn waar op een dergelijk grote schaal ondeugdelijke documenten vandaan komen dat een als hierboven genoemd specifiek ambtsbericht van het ministerie van Buitenlandse Zaken in de rede ligt. Zelfs in de voormalige probleemlanden bedroeg het aantal als vals gekenschetste documenten immers nooit meer dan enkele procenten. In de meeste van de circa 30% van de gevallen waarin de legalisatie werd geweigerd betrof het de onmogelijkheid voldoende bevestiging te vinden van de feiten in het te legaliseren document.

Besloten is derhalve het nieuwe beleid niet te concentreren op aan te wijzen probleemlanden, maar te baseren op alle buitenlandse brondocumenten die ter legalisatie worden aangeboden.

Dit laat onverlet dat de ABRS-uitspraak van 8 september 2004 de besluitvormende instanties altijd de mogelijkheid biedt in geval van concrete twijfel over de inhoud van een buitenlands document, het ministerie van Buitenlandse Zaken in individuele gevallen gemotiveerd om verificatie van de inhoud daarvan te verzoeken. Het gaat hierbij niet alleen om documenten uit de landen die centraal stonden in het voormalige "probleemlandenbeleid", maar om alle stukken waarbij twijfel bestaat over de inhoud als zodanig, ook als die afkomstig zijn uit andere landen, met inbegrip van de landen die partij zijn bij verdragen tot vrijstelling van het vereiste van legalisatie (bijv. het zgn. Apostilleverdrag: Verdrag tot afschaffing van het vereiste van legalisatie voor buitenlandse openbare akten, Den Haag, 5 oktober 1961 Trb. 1963, 28). De bevoegde instantie in Nederland dient daartoe een verzoek in bij de Nederlandse vertegenwoordiging in het land vanwaar het document afkomstig is en geeft aan op welke feiten het onderzoek zich dient te richten.

De ABRS-uitspraak van 8 september 2004 kant zich tegen standaardverificatie als voorwaarde voor legalisatie, maar laat onverlet dat het ministerie van Buitenlandse Zaken relevante informatie kan verschaffen aan de bevoegde instantie die zelfstandig moet beoordelen of een document ter staving van een rechtsfeit gebruikt kan worden in de Nederlandse administratie. Het concrete voorstel dat nu voorligt is dat de consulaire ambtenaar op een ambassade - als "front office" van de bevoegde instantie - op het moment van het legalisatieverzoek aan de balie aanvullende informatie inwint. De informatie kan door middel van een interview worden vergaard als de aanvrager tenminste kan en wil meewerken, en uiteraard zonder de legalisatie op te houden. Als de aanvrager niet meewerkt, wordt daarvan een aantekening gemaakt. Op ambassades in landen die samen met Nederland partij zijn bij een verdrag tot vrijstelling van legalisatie wordt dit vragenformulier bij mvv-aanvragen ingevuld. Het ingevulde vragenformulier wordt aan de legalisatiebeslissing gehecht. Een kopie gaat vervolgens per e-mail rechtstreeks toe aan de beoogde bevoegde instantie of bij de mvv-aanvraag meegezonden. De bevoegde instantie betrekt de informatie op het vragenformulier bij de andere haar ter beschikking staande kennis en maakt op basis van het geheel de afweging het gelegaliseerde document voor het doel te accepteren of niet. Dit vragenformulier kan eveneens worden gebruikt door de instanties in Nederland, als aan hun "front office" ambtenaar documenten worden aangeboden die afkomstig zijn uit landen waarvan de stukken vrijgesteld zijn van het vereiste van legalisatie. Nederlanders die in het bezit zijn van een buitenlands brondocument (bijv. een buitenlandse geboorteakte) kunnen voor legalisatie daarvan terecht bij de legalisatiebalie van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Het vragenformulier kan voor de beoordelende instantie in Nederland aanleiding vormen een diepgaander verificatieonderzoek te vragen. Uit dit onderzoek kan blijken dat betrokkene niet in staat is de juistheid van de gegevens die in de akte worden vermeld te staven en dat dit niet aan betrokken verweten kan worden. In dat geval kan de beoordelende instantie tot de conclusie komen dat betrokkene in bewijsnood verkeert. Het zal in dat geval meestal gaan om vreemdelingen die een regulier verzoek om toelating hebben gedaan en die in het kader van de toelatingsprocedure op bewijsnood stuiten, of om reguliere vreemdelingen die reeds zijn toegelaten, maar die vervolgens een rechtsfeit niet op basis van documenten kunnen aantonen. Op dit moment wordt nog nagedacht over invoering van een Akte van Staat. De Akte is bedoeld om personen die tot Nederland zijn toegelaten en die hun identiteit en burgerlijke staat onvoldoende kunnen aantonen door overlegging van schriftelijke stukken, op basis van andere gegevens die daaromtrent voldoende zekerheid verschaffen, op te nemen in de overheidsadministraties. Vooralsnog is de akte bedoeld voor toegelaten asielzoekers, die vrijgesteld zijn van het vereiste van legalisatie van stukken. Onderzocht zal worden of de akte ook soelaas zou kunnen bieden voor reguliere vreemdelingen in bewijsnood. Naar verwachting zal slechts in een gering aantal gevallen het opmaken van een Akte van Staat hier een oplossing kunnen bieden.

De nieuwe procedure ten aanzien van het vragenformulier zal worden bekostigd uit de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken zoals met het zogenaamde probleemlandenbeleid reeds het geval was. Ten aanzien van verificatie geldt dat als gevolg van de invoering van de vragenlijst het aantal verificatieverzoeken van de beslissende instanties aan de minister van Buitenlandse Zaken beperkt zal zijn. Immers, aan de hand van de vragenlijst zal het mogelijk zijn te bepalen of twijfel aan de inhoudelijke juistheid van een document waarvan middels legalisatie de echtheid is vastgesteld, desalniettemin gerechtvaardigd is. Alleen indien de beslissende instantie deze twijfel nog steeds gerechtvaardigd acht, zal een verificatieverzoek worden gedaan. De minister van Buitenlandse Zaken zal aan de beslissende instantie die een dergelijk verzoek doet de daarvoor geldende kosten in rekening brengen. De verwachte totale kosten die uit het nieuwe verificatiebeleid voortvloeien, zullen derhalve van zodanige omvang zijn dat aanvullende financiering thans niet geïndiceerd is. Aangezien het nieuwe beleid zich nog moet bewijzen, zal wel periodiek worden gemeten of deze verwachtingen in de praktijk uitkomen. Daarnaast zal in samenspraak met de beslissende instanties worden bezien of het nodig is om voor de overgangssituatie waarin documenten die na beëindiging van het probleemlandenbeleid op 24 september 2004 en vóór inwerkingtreding van het nieuwe beleid zijn aangeboden en die verificatie behoeven, aanvullende financiering overeen te komen.

Beleid in andere lidstaten van de Europese Unie

Tenslotte diene, dat is nagegaan wat het legalisatie- en verificatiebeleid is in andere lidstaten van de Europese Unie (bijlage). Dit is enerzijds relevant vanuit beleidsvergelijking in het algemeen en anderzijds omdat elders in de Europese Unie gelegaliseerde documenten in beginsel door de uitvoerende instanties in Nederland worden overgenomen. Uit bijgaand vergelijkend overzicht kan worden opgemaakt, dat andere lidstaten van de Europese Unie geen standaardverificatie kennen. Wel is het een gangbare praktijk dat in individuele gevallen door de beslissende instantie aan diplomatieke vertegenwoordigingen wordt verzocht nader onderzoek te doen. Dit kan een registercheck inhouden, via de autoriteiten in het betrokken land en/of het inschakelen van een vertrouwensadvocaat. Op basis van een landenvergelijking kan worden geconcludeerd dat van een aantal landen niet bekend is aan wie de kosten worden doorberekend. Voor zover er wel duidelijkheid is gegeven omtrent de wijze van betaling blijkt dat het doorgaans de individuele aanvrager is aan wie de kosten worden doorberekend.

De binnen de Europese Unie onderling sterk verschillende praktijken geven overigens aanleiding het onderwerp legalisatie en verificatie aan de orde te stellen in het consulair EU-overleg en in het kader van de Raad van Europa (Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand (ICBS), Straatsburg).

Evaluatie van de beleidsuitvoering over twee jaar

De ontwikkelingen in het internationaal documentenverkeer gaan voort. Op afzienbare termijn zal nieuw beleid tot stand komen op terreinen die ook van belang zijn voor legalisatie en verificatie. Zonder vooruit te lopen op nadere besluitvorming kan o.a. worden gedacht aan inburgering, biometrie, alsmede de invoering van de Akte van Staat. Het ligt met het oog hierop in de rede het beleid met betrekking tot legalisatie en verificatie van buitenlandse documenten met flexibiliteit te voeren. De beleidsvoering zal over twee jaar door alle betrokken instanties tegen het licht worden gehouden teneinde gezamenlijk te bezien of het beleid in de praktijk voldoet. Het Ketenpartneroverleg (dit is het periodieke overleg van vertegenwoordigers van de beslissende instanties en hun organisaties zoals de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB) en de betrokken departementen van Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, Justitie, Buitenlandse Zaken, Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en Vreemdelingenzaken en Integratie) over de voortgang van het beleid en ontwikkelingen in de praktijk, wordt voortgezet.

Conclusies

Kort samengevat komt het nieuwe beleid ten aanzien van legalisatie en verificatie van brondocumenten neer op het volgende: . Elk brondocument, dat aan de formele legalisatievereisten voldoet, wordt gelegaliseerd. . Met het oog op verdere besluitvorming in Nederland vinden interview en verslaglegging plaats door de "front office" ambtenaar (op de consulaire afdelingen van de Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland of bij de bevoegde instanties in Nederland). . Mogelijkheid, in individuele gevallen, van verificatie op basis van een gespecificeerd verzoek op kosten van de overheid. . Onderzoeken of en in welke gevallen een Akte van Staat voor het opnemen van gegevens over rechtsfeiten met betrekking tot reguliere vreemdelingen in bewijsnood een oplossing kan bieden. . Bespreken van mogelijkheden tot afstemming van legalisatie en verificatiebeleid in EU-overleg. . De ingangsdatum van het nieuwe beleid is 1 maart 2006.


1 Bijlage

Deze bijlage presenteert een beknopt vergelijkend overzicht van het beleid en de praktijk inzake legalisatie en verificatie van buitenlandse brondocumenten in andere EU-lidstaten alsmede Noorwegen en Zwitserland.

De gegevens die hierna worden gepresenteerd, werden verzameld door de Nederlandse ambassades in de desbetreffende landen, met als peildatum zomer 2005. Waar relevant is later beschikbaar gekomen informatie toegevoegd.

Alle in het rapport genoemde landen met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk legaliseren buitenlandse brondocumenten. In Duitsland is wel sprake van beperkingen omdat documenten uit een vrij groot aantal landen standaard niet worden gelegaliseerd. Standaardverificatie vindt nergens plaats. Verificatie geschiedt normaal gesproken in individuele gevallen op verzoek van de beschikkende instanties. De kosten komen doorgaans voor rekening van de aanvrager van de legalisatie.

|Land.    |Worden      |Worden           |Zo ja,    |Risicoland|
|         |buitenlandse|buitenlandse     |wanneer?  |en dan wel|
|         |brondocument|brondocumenten   |          |probleem  |
|         |en          |geverifieerd?    |          |landen.   |
|         |gelegaliseer|                 |          |          |
|         |d?          |                 |          |          |
|België.  |Ja, tenzij  |Ja, door         |Uitsluiten|Centraal-A|
|         |duidelijk   |ambassademedewerk|d op      |frika,    |
|         |sprake is   |ers of lokale    |uitdruk-  |West-Afrik|
|         |van         |advocaten, tarief|kelijk    |a, Indisch|
|         |vervalsing  |E250 te betalen  |ver-      |subcontine|
|         |van         |door de aanvrager|zoek van  |nt,       |
|         |officiële   |van de           |beschikken|Filipijnen|
|         |stempels of |legalisatie.     |de        |,         |
|         |een         |                 |instanties|voormalige|
|         |niet-geregis|                 |.         |Sowjet-Uni|
|         |treerde     |                 |          |e         |
|         |handtekening|                 |          |republieke|
|         |van het     |                 |          |n.        |
|         |lokale BZ.  |                 |          |          |
|         |Door de     |                 |          |          |
|         |ambassades  |                 |          |          |
|         |en          |                 |          |          |
|         |consulaten. |                 |          |          |
|         |Bij gerede  |                 |          |          |
|         |twijfel     |                 |          |          |
|         |vermeldt de |                 |          |          |
|         |consulair   |                 |          |          |
|         |amb-        |                 |          |          |
|         |tenaar dit  |                 |          |          |
|         |op het bron-|                 |          |          |
|         |            |                 |          |          |
|         |document    |                 |          |          |
|         |t.b.v. de   |                 |          |          |
|         |beschikken- |                 |          |          |
|         |de          |                 |          |          |
|         |autoriteit  |                 |          |          |
|         |in België.  |                 |          |          |
|Denemarke|Ja. Er wordt|Ja, inhoudelijk  |In        |          |
|n        |niet        |onderzoek*       |incidentel|          |
|         |gelegaliseer|(uurtarief E90 te|e         |          |
|         |d wanneer de|betalen door de  |gevallen. |          |
|         |handtekening|aanvrager van de |          |          |
|         |niet bekend |legalisatie)     |          |          |
|         |is of       |                 |          |          |
|         |wanneer er  |Onder verificatie|          |          |
|         |gerede      |wordt verstaan:  |          |          |
|         |twijfel     |aantonen dat een |          |          |
|         |bestaat over|kopie conform het|          |          |
|         |de echtheid |originele        |          |          |
|         |van het     |document is      |          |          |
|         |document    |                 |          |          |
|         |(formele    |                 |          |          |
|         |kenmerken). |                 |          |          |
|Duitsland|Ja, echter |Ja, door         |Uitsluiten|Een        |
|         |niet in een|ambassademedewerk|d op      |aanzienlijk|
|         |aantal     |ers, ondersteund |verzoek   |aantal     |
|         |landen (zie|door             |van Duitse|Arabische, |
|         |kolom      |vertrouwensadvoca|bestuurlij|Afrikaanse |
|         |vijf).     |ten of           |ke of     |en         |
|         |           |vertrouwensperson|gerechteli|Aziatische |
|         |           |en.              |jke       |landen.    |
|         |           |                 |instanties|           |
|         |           |                 |.         |           |
|         |           |                 |          |           |
|         |           |                 |          |           |
|         |           |                 |          |           |
|         |           |                 |          |           |
|         |           |                 |          |           |
|         |           |                 |          |           |
|Finland. |Ja, door de|Nee.             |          |           |
|         |ambassades |                 |          |           |
|         |en         |                 |          |           |
|         |consulaten.|                 |          |           |
|         |Op basis   |                 |          |           |
|         |van de     |                 |          |           |
|         |handtekenin|                 |          |           |
|         |g en       |                 |          |           |
|         |bevoegd-hei|                 |          |           |
|         |d van de   |                 |          |           |
|         |ondertekena|                 |          |           |
|         |ar (formele|                 |          |           |
|         |kenmerken).|                 |          |           |
|Frankrijk|Ja.        |Ja, conform      |          |           |
|.        |           |Deense optiek.   |          |           |
|         |           |Als regelgeving  |          |           |
|         |           |geldt            |          |           |
|         |           |'légalisation est|          |           |
|         |           |vérification'.   |          |           |
|Hongarije|Ja, door de|Nee, documenten  |          |           |
|.        |ambassades |die door         |          |           |
|         |en         |Hongaarse        |          |           |
|         |consulaten |diplomatieke     |          |           |
|         |(tarief    |vertegenwoordigin|          |           |
|         |E30).      |gen zijn         |          |           |
|         |           |gelegaliseerd    |          |           |
|         |           |worden niet      |          |           |
|         |           |geverifieerd.    |          |           |
|Letland. |Ja, door de|Ja.              |Indien    |           |
|         |ambassades |                 |nodig laat|           |
|         |en         |                 |men de    |           |
|         |consulaten.|                 |lokale    |           |
|         |Op formele |                 |autoriteit|           |
|         |kenmerken  |                 |en de     |           |
|         |(handtekeni|                 |inhoud    |           |
|         |ng, naam en|                 |bevestigen|           |
|         |stempel).  |                 |.         |           |
|Luxemburg|Ja, door   |Nee.             |          |           |
|.        |het        |                 |          |           |
|         |ministerie |                 |          |           |
|         |van BZ     |                 |          |           |
|         |(E1). De   |                 |          |           |
|         |ambassades |                 |          |           |
|         |en         |                 |          |           |
|         |consulaten |                 |          |           |
|         |zijn niet  |                 |          |           |
|         |geauto-    |                 |          |           |
|         |riseerd om |                 |          |           |
|         |documenten |                 |          |           |
|         |te         |                 |          |           |
|         |legaliseren|                 |          |           |
|         |welke zijn |                 |          |           |
|         |bestemd    |                 |          |           |
|         |voor       |                 |          |           |
|         |gebruik in |                 |          |           |
|         |Luxemburg. |                 |          |           |
|Oostenrij|Ja, op     |Ja, door een     |Indien    |Een        |
|k.       |formele    |vertrouwenspersoo|gewenst.  |aanzienlijk|
|         |kenmerken. |n, tarief is     |          |aantal     |
|         |Niet als de|afhankelijk van  |          |Arabische, |
|         |correcte   |het land (te     |          |Afrikaanse |
|         |legalisatie|betalen door de  |          |en         |
|         |keten niet |aanvrager van de |          |Aziatische |
|         |is gevolgd |legalisatie).    |          |landen.    |
|         |of wanneer |                 |          |           |
|         |het stempel|                 |          |           |
|         |van het    |                 |          |           |
|         |Oostenrijks|                 |          |           |
|         |e BZ       |                 |          |           |
|         |ontbreekt. |                 |          |           |
|         |Door de    |                 |          |           |
|         |ambassades |                 |          |           |
|         |en         |                 |          |           |
|         |consulaten.|                 |          |           |
|         |(tarief    |                 |          |           |
|         |E30).      |                 |          |           |
|Portugal.|Ja, de     |Nee.             |          |DRC, India |
|         |handtekenin|                 |          |en         |
|         |g (formeel |                 |          |Pakistan.  |
|         |kenmerk).  |                 |          |           |
|         |Door de    |                 |          |           |
|         |ambassades |                 |          |           |
|         |en         |                 |          |           |
|         |consulaten.|                 |          |           |
|Spanje.  |Ja, op     |Nee.             |          |Landen met |
|         |formele    |                 |          |een        |
|         |kenmerken. |                 |          |gebrekkige |
|         |           |                 |          |administrat|
|         |           |                 |          |ie worden  |
|         |           |                 |          |officieus  |
|         |           |                 |          |als        |
|         |           |                 |          |probleemlan|
|         |           |                 |          |den        |
|         |           |                 |          |beschouwd. |
|Verenigd |Nee.       |Ja, door de      |Bij       |Bangladesh,|
|Koninkrij|           |ambassade.       |gerezen   |Ghana,     |
|k.       |           |                 |twijfel   |India,     |
|         |           |                 |tijdens   |Nigeria,   |
|         |           |                 |aanvraag  |Oezbekistan|
|         |           |                 |visum in  |, Pakistan |
|         |           |                 |een select|en         |
|         |           |                 |aantal    |Turkmenista|
|         |           |                 |landen en |n.         |
|         |           |                 |- na het  |           |
|         |           |                 |verkrijgen|           |
|         |           |                 |van de    |           |
|         |           |                 |Britse    |           |
|         |           |                 |nationalit|           |
|         |           |                 |eit - bij |           |
|         |           |                 |het       |           |
|         |           |                 |aan-vragen|           |
|         |           |                 |van een   |           |
|         |           |                 |paspoort. |           |
|Zweden.  |Ja, hoewel |Ja, hoewel       |Afhankelij|Officieus  |
|         |slechts    |slechts zelden   |k van de  |Irak,      |
|         |zelden van |van toepassing.  |beschikken|Nigeria,   |
|         |toepassing.|Door twee ervaren|de        |Somalië en |
|         |           |medewerkers van  |instantie.|landen van |
|         |           |het Zweedse      |          |de         |
|         |           |Migrationsverket.|          |voormalige |
|         |           |                 |          |Sowjet-Unie|
|         |           |                 |          |.          |
|Noorwegen|Ja,       |Nee.           |               |       |
|.        |formele   |               |               |       |
|         |kenmerken |               |               |       |
|         |(handteken|               |               |       |
|         |ing       |               |               |       |
|         |bevoegde  |               |               |       |
|         |ambtenaar)|               |               |       |
|         |. Door de |               |               |       |
|         |ambassades|               |               |       |
|         |en        |               |               |       |
|         |consulaten|               |               |       |
|         |(E22,61). |               |               |       |
|Zwitserla|Ja,       |Ja, door een   |Alleen in      |Afrika,|
|nd.      |formele   |vertrouwenspers|opdracht van   |Filipij|
|         |kenmerken.|oon, tarief    |kantonale      |nen,   |
|         |Door de   |E322,50-E645 te|'Zivilstandbehö|Haïti, |
|         |posten    |betalen door de|rden' of de    |Jordani|
|         |(tarief   |referent.      |Zwitserse      |ë,     |
|         |E25,80).  |Indien de      |immigratiediens|Libanon|
|         |          |werkelijk      |t.             |,      |
|         |          |gemaakte kosten|               |Pakista|
|         |          |hoger zijn,    |               |n, Sri |
|         |          |moet worden    |               |Lanka  |
|         |          |bijbetaald.    |               |en     |
|         |          |               |               |Thailan|
|         |          |               |               |d.     |

-----------------------
Aanwijzing probleemlanden: Officiële mededeling van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 7 maart 1996, dat de Minister heeft besloten met ingang van 1 april 1996 een vijftal landen tot probleemland op het gebied van het schriftelijk bewijs te benoemen (Staatscourant 1996, nr. 49). Brondocumenten zijn geboorteakten, verklaringen van ongehuwd zijn, huwelijksakten, scheidingsakten en overlijdensakten. Besluit van de minister van Buitenlandse Zaken van 24 augustus 2000, tot vaststelling van de instructie inzake de werkwijze ten aanzien van de legalisatie- en verificatieprocedure ten behoeve van de Nederlandse vertegenwoordigingen in Ghana, Nigeria, India, Pakistan en de Dominicaanse Republiek (Staatscourant 2002, nr. 170). Aanwijzing en Beoordelingskader zijn ingetrokken bij Intrekking enkele besluiten inzake legalisatie en verificatie van buitenlandse documenten, besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 1 november 2004 (Staatscourant 2004, nr. 217).


---- --