Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

-
Datum
22 december 2005
Ons kenmerk
DGTL/05/009546
Doorkiesnummer

-
Bijlage(n)

1
Uw kenmerk

-
Onderwerp
Voortgangsrapportage Beleidsagenda Luchtvaartveiligheid 2005

Geachte voorzitter,

Zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg op 22 juni 2005, informeer ik u over de voortgang van de Beleidsagenda Luchtvaartveiligheid. De voortgangsrapportage (zie bijlage) geeft inzicht in de stand van zaken van de initiatieven uit het actieprogramma van de Beleidsagenda. De voortgangsrapportage bevat geen beleidsmatige aanpassingen van de Beleidsagenda zelf.

In de bijlage vindt u per beleidsthema de in 2005 bereikte resultaten. Hierbij volg ik de inhoudsopgave van de Beleidsagenda. Daarnaast geef ik per thema een beschrijving, prioritering en planning van de initiatieven die voor 2006 zijn voorzien. Samenvattend meen ik dat de uitvoering van de Beleidsagenda Luchtvaartveiligheid op schema ligt. Dit geldt speciaal voor de onderzoeken naar de mogelijkheden ter verbetering van de luchtvaartveiligheid en voor de internationale samenwerking op het gebied van de luchtvaartveiligheid. Eind 2006 zal ik u weer informeren over de voortgang van de Beleidsagenda Luchtvaartveiligheid.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

mw drs M.H. Schultz van Haegen
BIJLAGE

THEMA 1: Veilig vliegen

Integrale benadering luchtvaartveiligheid
Verkeer en Waterstaat is initiatiefnemer van een tweetal onderzoeken naar de integrale veiligheid van het luchtvaartsysteem. Het eerste onderzoek, "Gate to Gate", gaat in op de onveiligheid van interfaces in het luchtvaartsysteem. In 2005 zijn twee Nederlandse expertgroepen gestart, die onderzoeken of interface problemen systematisch aangepakt kunnen worden. Als de Nederlandse werkgroepen hierin slagen worden in 2006 ook internationale expertgroepen gestart. Nederland heeft met de Amerikaanse Federal Aviation Administration en de Flight Safety Foundation afspraken gemaakt voor het begeleiden van de internationale werkgroepen.

Het tweede onderzoek is de ontwikkeling van een causaal model voor de luchtvaartveiligheid. In 2005 is een consortium, met onder andere TUDelft en NLR, gestart met de bouw van het model. Bij de ontwikkeling van het Causaal Model Luchtvaartveiligheid wordt samengewerkt met andere landen (VS, UK, Duitsland en Frankrijk) en met de luchtvaartsector. Door het betrekken van (inter)nationale experts worden de wetenschappelijke kwaliteiten en de praktische bruikbaarheid van het model in de gaten gehouden. De oplevering van het causaal model is voorzien voor 2008. In 2006 wordt de voortgang van het onderzoek geëvalueerd.

De voorbereiding voor de ICAO Audit 2007, naar de implementatie van de internationale regelgeving in de Nederlandse wet- en regelgeving, is gestart. De voorbereiding zal plaatsvinden in nauw overleg met de Nederlandse Antillen en Aruba. Het goed voorbereiden en met succes doorlopen van de ICAO Audit is van prioritair belang omdat de resultaten van de ICAO Audit mede bepalend zijn voor onze internationale geloofwaardigheid op het gebied van de luchtvaartveiligheid. Tevens geven de resultaten inzicht in de integrale veiligheid van de luchtvaartketen.

Veiligheidsaspecten Mainport Schiphol
Het Veiligheidsonderzoek Schiphol is uitgevoerd in opdracht van de Veiligheidsadvies-commissie Schiphol (VACS) en is dit najaar afgerond. In een brief aan de Tweede Kamer van 17 oktober 2005 heb ik aangegeven hoe de aanbevelingen van de VACS worden opgevolgd. Rode draad hierin is het invullen van de regie en coördinatie taak door de overheid. In de voortgangsrapportage 2006 van de Beleidsagenda Luchtvaartveiligheid informeer ik u verder over de stand van zaken van de acties die voortvloeien uit dit onderzoek.

De internationale harmonisatie van veiligheidsnormen voor de luchtverkeersleiding is een meerjaren traject. In 2005 is een onderzoek naar 'safety assessment methodologies' gestart. De onderzochte methoden zijn nodig voor het beoordelen van de veiligheidsconsequenties van wijzigingen in de uitvoering van de verkeersleiding. Eerste uitkomsten van het onderzoek worden verwerkt in een EU-paper voor de ICAO conferentie over luchtvaartveiligheid (maart 2006). In 2006 is de inspanning vooral gericht op het maken van afspraken met Eurocontrol over methoden om het veiligheidsniveau in kaart te brengen. Hierbij wordt aansluiting gezocht met de acties naar aanleiding van de evaluatie LVNL. Realisering van deze initiatieven blijft van prioritair belang om de veiligheid van het luchtverkeer te handhaven en waar mogelijk te verbeteren.

In het kader van het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht neemt Nederland actief deel aan het overleg over mondiale en Europese afspraken. Een concreet resultaat in 2005 van deze inzet is het Nederlandse voorstel voor een veiliger vervoer van cryogene stoffen door de lucht dat is aangenomen. Dit voorstel wordt nu opgenomen in de ICAO bepalingen en wordt in 2007 van kracht.

Internationale borging van Nederlandse belangen luchtvaartveiligheid

Het internationale draagvlak voor het geven van technische assistentie aan landen met een gebrekkige organisatie van luchtvaartveiligheid is in 2005 versterkt. De Europese Commissie is mede als gevolg van de Nederlandse inspanningen in december een samenwerkingsverband met de lidstaten opgestart. Tevens heeft de Commissie middelen gereserveerd voor deze technische ondersteuning. Voor Europa is het ook een van de actuele thema's op de ICAO conferentie in maart.

Door onder andere de incidenten en de verschillende luchtvaartongevallen in afgelopen zomer, zijn de inspanningen voor internationale harmonisatie van de inspecties van buitenlandse luchtvaartuigen versterkt (Safety Assessment of Foreign Aircraft - SAFA). Voor 2006 hebben de nationale inspanningen vooral betrekking op verdere harmonisatie van procedures, het nemen van maatregelen naar aanleiding van slechte inspectieresultaten en het implementeren van nieuwe EU-regelgeving (zie thema 3 voor implementatie EU vliegverboden).

In Europees verband is afgesproken dat de Joint Aviation Authorities (JAA) trainingen gaat geven voor het verbeteren van kennis en inzicht in veiligheidsnormen en -risico's. In 2007 worden de werkzaamheden van de JAA overgenomen door het Europese agentschap EASA. De JAA en andere partijen die betrokken zijn bij de vliegveiligheidstrainingen onderzoeken samen de mogelijkheden om het kantoor van de JAA in Hoofddorp om te vormen tot een door de EASA erkend trainingscentrum.

De menselijke factor

VenW heeft afspraken gemaakt met de luchtvaartsector over een preventie- programma voor drugs-, medicijn- en alcoholgebruik in de luchtvaart. De luchtvaartmaatschappijen gaan extra aandacht geven aan voorlichting en andere preventiemaatregelen ter voorkoming van risicovol gebruik van drugs, medicijnen en alcohol. VenW gaat in samenwerking met de sector het effect van het preventie-programma monitoren. In 2006 wordt een nul-meting gehouden, twee jaar later de eerste effectmeting. De afspraken zijn vastgelegd in een protocol dat ondertekend is door 11 luchtvaartmaatschappijen.

THEMA 2: De beleidsketen in de luchtvaart

In juni van dit jaar is gestart met het Veiligheidsonderzoek Luchtvaart Nederland (VON). Belangrijkste doelstelling van het onderzoek is het in kaart brengen van de status van het veiligheidsmanagement bij de luchtvaart in Nederland. Specifiek wordt aandacht besteed aan de positie van Verkeer en Waterstaat als luchtvaartautoriteit. De resultaten van het Veiligheidsonderzoek Schiphol door de VACS en het Rekenkamer onderzoek naar de LVNL worden meegenomen in het VON. Medio 2006 wordt het onderzoek afgerond. Voor het zomerreces zal ik de Tweede Kamer informeren over de aanbevelingen en de eventueel te nemen maatregelen.

In het project Stroomlijnen Overheidsinterventies Luchtvaart (SOL) wordt samen met alle betrokken departementen (Justitie, BZK, BuZa, Financiën, EZ, LNV, Defensie/KMar) bekeken hoe de werkzaamheden van de overheidsdiensten die belast zijn met de veiligheids- en andere publieke veiligheidstaken op Schiphol beter gecoördineerd kunnen worden. Het project is begin 2005 van start gegaan. Inmiddels zijn enkele gezamenlijke verbeteringen gerealiseerd op het gebied van luchtvracht en facilitatie.
Met het oog op de versterking en stroomlijning van de inspectiefunctie is een tweede, specifiek project opgezet met de naam 'Samenwerking Inspectiediensten'.

Met het oog op de versterking en stroomlijning van de inspectiefunctie is een tweede, specifiek project opgezet met de naam 'Samenwerking Toezicht Schiphol'. Dit project valt onder de paraplu van het PAO-project (Programma Andere Overheid). 'Samenwerking Rijksinspecties'.

Recentelijk is het voorstel voor wijziging van de Wet Luchtvaart ter implementatie van de Europese richtlijn Incidentmeldingen in de burgerluchtvaart aangenomen in de Tweede Kamer. Tevens is het amendement Haverkamp aangenomen, dat verdergaande bescherming biedt tegen strafrechtelijk ingrijpen. Daarnaast heeft overleg tussen VenW, Justitie en sector afgelopen jaar geleid tot:
afspraken ter verbetering van de communicatie over incidentmeldingen (wordt in 2006 opgepakt),
een aanpassing van de Aanwijzing van het OM waarin het opsporings- en vervolgingsbeleid van het OM is vastgelegd,
een toezegging om voor de zomer van 2006 te komen met een nadere analyse van artikel 5.3 Wet luchtvaart waarbij onderzocht wordt of de werking van het artikel ingeperkt kan worden naar een opzet- en schulddelict. Medio mei worden twee overzichten aan de Kamer gestuurd: één met de sectoren in Nederlandse waar gecertificeerde veiligheidsmanagementsystemen operationeel zijn en één met de voortgang van de implementatie van de richtlijn Incidentmeldingen in Europa.

THEMA 3: Beleving en communicatie luchtvaartveiligheid

In het afgelopen jaar is het Belevingsonderzoek Luchtvaartveiligheid uitgevoerd. De Nederlander blijkt zich weinig zorgen te maken over luchtvaartveiligheid (94% van de Nederlandse bevolking vindt de luchtvaart veilig tot zeer veilig). Momenteel wordt onderzocht of de resultaten van het belevingsonderzoek aanleiding geven om actiever te communiceren over luchtvaartveiligheid. De resultaten van dit onderzoek worden in 2006 besproken met sector, belangengroeperingen en consumentenorganisaties.

In de Transportraad van 5 december 2005 heeft de Europese Commissie besloten tot invoering van een Europees systeem van vliegverboden. Verkeer en Waterstaat heeft een actieve bijdrage geleverd aan de totstandkoming van dit systeem. Uitwisseling van informatie tussen lidstaten vormt de basis voor een Europees systeem van vliegverboden. In maart wordt een eerste Europese lijst met vliegverboden gepubliceerd. Daarom gaat VenW begin 2006 bekijken hoe de informatievoorziening richting de EU vormgegeven gaat worden.

THEMA 4: Veiligheid voor de omgeving van luchthavens

Medio 2005 heeft de Eerste Kamer een wetswijziging aangenomen waardoor de standstill-eis voor groepsrisico uit de Wet Luchtvaart is verwijderd.

In 2005 is de verkenning van de 'gebiedsgerichte benadering van het groepsrisicobeleid Schiphol en omgeving' afgerond. De resultaten van deze verkenning zijn het voorjaar 2005 naar de Tweede Kamer gestuurd. Als vervolg op de verkenning is een ex ante beleidsevaluatie gestart waarin verschillende alternatieven voor een gebiedsgericht groepsrisicobeleid voor Schiphol worden onderzocht. De resultaten van deze beleidsevaluatie worden samen met de resultaten van de evaluatie van het Schiphol beleid in februari 2006 naar de TK gestuurd. Beide evaluaties leiden mogelijk tot aanpassing van het huidige externe veiligheidsbeleid Schiphol. In april 2006 komt het kabinet met een standpunt over het externe veiligheidsbeleid en nieuw groepsrisicobeleid Schiphol.

Vooruitlopend op de wijziging van de regelgeving voor overdracht van bevoegdheden voor Regionale en Kleine Luchtvaartterreinen (RRKL) heeft VenW de provincies verzocht alvast te starten met een interim beleid externe veiligheid.

THEMA 5: Beveiliging in de luchtvaart

Een vergelijkend onderzoek naar de security kosten op een aantal luchthavens (London Heatrow & Gatwick, Paris Charles de Gaulle & Orly, Frankfurt, München en Madrid) is afgerond. De resultaten van het onderzoek worden gebruikt voor een interdepartementale discussie over de toekomst van het Nederlandse luchtvaartsecurity-beleid. Tevens vormen de resultaten input voor de standpuntbepaling van Nederland in Europese discussies. De Europese Commissie komt in januari 2006 met een mededeling voor de financiering van security kosten in de transport sector.

In 2005 heeft de VACS een advies uitgebracht over mogelijke spanningsvelden tussen beveiligings- en veiligheidsbeleid in de burgerluchtvaart. Belangrijke conclusie in dit advies is dat beveiligingsmaatregelen soms negatieve neveneffecten kunnen hebben op de veiligheid. Daarom is het wenselijk deze effecten in een vroegtijdig stadium in kaart te brengen. Ik onderschrijf deze conclusie. In 2006 gaat VenW samen met de sector een inventarisatie maken van knelpunten op dit terrein.

In 2005 is, in het kader van het project Vitaal, een rijksbrede inventarisatie afgerond van de effecten die grote verstoringen (natuurrampen, aanslagen etc.) kunnen hebben op vitale infrastructuur in Nederland. De resultaten zijn eerder dit jaar toegestuurd aan de Tweede Kamer. De inventarisatie bevat onder andere een overzicht van de risico's voor de continuïteit van de bedrijfsvoering op Schiphol. Verkeer en Waterstaat gaat in 2006 samen met alle betrokken partijen op Schiphol een plan opstellen over hoe de risico's aan te pakken.

THEMA 6: Maatschappelijke ongewenste neveneffecten van luchtvaart

In 2005 heeft DGTL een verkenning uitgevoerd naar de rol van Verkeer en Waterstaat bij het beperken van de verspreiding van infectieziekten door de luchtvaart. Hoewel de primaire verantwoordelijkheid hiervoor bij BZK en VWS ligt kan VenW bij een crisis een zinvolle bijdrage leveren in de uitvoering van maatregelen op luchthavens. In de hernieuwde inrichting van de crisisorganisatie binnen VenW wordt dit meegenomen.