1red16329
22-12-2005, Gesprek met MP, N2, 18.40 uur
MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKLE PERS
CONFERENTIE, OVER HET KABINETSVOORNEMEN VOOR EEN MISSIE NAAR URUZGAN
KOCKELMANN:
Meneer Balkenende goedenavond, gaan we nu wel of niet naar Afghanistan?
BALKENENDE:
Als het aan het kabinet ligt gaan we wel. Vandaag hebben we het er in het
kabinet erover gehad wat Nederland kan bijdragen aan de ontwikkeling van
Afghanistan. Alleen het kabinet heeft het in Nederland, dat is een kwestie
van democratie, niet alleen voor het zeggen. Er is een brief opgesteld die
is aan de Tweede Kamer gezonden en nu is het woord aan de Tweede Kamer
zelf.
KOCKELMANN:
In die brief zegt u we hebben het voornemen om naar Afghanistan te gaan. Er
staat niet we hebben besloten om naar Afghanistan te gaan terwijl we bij
mijn weten in dit land een kabinet hebben met ministers die de besluiten
moeten nemen en dan controleert de Tweede Kamer die besluiten. Waarom hebt
u het niet gewoon besloten?
BALKENENDE:
Natuurlijk heeft het kabinet vandaag besloten want anders kom je ook niet
tot zo'n brief. Alleen het woord besluit dat roept iets op van dit is het
verhaal en er valt niet meer aan te tornen. We zijn ons er als kabinet heel
goed van bewust dat het gaan naar Afghanistan in een gevaarlijk gebied niet
een gemakkelijke beslissing is. Dat er allerlei gevoeligheden zijn en dat
ook fracties heel goed willen nadenken van moeten we wel of niet doen. En
om die reden hebben we gezegd: wij geven aan hoe we aankijken tegen de
participatie, de deelname van Nederland. Maar tegelijkertijd staan we open
voor de afweging die het parlement maakt. Daarom hebben we ook gezegd nadat
het parlement heeft gesproken zullen wij kijken of onze visie ook in de
praktijk kan worden geëffectueerd. Dat hebben we ook gedaan als een
handreiking naar de Kamer.
KOCKELMANN:
Tegelijkertijd heeft u als kabinet ook de mogelijkheid om dat besluit te
nemen, ongeacht wat de Tweede kamer vindt in dit soort missies. Dus u kunt
ook zeggen we gaan ook al is er geen meerderheid in de Kamer.
BALKENENDE:
We moeten oppassen dat we nu te snel kijken naar de formele bepalingen. Het
is natuurlijk zo je neemt een besluit, je stuurt een brief en dan ga je
vervolgens kijken wat doet de Kamer er mee. Er is een procedure voor
voorzien in onze grondwet en het gaat altijd zo met missies naar andere
landen dat het kabinet tot een oordeel komt en vervolgens went het kabinet
zich tot de Kamer. Dat is ook nu zo.
KOCKELMANN:
Dat is het gebruik geworden?
BALKENENDE:
Ja want gesteld dat je in heel andere situaties van het kabinet komt met
een voorstel en de Kamer zou nee zeggen. Ja dan nog heb je als kabinet wel
een probleem.
KOCKELMANN:
Ik vraag het omdat zoals het er nu uitziet de kans dat de Tweede Kamer in
overgrote meerderheid zegt we gaan niet zo bijzonder groot is. Dus hoe
groot is nu de kans in uw inschatting, en die moet u maken als minister-
president, dat het kabinet nu heeft besloten we gaan en dat u straks door
de Tweede Kamer wordt teruggefloten?
BALKENENDE:
Ik ga natuurlijk geen inschattingen maken. Wat voor mij op het ogenblik
vooral speelt dat is de vraag wat kan Nederland bijdragen aan de
ontwikkeling van Afghanistan. Willen we dat doen. En niet alleen omdat we
dat zelf vinden maar omdat die vraag komt vanuit Afghanistan zelf en omdat
die komt vanuit de internationale gemeenschap, de Verenigde Naties.
KOCKELMANN:
Mensen doen een beroep op ons.
BALKENENDE:
Precies. Er zitten 35 landen op het ogenblik in de regio. En die doen dat
om Afghanistan te ondersteunen. En die vraag is ook bij ons. En dat
betekent dat je de zaken op de goede manier moet aflopen. Eerst kunnen we
een bijdrage leveren aan die internationale solidariteit. Het tweede is, is
dat te doen op een verantwoorde manier en u weet dat we de afgelopen
maanden onze voorwaarden hebben gesteld.
KOCKELMANN:
Daar is aan voldaan?
BALKENENDE:
Daar is aan voldaan. En dan vervolgens komt het punt van de daadkracht in
de Tweede Kamer en de haalbaarheid ervan. Maar dan vind ik dat er ook van
de Kamerleden gevraagd mag worden eens heel goed te kijken naar de
argumenten die we aanleveren in deze brief.
KOCKELMANN:
Is het denkbaar dat het kabinet het toch doorzet wanneer er geen
meerderheid is in de Kamer?
BALKENENDE:
U weet dat we in Nederland een staatsrechtelijke regel hebben dat een
kabinet nooit verder kan springen dan de Kamer toestaat. Dan kom je in de
problemen in de sfeer van het vertrouwen.
KOCKELMANN:
Dus al een meerderheid van de Tweede Kamer zegt we vinden dat geen goed
idee dan zou het kabinet het niet doen?
BALKENENDE:
U heeft de brief ook gelezen. En u heeft natuurlijk ook goed gezien wat in
die laatste regels staat. Er is gezegd we gaan eerst nu het debat aan met
de Kamer. We gaan informatie geven. en dan zullen we zien, na die periode
of onze bijdrage zal worden geëffectueerd.
KOCKELMANN:
U had het net over het democratisch principe; als de meerderheid van de
Kamer tegen is dan kan het kabinet het niet doen.
BALKENENDE:
Daarom zeg ik ook de formulering van de brief is ook zodanig dat de Kamer
nu aan zet is en dat zal ook bepalend zijn of we die bijdrage die wij voor
ogen zien of we die ook werkelijk gerealiseerd kan worden.
KOCKELMANN:
Als de Kamer in meerderheid zegt dat doen we niet dan kan het niet
doorgaan.
BALKENENDE:
Nee maar dat is natuurlijk een bekende regel. Dat gaat altijd zo.
KOCKELMANN:
Maar ook in dit geval dus?
BALKENENDE:
Ja. Kijk het is een moeilijk vraagstuk en iedereen moet afwegingen maken.
Maar laten we dus niet te snel gaan praten over meerderheden, minderheden.
Laten we eerst maar eens kijken naar de inhoud. Wat wordt van ons gevraagd,
wat betekent solidariteit.
KOCKELMANN:
Ik vraag toch nog even, het was best spannend de afgelopen dagen. De
kamerfractie van D66 heeft toch heel duidelijk laten weten en dat blijven
wij. Nu zijn er ministers van D66 in het kabinet die inmiddels hebben
ingestemd met het voornemen om te gaan. Is het nou denkbaar dat er straks
toch wordt doorgegaan met deze missie terwijl de fractie van D66
tegenstemt?
BALKENENDE:
Ik ga me niet begeven in speculatie op dit moment. Natuurlijk heb ik
geluisterd naar wat er vorige week is gezegd van de kant van de D66
fractie. Het was misschien wat vroeg want we waren als kabinet nog bezig.
Maar goed dat is de lijn die zij hebben gekozen. Wat ik op het ogenblik zeg
tegen alle fracties dat is wilt u op een gewetensvolle manier omgaan met de
argumenten die we aandragen. En dan zal daarna worden bekeken hoe de
verhoudingen liggen. En ik vraag aan iedereen om niet op voorhand al een
positie te bepalen. Ik raag aan iedereen en dat geldt ook voor D66, om in
te gaan op de argumenten. Als er vragen zijn die aan de regering te stellen
en het debat aan te gaan.
KOCKELMANN:
Ik vraag het omdat het een risicovolle missie is. Dan kun je eigenlijk geen
gedonder hebben in de coalitie. Stel nu dat er vier jongens in een jeep op
een mijn rijden en je krijgt meteen in het kabinet de discussie zie je wel:
wij waren tegen we zijn toch gegaan. Het is van belang dat er in eenheid
wordt besloten om dat te gaan doen. Vandaar mijn vraag is het denkbaar dat
als een van de coalitiefracties er mordicus op tegen is en dat blijft of
het dan een haalbaar plan is?
BALKENENDE:
Dan zitten we feitelijk in de eindfase. Want wat echt nodig is en ik hoop
dat het ook zo gedaan zal worden in de Kamer dat we eerst ons richten op de
inhoud. Wat wordt van Nederland gevraagd, wat zijn de risico's. Is er aan
de voorwaarden van de Nederlandse regering voldaan. Welke afwegingen worden
gemaakt. En dan komt pas de vraag doen we het wel of doen we het niet. En
ik vind het ook niet op mijn weg liggen om op dit moment te gaan spreken
van wie moet er wel en wie moet er niet meedoen.
KOCKELMANN:
U kunt ook zeggen ik vind het bij dit soort risicovolle missies van het
grootste belang dat alle coalitiefracties ons plan steunen.
BALKENENDE:
Maar kijk waarom hebben we deze procedure. Wanneer onze militairen, en ik
ben ontzettend trots op de Nederlandse militairen, ze hebben een geweldige
goede naam in het buitenland, het zijn professionals. Als zij naar het
buitenland gaan dan moeten zij zich ook gedragen weten door de Nederlandse
samenleving en door de politiek. En dat is ook de reden waarom er altijd
wordt gesproken over je werk aan een zo breed mogelijk draagvlak. Dat geldt
voor iedereen. Alleen wat ik wil hebben is dat we de discussie op een goede
manier voeren en de vragen op het goede moment aan de orde stellen. En op
het ogenblik is het een kwestie van inhoud en u weet dat er een conferentie
wordt georganiseerd in London. En daarna heeft de Tweede Kamer aangegeven
dan zullen we met de regering gaan debatteren.
KOCKELMANN:
Maar u zegt niet op voorhand als minister-president ik wil dat alle
coalitiefracties achter dit besluit staan.
BALKENENDE:
Ik ga geen uitspraken doen over welke fracties wel of niet. Ik hoop wel op
een zo breed mogelijk draagvlak dat kunt u zich voorstellen maar dat
probeert een regering altijd te verwerven. En ik wil graag dat we nu niet
direct beginnen met het tellen van voor en tegenstanders. Maar laten we
vooral eerst praten over de inhoud.
KOCKELMANN:
Het is wel van belang voor of die missie doorgaat toch?
BALKENENDE:
Ja maar wel in de goede volgorde. Het is echt van belang dat Nederland dat
altijd een open land is, we zijn internationaal georiënteerd, in tal van
landen dragen we bij aan de ondersteuning van ontwikkelingen. En die vraag
moeten we nu ook aan de orde stellen.
KOCKELMANN:
Wat voor figuur slaan we in het buitenland als het niet doorgaat?
BALKENENDE:
Het is natuurlijk gevoelig dat weet u ook. Nederland heeft zich kritisch
opgesteld de laatste maanden. Die voorwaarden werd niet zomaar aan voldaan.
Dat is gelukkig allemaal goed gekomen. Ik ga niet op vragen in van stel dat
want wat je probeert te doen als regering is ook elkaar overtuigen. En ik
hoop dus ook dat de fracties met een open mind, met een eerlijke houding
het debat willen aangaan. En dan zullen ze moeten aangeven hoe men er
tegenaan kijkt. En dan moeten we als kabinet ook de balans opmaken. En ik
zal me dus niet begeven in de vraag van wat zou het voor Nederland
betekenen. Wat wel speelt en dat is ook de vraag die Kamerleden moeten
beantwoorden als je het hebt over de bijdrage aan maatschappelijke opbouw,
economische opbouw in landen elders, kun je je zomaar daar aan onttrekken.
Dat is ook een vraag die we moeten stellen.
KOCKELMANN:
U vindt eigenlijk van niet?
BALKENENDE:
Dat heeft het kabinet vandaag gezegd.
KOCKELMANN:
Laatste vraag. Het is het laatste gesprek in 2005, een jaar waarin nogal
veel gebeurd. Een halve kabinetscrisis, een bijna kabinetscrisis. Twee
ministers die zwaar onder vuur hebben gelegen in de Kamer. U heeft zlf wat
akkefietjes gehad met minister Pechtold in de afgelopen maanden. Hoe kijkt
u nu in een zin terug op het afgelopen jaar?
BALKENENDE:
Het is los van de dingen die u noemt, dat is ook gewoon waar, is het voor
het kabinet een zeer succesvol jaar geweest.
KOCKELMANN:
Ik had niet gedacht dat u dat zou zeggen.
BALKENENDE:
We moeten wel hoofd en bijzaken van elkaar onderscheiden want wij leven in
een wereld van hypes, een wereld waarin we incidenten vaak opblazen. Een
meningsverschil wordt een conflict. Maar als je gewoon kijkt naar datgene
wat is gerealiseerd dan zijn we druk bezig met onze hervormingsagenda. De
economische ontwikkeling gaat de goede kant uit. We zijn uit de klem
gekomen van ombuigingen. Internationaal doen we het denk ik heel erg goed.
Kortom er is heel veel goeds bereikt en we zitten wat onze beoordeling
betreft op het goede spoor en daar ben ik buitengewoon blij mee. Dus wat
mij betreft wordt het jaar succesvol afgesloten ondanks al dit soort
akkefietjes.
KOCKELMANN:
Goede feestdagen en een prettige vakantie.
BALKENENDE:
Dat wens ik u en alle kijkers ook.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, JW)
Ministerie van Algemene Zaken