Raad van de Europese Unie

15479/05 (Presse 349) 1
NL
RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE
NL
15479/05 (Presse 349)
(OR. en)
PERSMEDEDELING
2702e zitting van de Raad
Landbouw en Visserij
Brussel, 20-22 december 2005
Voorzitter Mevrouw Margaret Beckett
Minister van Milieubeheer, Voedselvoorziening en
Plattelandszaken van het Verenigd Koninkrijk
20.-22.XII.2005
15479/05 (Presse 349) 2
NL
Voornaamste resultaten van de Raadszitting
De Raad heeft een richtlijn betreffende aviaire influenza (vogelgriep) aangenomen en een politiek akkoord bereikt over een beschikking waarbij de bijdrage van de EU aan de uitroeiingsmaatregelen in geval van een uitbraak wordt vastgesteld.
De Raad heeft de totaal toegestane vangsten en quota voor 2006 vastgesteld. De Raad heeft ook de TAC's en quota voor de Oostzee voor 2006 vastgesteld. De Raad heeft ook, zonder debat, conclusies over de verbetering van de openheid en transparantie in de Raad aangenomen.
20.-22.XII.2005

1 Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens. De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad http://ue.eu.int.
Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst.
15479/05 (Presse 349) 3
NL
INHOUD1
DEELNEMERS................................................................................................................................. 7 BESPROKEN PUNTEN
TAC's en QUOTA VOOR 2006 .......................................................................................................... 9 TAC's en QUOTA VOOR 2006 - OOSTZEE ................................................................................... 20 TONGBESTANDEN........................................................................................................................ 23 VOGELGRIEP.................................................................................................................................. 24 GM-LIJN 1507.................................................................................................................................. 26 BETERE REGELGEVING IN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID - Conclusies van de Raad ..................................................................................................................... 27 WIJNOVEREENKOMST EU/VS..................................................................................................... 30 RANDVOORWAARDEN................................................................................................................ 31 DIVERSEN....................................................................................................................................... 32
- Vereenvoudiging van het gemeenschappelijk visserijbeleid (15721/05) ................................. 32
- Herstructureringsmaatregelen voor de visserijsector die door de huidige economische crisis wordt getroffen................................................................................................................ 33
- Vogelgriep ............................................................................................................................... 33
- Blue Tongue ............................................................................................................................. 34
- Actieplan voor dierenwelzijn.................................................................................................... 34
- Prijs van pluimveevlees ............................................................................................................ 35
- Exportrestituties voor levende dieren....................................................................................... 36
- Wereldhandelsorganisatie (WTO) ............................................................................................ 37
- Organisatie van toekomstige werkzaamheden ......................................................................... 37
20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 4
NL
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
LANDBOUW

- Wijn *................................................................................................................................................................... 38
- EU/Thailand - Wijziging van concessies voor rijst * ............................................................................................ 39
- Dierlijke bijproducten........................................................................................................................................... 39
- TSE-stappenplan .................................................................................................................................................. 39
- Bescherming van kweekproducten....................................................................................................................... 39
- Handhaving van de bosbouwwetgeving * ............................................................................................................. 40
- Ultraperifere gebieden van de EU - Specifieke maatregelen op landbouwgebied *.............................................. 40
- Betrekkingen met Bulgarije en Roemenië - Handelsconcessies voor wijnen........................................................ 41 VISSERIJ

- NAFO - Zwarte heilbot ........................................................................................................................................ 41
- Toekomstige samenwerking op visserijgebied in het Noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan ................ 42
- Zuidelijke heek en langoustines * ......................................................................................................................... 42
- Visserijcontroleprogramma's - Financiële bijdrage van de Gemeenschap ............................................................ 42
- Herstelmaatregelen in de Oostzee * ...................................................................................................................... 43 EXTERNE BETREKKINGEN

- Deelname van Euratom aan de Organisatie voor energieontwikkeling op het Koreaanse schiereiland ................ 44
- Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië - Bevriezing van geldmiddelen en tegoeden ....... 44 ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

- Zuid-Afrika - Uitbreiding van de EU .................................................................................................................... 44
- Europees Ontwikkelingsfonds - Bijdragen voor 2006........................................................................................... 45 JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

- SISNET ................................................................................................................................................................ 45
- Europol - Begroting 2004 - Controlerapport en kwijtingverlening aan de directeur ............................................. 45
- Eurojust - Activiteitenverslag 2004....................................................................................................................... 45
- EU-drugsstrategie 2005-2012 - Resultaten van de activiteiten tijdens het Britse voorzitterschap ........................ 45
20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 5
NL
ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

- Finland - Beperking op de invoer van bier ............................................................................................................ 46
- Mongolië - Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling........................................................................ 47
- Uitbreiding van de eurozone................................................................................................................................. 47 HANDELSPOLITIEK

- Antidumping - Korea - Micro-elektronische schakelingen (DRAM's).................................................................. 48
- Belarus - Textielproducten ................................................................................................................................... 48
- Jordanië - Landbouwproducten ............................................................................................................................. 48
- Oekraïne - Economieën in overgang - Antidumpingonderzoeken......................................................................... 48
- Antidumping - China - Polyethyleentereftalaat ..................................................................................................... 49
- Wereldhandelsorganisatie - Geïntegreerde multichipschakelingen....................................................................... 49
- Overeenkomsten met Japan en Nieuw-Zeeland - Uitbreiding van de EU............................................................. 49 INTERNE MARKT

- Motorvoertuigen - Wielen voor personenauto's en aanhangwagens ervan, koplampsystemen............................. 50 SCHEEPVAART

- Activiteiten van derde landen op het gebied van het vervoer over zee.................................................................. 50 NUCLEAIRE VRAAGSTUKKEN

- Systeem van nucleaire-veiligheidscontroles.......................................................................................................... 51 ONDERZOEK

- Euratom - Internationale overeenkomst inzake kernenergiesystemen................................................................... 51 MILIEU

- Kwaliteit van het zwemwater ............................................................................................................................... 51 JURIDISCHE ZAKEN

- Hof van Justitie van de EU - Door de nieuwe EU-lidstaten aangewezen autoriteiten........................................... 52 BENOEMINGEN

- Comité van de Regio's .......................................................................................................................................... 52
20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 6
NL
TRANSPARANTIE

- De openheid en transparantie in de Raad verbeteren * - Conclusies van de Raad ................................................ 53
- Toegang van het publiek tot documenten.............................................................................................................. 54
20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 7
NL
DEELNEMERS
De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd: België:
de heer Yves LETERME minister-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid
Tsjechische Republiek
de heer Jan MLÁDEK minister van Landbouw
Denemarken:
de heer Hans Christian SCHMIDT minister van Voedselvoorziening, Landbouw en Visserij de heer Lars BARFOED minister van Gezins- en Consumentenzaken Duitsland:
de heer Horst SEEHOFER minister van Consumentenbescherming, Voedselvoorziening en Landbouw
de heer Gert LINDEMANN Staatssecretaris, ministerie van Voedselvoorziening, Consumentenbescherming en Landbouw
Estland:
mevrouw Ester TUIKSOO minister van Landbouw
de heer Olavi TAMMEMÄE vice-minister van Milieubeheer Griekenland:
de heer Evangelos BASIAKOS minister van Plattelandsontwikkeling en Voedselvoorziening
Spanje:
mevrouw Elena ESPINOSA MANGANA minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening Frankrijk:
de heer Dominique BUSSEREAU minister van Landbouw en Visserij Ierland:
mevrouw Mary COUGHLAN minister van Landbouw en Voedselvoorziening de heer Pat the COPE GALLAGHER onderminister, ministerie van Communicatie, Mariene Aangelegenheden en Natuurlijke Hulpbronnen (belast met Mariene Aangelegenheden)
Italië:
de heer Paolo SCARPA BONAZZA BUORA staatssecretaris van Land- en Bosbouw Cyprus
de heer Panicos POUROS secretaris-generaal, ministerie Natuurlijke Rijkdommen en Milieu
Letland:
de heer MartiHs ROZE minister van Landbouw
Litouwen:
mevrouw Kazimira Danut÷ PRUNSKIENE minister van Landbouw Luxemburg:
de heer Fernand BODEN minister van Land- en Wijnbouw en plattelandsontwikkeling, minister van Middenstand, van Toerisme en van Volkshuisvesting
mevrouw Octavie MODERT staatssecretaris van Parlementszaken, staatssecretaris van Land- en Wijnbouw en Plattelandsontwikkeling,
staatssecretaris van Cultuur, Hoger Onderwijs en
Onderzoek

20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 8
NL
Hongarije
de heer András PÁSZTOHY politiek staatssecretaris, ministerie van Landbouw en Plattelandsontwikkeling
Malta
de heer George PULLICINO minister van Plattelandszaken en Milieubeheer Nederland:
de heer Cees VEERMAN minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Oostenrijk:
De heer Josef PRÖLL minister van Land- en Bosbouw, Milieubeheer en Waterhuishouding
Polen:
de heer Krzysztof JURGIEL minister van Landbouw en Plattelandsontwikkeling Portugal
de heer Jaime SILVA minister van Landbouw, Plattelandsontwikkeling en Visserij
Slovenië:
de heer Franc BUT staatssecretaris, ministerie van Land- en Bosbouw en Voedselvoorziening
Slowakije:
de heer Zsolt SIMON minister van Landbouw
Finland
de heer Juha KORKEAOJA minister van Land- en Bosbouw Zweden:
mevrouw Ann-Christin NYKVIST minister van Landbouw mevrouw Ingrida PETERSSON staatssecretaris, ministerie van Landbouw Verenigd Koninkrijk:
mevrouw Margaret BECKETT minister van Milieubeheer, Voedselvoorziening en Plattelandszaken
de heer Ben BRADSHAW staatssecretaris van Milieubeheer, Voedselvoorziening en Plattelandszaken
de heer Jim KNIGHT staatssecretaris van Plattelandszaken, Landschappen en Biodiversiteit
de heer Ross FINNIE onderminister van Milieu en Plattelandsontwikkeling (Schotse regering)
Commissie:
de heer Joe BORG lid
de heer Markos KYPRIANOU lid
mevrouw Mariann FISCHER BOEL lid
Secretariaat-generaal van de Raad:
De regeringen van de toetredende staten waren als volgt vertegenwoordigd: Bulgarije
de heer Roussi IVANOV plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger Roemenië:
de heer Mugur CRACIUN staatssecretaris van Land- en Bosbouw en Plattelandsontwikkeling

20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 9
NL
BESPROKEN PUNTEN
TAC's en QUOTA VOOR 2006
(14920/05+ ADD 1+ ADD 2 )
Na verscheidene uren onderhandelen heeft de Raad met gekwalificeerde meerderheid op basis van een compromis dat door het voorzitterschap in overleg met de Commissie is opgesteld en ter zitting is gewijzigd, zijn goedkeuring gehecht aan de verordening inzake de TAC's en quota waarin voor
2006 de vangstmogelijkheden en daaraan verbonden voorwaarden worden vastgesteld voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn. De Zweedse delegatie onthield zich. De tekst zal worden aangenomen en gepubliceerd zodra de tekst in alle officiële talen beschikbaar is.
De TAC's en quota voor 2006 worden gewijzigd zoals in de onderstaande bijlage. De voornaamste verhogingen ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel voor de betrokken soorten en gebieden betroffen ansjovis (Portugese kust en westelijke Portugese Azoren), +17,65%, zeeduivel (Golf van Biskaje), +22%, Langoustine (+30% in de Noorse Zee), en schol in de Ierse zee, het oostelijke en het westelijke deel van het Kanaal (+17%).
De voornaamste elementen van het compromis zijn:

* Diepzeesoorten (artikel 7): de visserij-inspanning voor 2006 wordt verminderd met 10%, in plaats van 20% in het voorstel. De visserij-inspanning voor diepzeesoorten was al in 2005 verminderd met 10% ten opzichte van de niveaus voor 2003.
* Toewijzing van de EG-TAC voor blauwe wijting: na het laattijdige akkoord tussen de EU en Noorwegen op 16 december, is de EG-TAC vastgesteld op 402 558 ton, verdeeld over 8 lidstaten. Drie delegaties zijn evenwel overeengekomen 7000 ton over te dragen aan drie andere delegaties met het oog op een evenwichtige toewijzing van nationale quota.
* Ansjovis in deelgebied VIII (Golf van Biskaje, artikel 5): een TAC-voorzorgsniveau van
5000 ton wordt vastgesteld per 1 maart 2006; deze hoeveelheid mag evenwel niet vóór
1 maart 2006 worden gevist en de TAC kan in 2006 worden herzien in het licht van nieuw wetenschappelijk advies. De Commissie zal de visserij-activiteiten op ansjovis in dit gebied stopzetten indien uit het wetenschappelijk advies van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de Visserij (STECF) van de Commissie blijkt dat de paaibiomassa in de paaitijd minder dan 28 000 ton bedraagt.

* Het voorstel voorzag aanvankelijk in een totaal verbod op de visserij op ansjovis in gebied VIII; dat verbod kon worden herzien op basis van het meest recente wetenschappelijk advies; bovendien kan de Commissie op basis de evaluatie van de paaibiomassa in mei 2006 TAC's vaststellen.

20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 10
NL

* Afwijking voor 3 extra dagen voor uitgebreid waarnemerstoezicht (visserij op kabeljauw, nephrops, zuidelijke heek en tong): met het oog op een betere controle op de visserij voorziet het compromis in de toewijzing aan de lidstaten van drie extra dagen voor vaartuigen die bepaalde soorten vistuig aan boord hebben, zulks in het kader van een uitgebreider programma voor waarnemerstoezicht in het kader van samenwerking tussen wetenschappers en de visserijindustrie.
* De door de Commissie voorgestelde sanctieregeling in geval van schending, door een vaartuig, van de verplichtingen in verband met de beperking van de visserij-inspanning of andere verplichtingen (maximum aantal dagen, voorwaarden voor afwijkingen, mededelingen betreffende vistuig, gebruik van vistuig van twee verschillende categorieën, doorvoer, registratie van gegevens) werd uit bijlage III geschrapt. Visserij-inspanning voor vaartuigen in het kader van het herstel van bepaalde bestanden (Kabeljauw bijlage IIIa):
- De berekening van de visserij-inspanning, aanvankelijk uitgedrukt in kilowattdagen, is geschrapt.

- Zeedagen voor kabeljauw: een vermindering van de beperking van de visserijinspanning
- van -15% tot gemiddeld -5% - en een overeenkomstige vermeerdering van het maximumaantal dagen per jaar dat een vaartuig, afhankelijk van het vistuig, in een gebied aanwezig mag zijn.

* Nephropsbestanden en zuidelijke heekbestanden (Bijlage II B): het aantal zeedagen (240) blijft ongewijzigd.

* Tongbestanden in het westelijke deel van het Kanaal: onder specifieke voorwaarden wordt voorzien in een afwijking van de beperking van de visserij-inspanning in aantal dagen voor vaartuigen met staande netten met een maaswijdte van meer dan 120 mm en met een vangstcijfer van minder dan 300 kg tong. De vermindering van de visserij-inspanning met 10% (216 dagen op zee in plaats van de huidige 240 dagen per jaar op zee) blijft ongewijzigd. In het voorstel is zoals gebruikelijk rekening gehouden met het recentste wetenschappelijke advies van de onafhankelijke Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) en met het advies van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de Visserij (STECF) van de Commissie zelf, alsook met de input van de belanghebbenden. De Commissie heeft haar voorstel op
5 december 2005 bij de Raad ingediend.1

1 Zie persbericht IP73/05 http://europa.eu.int/comm/fisheries/news_corner/press/inf05_73_en.htm
20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 11
NL
Soort
(Gebruikelijke
naam)
Soort (Wetenschappelijke
naam) ICES-visserijgebied TAC's 2005
Def.1
Voorstellen
van de
Commissie
voor EGTAC's

20062
% verschil ten
opzichte van
de TAC's

2005
Besluit Raad
(20-22
december

2005)
% verschil ten
opzichte van
de TAC's

2005
% verschil ten
opzichte van
Commissievoorstel

2006
TAC's voor 2005, Commissievoorstellen voor 2006, TAC's en besluiten van de Raad van 20-22 december 2005 Zandaal Ammodytidae IV (Noorse wateren) 10000 pm 0 -100,00% Zandaal Ammodytidae IIa (EU-wateren), IIIa, IV (EU-wateren) 655960 pm 25000 -96,19% Grote zilvervis Argentina silus I, II (EU- en internationale wateren) 116 116 0,00% 116 0,00% 0,00% Grote zilvervis Argentina silus III, IV (EU- and international wateren) 1331 1331 0,00% 1131 -15,03% -15,03% Grote zilvervis Argentina silus V, VI, VII, (EU- en internationale wateren) 5310 5310 0,00% 5310 0,00% 0,00% Lom BROSME brosme EU-wateren van de zones IIa, IV, Vb, VI, VII Niet relevant Niet relevant Lom BROSME brosme IV (Noorse wateren) 200 pm 200 0,00% Reuzenhaai Cetorhinus maximus EU-wateren de zones IV, VI en VII 0 0 0,00% 0 Sneeuwkrabben Chionoecetes spp. NAFO 0, 1 (Wateren van Groenland) 1000 1000 0,00% 1000 0,00% 0,00% Haring Clupea harengus Noorse wateren bezuiden 62° NB 1102 pm 963 -12,61% Haring
Clupea harengus IIIa (Skagerrak en Kattegat)) - HER/03A 106846 pm 70217 -34,28% Haring Clupea harengus I, II (EU- en internationale wateren) 89537 pm 62000 -30,75% Haring Clupea harengus IIa (EU-wateren), IV, VIId 50000 pm 42500 -15,00% Haring Clupea harengus IV benoorden 53°30' NB 305557 pm 272851 -10,70% Haring Clupea harengus IVc, VIId 74293 pm 50023 -32,67% Haring Clupea harengus Vb, VIaN (EU-wateren), VIb 29440 pm 33340 13,25% Haring Clupea harengus VIaS, VIIbc 14000 14000 0,00% 15400 10,00% 10,00% Haring Clupea harengus VIa Clyde 1000 800 -20,00% 800 -20,00% 0,00% Haring Clupea harengus VIIa 4800 4800 0,00% 4800 0,00% 0,00% Haring Clupea harengus VIIe, f 1000 1000 0,00% 1000 0,00% 0,00% Haring Clupea harengus VIIg, h, j, k 13000 11050 -15,00% 11050 -15,00% 0,00% Grenadiervis Coryphaenoides rupestris NAFO 0, 1 (Wateren van Groenland) 1035 pm 192 -81,45% Grenadiervis Coryphaenoides rupestris V, XIV (Wateren van Groenland) 285 pm 285 0,00%
20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 12
NL
Soort
(Gebruikelijke
naam)
Soort (Wetenschappelijke
naam) ICES-visserijgebied TAC's 2005
Def.1
Voorstellen
van de
Commissie
voor EGTAC's

20062
% verschil ten
opzichte van
de TAC's

2005
Besluit Raad
(20-22
december

2005)
% verschil ten
opzichte van
de TAC's

2005
% verschil ten
opzichte van
Commissievoorstel

2006
Grenadiervis Coryphaenoides rupestris Vb, VI, VII, (EU- en internationale wateren) 5253 -100,00% -100,00% Ansjovis Engraulis encrasicolus VIII 30000 0 -100,00% 5000 -83,33% 100,00% Ansjovis Engraulis encrasicolus IX, X, CECAF 34.1.1 (EU-wateren) 8000 6800 -15,00% 8000 0,00% 17,65% Kabeljauw Gadus morhua I, II (Noorse wateren) 19499 pm 18920 -2,97% Kabeljauw Gadus morhua Skagerrak 3773 3315 -12,14% 3207 -15,00% -3,26% Kabeljauw Gadus morhua Kattegat 1000 850 -15,00% 850 -15,00% 0,00% Kabeljauw Gadus morhua I, IIb 17757 pm 17229 -2,97% Kabeljauw Gadus morhua IIa (EU-wateren), IV 22659 pm 19260 -15,00% Kabeljauw Gadus morhua Noorse wateren bezuiden 62° NB 411 pm 382 -7,06% Kabeljauw Gadus morhua Vb (EU-wateren), VI, XII, XIV 721 613 -14,98% 613 -14,98% 0,00% Kabeljauw Gadus morhua VIIa 2150 1828 -14,98% 1828 -14,98% 0,00% Kabeljauw Gadus morhua VIIb-k, VIII, IX, X, CECAF 34.1.1 (EU-wateren) 6200 5270 -15,00% 5580 -10,00% 5,88% Kabeljauw Gadus morhua NAFO 0,1 inclusief V, XIV (Wateren van Groenland)
0 pm 0
Kabeljauw Gadus morhua NAFO 2J3KL 0 0 0
Kabeljauw Gadus morhua NAFO 3NO 0 0 0
Kabeljauw Gadus morhua NAFO 3M 0 0 0
Kabeljauw en
schelvis
Gadus morhua en
Melanogrammus aeglefinus
Vb (wateren van de Faeröer) 500 pm 500 0,00%
Noordelijke witte
tonijn
Germo alalunga Atlantische Oceaan (benoorden 5° NB) 50053,5 pm 40820 -18,45% Zuidelijke witte
tonijn
Germo alalunga Atlantische Oceaan (bezuiden 5° NB) 1914,7 pm 1914 -0,04% Witje
Glyptocephalus cynoglossus NAFO 2J3KL 0 0 % 0
Witje Glyptocephalus cynoglossus NAFO 3NO 0 0 0
Lange schol Hippoglossoides platessoides NAFO 3M 0 0 0,00% 0 0,00% 0,00% Lange schol Hippoglossoides platessoides NAFO 3LNO 0 0 0,00% 0 0,00% 0,00%
20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 13
NL
Soort
(Gebruikelijke
naam)
Soort (Wetenschappelijke
naam) ICES-visserijgebied TAC's 2005
Def.1
Voorstellen
van de
Commissie
voor EGTAC's

20062
% verschil ten
opzichte van
de TAC's

2005
Besluit Raad
(20-22
december

2005)
% verschil ten
opzichte van
de TAC's

2005
% verschil ten
opzichte van
Commissievoorstel

2006
Heilbot Hippoglossus hippoglossus V, XIV (Wateren van Groenland) 1000 pm 1000 0,00% Heilbot Hippoglossus hippoglossus NAFO 0, 1 (Wateren van Groenland) 200 pm 200 0,00% Kortvinpijlinktvis Illex illecebrosus NAFO gebieden 3 en 4 Niet relevant Scharretong Lepidorhombus spp. IIa (EU-wateren), IV (EU-wateren) 1740 1740 0,00% 1740 0,00% 0,00% Scharretong Lepidorhombus spp. Vb (EU-wateren), VI, XII, XIV 2880 2448 -15,00% 2880 0,00% 17,65% Scharretong Lepidorhombus spp. VII 19263 16374 -15,00% 18300 -5,00% 11,76% Scharretong Lepidorhombus spp. VIII a,b,d,e 2237 1901 -15,02% 2125 -5,01% 11,78% Scharretong Lepidorhombus spp. VIIIc, IX, X, CECAF 34.1.1 (EU-wateren) 1336 1136 -14,97% 1269 -5,01% 11,71% Geelstaartschar Limanda ferruginea NAFO 3LNO 0 0 0 Gewone schar en
bot
Limanda limanda en
Platichthys flesus
IIa (EU-wateren), IV (EU-wateren) 18000 16200 -10,00% 17100 -5,00% 5,56% Zeeduivel Lophiidae IIa (EU-wateren), IV (EU-wateren) 10314 10314 0,00% 10314 0,00% 0,00% Zeeduivel Lophiidae IV (Noorse wateren) 1800 pm 1750 -2,78% Zeeduivel Lophiidae Vb (EU-wateren), VI, XII, XIV 4686 4686 0,00% 4686 0,00% 0,00% Zeeduivel Lophiidae VII 25082 27798 10,83% 26456 5,48% -4,83% Zeeduivel Lophiidae VIIIa,b,d,e 6120 6120 0,00% 7462 21,93% 21,93% Zeeduivel Lophiidae VIIIc, IX, X, CECAF 34.1.1 (EU-wateren) 1955 1662 -14,99% 1857 -5,01% 11,73% Blauwe marlijn Makaira nigricans Atlantische Oceaan 103 pm 103 0,00% Lodde Mallotus villosus V, XIV (Wateren van Groenland) 50050 pm 0 -100,00% Lodde Mallotus villosus IIb 0 pm 0
Lodde Mallotus villosus NAFO 3NO 0 0 0 !
Schelvis Melanogrammus aeglefinus I, II (Noorse wateren) 2260 pm 2760 22,12% Schelvis Melanogrammus aeglefinus Noorse wateren bezuiden 62° NB 761 pm 707 -7,10%
20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 14
NL
Soort
(Gebruikelijke
naam)
Soort (Wetenschappelijke
naam) ICES-visserijgebied TAC's 2005
Def.1
Voorstellen
van de
Commissie
voor EGTAC's

20062
% verschil ten
opzichte van
de TAC's

2005
Besluit Raad
(20-22
december

2005)
% verschil ten
opzichte van
de TAC's

2005
% verschil ten
opzichte van
Commissievoorstel

2006
Schelvis Melanogrammus aeglefinus IIIa, IIIbcd (EU-wateren) 3 610 pm 2935 Schelvis Melanogrammus aeglefinus IIa (EU-wateren), IV 51321 pm 44546 -13,20% Schelvis Melanogrammus aeglefinus VIb, XII, XIV 702 597 -14,96% 597 -14,96% 0,00% Schelvis Melanogrammus aeglefinus Vb, VIa (EU-wateren) 7600 7810 2,76% 7810 2,76% 0,00% Schelvis Melanogrammus aeglefinus VII, VIII, IX, X, CECAF 34.1.1 (EU-wateren) 11520 11520 0,00% 11520 0,00% 0,00% Wijting Merlangius merlangus IIIa 723 pm 910 25,86% Wijting Merlangius merlangus IIa (EU-wateren), IV 19800 pm 17370 -12,27% Wijting Merlangius merlangus Vb (EU-wateren), VI, XII, XIV 1600 1360 -15,00% 1360 -15,00% 0,00% Wijting Merlangius merlangus VIIa 514 437 -14,98% 437 -14,98% 0,00% Wijting Merlangius merlangus VIIb-k 21600 18360 -15,00% 19940 -7,69% 8,61% Wijting Merlangius merlangus VIII 3600 3600 0,00% 3600 0,00% 0,00% Wijting Merlangius merlangus IX, X, CECAF 34.1.1 (EU-wateren) 816 653 -19,98% 653 -19,98% 0,00% Wijting en witte
koolvis
Merlangius merlangus en
Pollachius pollachius
Noorse wateren bezuiden 62° NB 190 pm 190 0,00%
Heek Merluccius merluccius IIIa, IIIbcd (EU-wateren) 1284 1323 3,04% 1323 3,04% 0,00% Heek Merluccius merluccius IIa (EU-wateren), IV (EU-wateren) 1496 1541 3,01% 1541 3,01% 0,00% Heek Merluccius merluccius Vb (EU-wateren), VI, VII, XII, XIV 23888 24617 3,05% 24617 3,05% 0,00% Heek Merluccius merluccius VIII a, b, d, e 15932 16419 3,06% 16419 3,06% 0,00% Heek Merluccius merluccius VIIIc, IX, X, CECAF 34.1.1 (EU-wateren) 5968 6661 11,61% 6661 11,61% 0,00% Blauwe wijting Micromesistius poutassou I, II, III, IV, V, VI, VII, VIIIa,b,d,e, XII, XIV, XIIIc, IX, X, CECAF 34.1.1

901257 402557 -55,33%
Tongschar en
witje
Microstomus kitt en
Glyptocephalus cynoglossus
IIa (EU-wateren), IV (EU-wateren) 6500 5850 -10,00% 6175 -5,00% 5,56% Blauwe leng Molva dypterigia IIa, IV, Vb, VI, VII (EU-wateren) Niet relevant Niet relevant Niet relevant Leng Molva molva I, II (EU- en internationale wateren) 45 45 0,00% 45 0,00% 0,00% Leng Molva molva III (EU-wateren) 136 136 0,00% 136 0,00% 0,00% Leng Molva molva IV (EU-wateren) 3966 3966 0,00% 3966 0,00% 0,00%
20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 15
NL
Soort
(Gebruikelijke
naam)
Soort (Wetenschappelijke
naam) ICES-visserijgebied TAC's 2005
Def.1
Voorstellen
van de
Commissie
voor EGTAC's

20062
% verschil ten
opzichte van
de TAC's

2005
Besluit Raad
(20-22
december

2005)
% verschil ten
opzichte van
de TAC's

2005
% verschil ten
opzichte van
Commissievoorstel

2006
Leng Molva molva V (EU- en internationale wateren) 48 48 0,00% 48 0,00% 0,00% Leng Molva molva VI VII, VIII, IX, X, XII, XIV (EU- en internationale wateren)

14966 14966 0,00% 14966 0,00% 0,00%
Leng
Molva molva IV (Noorse wateren) 1000 pm 1000 0,00% Leng Molva molva EU-wateren van de zones IIa, IV, Vb, VI, VII Niet relevant Niet relevant Niet relevant Leng en Blauwe
leng
Molva molva en Molva
dypterigia
Vb (wateren van de Faeröer) 3240 pm 3065 -5,40%
Langoustine Nephrops norvegicus IIIa (EU-wateren), IIIbcd (EU-wateren) 4700 4700 0,00% 5170 10,00% 10,00% Langoustine Nephrops norvegicus IIa (EU-wateren), IV (EU-wateren) 21350 21597 1,16% 28417 33,10% 31,58% Langoustine
Nephrops norvegicus Vb (EU-wateren), VI 12700 13255 4,37% 17675 39,17% 33,35% Langoustine Nephrops norvegicus VII 19544 17450 -10,71% 21498 10,00% 23,20% Langoustine Nephrops norvegicus VIII a, b, d, e 3100 3500 12,90% 4030 30,00% 15,14% Langoustine Nephrops norvegicus VIIIc 162 146 -9,88% 146 -9,88% 0,00% Langoustine Nephrops norvegicus IV (Noorse wateren) 1000 pm -100,00% Langoustine Nephrops norvegicus IX, X, CECAF 34.1.1 (EU-wateren) 540 486 -10,00% 486 -10,00% 0,00% Noorse garnaal Pandalus borealis IIIa 5719 pm 11200 95,84% Noorse garnaal Pandalus borealis IIa (EU-wateren), IV (EU-wateren) 4980 pm 4980 0,00% Noorse garnaal Pandalus borealis Noorse wateren bezuiden 62°00' NB 1051 pm 1058 0,67% Noorse garnaal Pandalus borealis V, XIV (Wateren van Groenland) 5675 pm 5675 0,00% Noorse garnaal Pandalus borealis NAFO 0, 1 (Wateren van Groenland) 4000 pm 4000 0,00% Noorse garnaal Pandalus borealis NAFO 3L 144 245 70,14% 245 70,14% 0,00% Noorse garnaal Pandalus borealis NAFO 3M Niet relevant pm 0 Peneide garnalen Penaeus spp Frans-Guyana 4000 4000 0,00% 4000 0,00% 0,00% Schol Pleuronectes platessa Skagerrak 7448 6460 -13,27% 1615 -78,32% -75,00% Schol Pleuronectes platessa Kattegat 1900 1615 -15,00% 1920 1,05% 18,89% Schol Pleuronectes platessa IIIbcd (EU-wateren) 3766 3766 0,00% 3766 0,00% 0,00% Schol Pleuronectes platessa IIa (EU-wateren), IV 57370 pm 55820 -2,70% Schol Pleuronectes platessa Vb (EU-wateren), VI, XII, XIV 982 786 -19,96% 786 -19,96% 0,00%
20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 16
NL
Soort
(Gebruikelijke
naam)
Soort (Wetenschappelijke
naam) ICES-visserijgebied TAC's 2005
Def.1
Voorstellen
van de
Commissie
voor EGTAC's

20062
% verschil ten
opzichte van
de TAC's

2005
Besluit Raad
(20-22
december

2005)
% verschil ten
opzichte van
de TAC's

2005
% verschil ten
opzichte van
Commissievoorstel

2006
Schol Pleuronectes platessa VIIa 1608 1367 -14,99% 1608 0,00% 17,63% Schol Pleuronectes platessa VII b, c 160 136 -15,00% 144 -10,00% 5,88% Schol Pleuronectes platessa VII d, e 5151 4378 -15,01% 5151 0,00% 17,66% Schol Pleuronectes platessa VII f, g 476 405 -14,92% 476 0,00% 17,53% Schol Pleuronectes platessa VII h, j, k 466 396 -15,02% 396 -15,02% 0,00% Schol Pleuronectes platessa VIII, IX, X, CECAF 34.1.1 (EU-wateren) 448 448 0,00% 448 0,00% 0,00% Witte koolvis Pollachius pollachius Vb (EU-wateren), VI, XII, XIV 563 450 -20,07% 450 -20,07% 0,00% Witte koolvis Pollachius pollachius VII 17000 13600 -20,00% 15300 -10,00% 12,50% Witte koolvis
Pollachius pollachius VIII a, b, d, e 1680 1680 0,00% 1680 0,00% 0,00% Witte koolvis Pollachius pollachius VIIIc 328 262 -20,12% 262 -20,12% 0,00% Witte koolvis Pollachius pollachius IX, X, CECAF 34.1.1 (EU-wateren) 288 230 -20,14% 288 0,00% 25,22% Koolvis Pollachius virens I, II (Noorse wateren) 3600 pm 3600 0,00% Koolvis Pollachius virens I, II (international wateren) 0 pm 0 Koolvis Pollachius virens IIa (EU-wateren), IIIa, IIIbcd (EU-wateren), IV 69600 pm 59160 -15,00% Koolvis Pollachius virens Noorse wateren bezuiden 62° NB 947 pm 880 -7,07% Koolvis Pollachius virens Vb (wateren van de Faeröer) 2500 pm 2800 12,00% Koolvis Pollachius virens Vb (EU-wateren), VI, XII, XIV 15044 12787 -15,00% 12787 -15,00% 0,00% Koolvis Pollachius virens VII, VIII, IX, X, CECAF 34.1.1 (EU-wateren) 5574 4738 -15,00% 4738 -15,00% 0,00% Tarbot en griet Psetta maxima en
Scophthalmus rhombus
IIa (EU-wateren), IV (EU-wateren) 4550 4095 -10,00% 4323 -4,99% 5,57% Roggen Rajidae NAFO 3LNO 8500 8500 0,00% 8500 0,00% 0,00% Roggen Rajidae IIa (EU-wateren), IV (EU-wateren) 3220 2737 -15,00% 2737 -15,00% 0,00% Zwarte heilbot Reinhardtius hippoglossoides IIa (EU-wateren), IV, VI (EU-wateren en internationale wateren)

1042 1042 0,00% 1052 0,96% 0,96%
Zwarte heilbot Reinhardtius hippoglossoides I, II (Noorse wateren) 100 pm 75 -25,00% Zwarte heilbot Reinhardtius hippoglossoides I, II (international wateren) 0 pm 0 Zwarte heilbot Reinhardtius hippoglossoides V, XIV (Wateren van Groenland) 6300 pm 6300 0,00%
20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 17
NL
Soort
(Gebruikelijke
naam)
Soort (Wetenschappelijke
naam) ICES-visserijgebied TAC's 2005
Def.1
Voorstellen
van de
Commissie
voor EGTAC's

20062
% verschil ten
opzichte van
de TAC's

2005
Besluit Raad
(20-22
december

2005)
% verschil ten
opzichte van
de TAC's

2005
% verschil ten
opzichte van
Commissievoorstel

2006
Zwarte heilbot Reinhardtius hippoglossoides NAFO 0, 1 (Wateren van Groenland) 1500 pm 1500 0,00% Zwarte heilbot Reinhardtius hippoglossoides NAFO 3LMNO 8254 8038 -2,62% 8038 -2,62% 0,00% Makreel Scomber scombrus IIa (Noorse wateren) pm
Makreel Scomber scombrus IIa (EU-wateren), IIIa, III b, c, d (EU-wateren), IV 17067 pm 17621 3,25% Makreel Scomber scombrus II a) (niet-EU-wateren), Vb (EU-wateren), VI, VII, VIIIa, b, d, e, XII, XIV

217477 pm 225837 3,84%
Makreel Scomber scombrus Vb (wateren van de Faeröer) 2763 pm -100,00% Makreel Scomber scombrus VIIIc, IX, X, CECAF 34.1.1 (EU-wateren) 24873 pm 26176 5,24% Roodbaars Sebastes spp. V, XII, XIV 15513 pm 9463 -39,00% Roodbaars Sebastes spp. I, II (Noorse wateren) 1500 pm 1500 0,00% Roodbaars Sebastes spp. V, XIV (Wateren van Groenland) 15938 pm 13229 -17,00% Roodbaars Sebastes spp. Va (Wateren van IJsland) 3000 pm 0 -100,00% Roodbaars Sebastes spp. Vb (wateren van de Faeröer) 4000 pm 3000 -25,00% Roodbaars Sebastes spp. NAFO 3M 7813 7813 0,00% 7813 0,00% 0,00% Roodbaars Sebastes spp. NAFO 3LN 0 0 0
Roodbaars Sebastes spp. NAFO 3O 7000 7000 0,00% 7000 0,00% 0,00% Tong Solea solea IIIa, IIIbcd (EU-wateren) 900 900 0,00% 900 0,00% 0,00% Tong Solea solea II, (IIa), IV (EU- wateren) 18320 pm 17470 -4,64% Tong Solea solea Vb (EU-wateren), VI, XII, XIV 68 68 0,00% 68 0,00% 0,00% Tong Solea solea VIIa 960 960 0,00% 960 0,00% 0,00% Tong Solea solea VIIb, c 65 64 -1,54% 64 -1,54% 0,00% Tong Solea solea VIId 5700 5720 0,35% 5720 0,35% 0,00% Tong Solea solea VIIe 865 940 8,67% 940 8,67% 0,00% Tong Solea solea VIIf, g 1000 880 -12,00% 950 -5,00% 7,95% Tong Solea solea VII h, j, k 650 553 -14,92% 650 0,00% 17,54% Tong Solea solea VIII a, b 4140 4060 -1,93% 4060 -1,93% 0,00%
20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 18
NL
Soort
(Gebruikelijke
naam)
Soort (Wetenschappelijke
naam) ICES-visserijgebied TAC's 2005
Def.1
Voorstellen
van de
Commissie
voor EGTAC's

20062
% verschil ten
opzichte van
de TAC's

2005
Besluit Raad
(20-22
december

2005)
% verschil ten
opzichte van
de TAC's

2005
% verschil ten
opzichte van
Commissievoorstel

2006
Tong Solea spp. VIIIc, d, e, IX, X, CECAF 34.1.1 (EU-wateren) 1216 1216 0,00% 1216 0,00% 0,00% Sprot Sprattus sprattus IIIa 46250 50000 8,11% 50000 8,11% 0,00% Sprot Sprattus sprattus IIIbcd (EU-wateren) 490636 468000 -4,61% 468000 -4,61% 0,00% Sprot Sprattus sprattus IIa (EU-wateren), IV (EU-wateren) 250000 pm 263540 5,42% Sprot Sprattus sprattus VIId, e 7680 6144 -20,00% 6144 -20,00% 0,00% Doornhaai/hondsh
aai
Squalus acanthias IIa (EU-wateren), IV (EU-wateren) 1136 pm 961 -15,40% Witte marlijn Tetrapturus alba Atlantische Oceaan 46,5 pm 46,5 0,00% Grootoogtonijn Thunnus obesus Atlantische Oceaan 44475,4 pm 46507 4,57% Blauwvintonijn Thunnus thynnus Atlantische Oceaan (ten oosten van 45° WL) en Middellandse Zee

18331 pm 18301 -0,16%
Horsmakreel Trachurus spp. IIa (EU-wateren), IV (EU-wateren) 40616 pm 40957 0,84% Horsmakreel Trachurus spp. Vb (EU-wateren), VI, VII, VIIIa,b,d, e, XII, XIV 133223 pm 135257 1,53% Horsmakreel Trachurus spp. VIIIc, IX 55000 46750 -15,00% 55000 0,00% 17,65% Horsmakreel Trachurus spp. X, CECAF Azoren 3200 3200 0,00% 3200 0,00% 0,00% Horsmakreel Trachurus spp. CECAF Madeira 1600 1280 -20,00% 1280 -20,00% 0,00% Horsmakreel Trachurus spp. CECAF Canarische eilanden 1600 1280 -20,00% 1280 -20,00% 0,00% Noorse kever Trisopterus esmarki IIa (EU-wateren), IIIa, IV (EU-wateren) 0 0 0 Noorse kever Trisopterus esmarki IV (Noorse wateren) 5000 pm 5000 0,00% Witte heek Urophycis tenuis NAFO 3NO 5000 5000 0,00% 5000 0,00% 0,00% Zwaardvis Xiphias gladius Atlantische Oceaan (benoorden 5° NB) 7700,4 pm 6760 -12,21% Zwaardvis Xiphias gladius Atlantische Oceaan (bezuiden 5° NB) 6966,7 pm 5780 -17,03% Gecombineerde
quota
EU-wateren van de zones Vb, VI en VII Niet relevant Niet relevant Niet relevant Bijvangsten NAFO 0, 1 (Wateren van Groenland) 2000 pm 2000 0,00% Diepzeehaaien
V, VI, VII, VIII, IX (EU- en internationale
wateren)

6763 -100,00% -100,00%
Diepzeehaaien X (EU- en internationale wateren) 120 -100,00% -100,00% Platvis Vb (wateren van de Faeröer) 600 pm 450 -25,00%
20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 19
NL
Soort
(Gebruikelijke
naam)
Soort (Wetenschappelijke
naam) ICES-visserijgebied TAC's 2005
Def.1
Voorstellen
van de
Commissie
voor EGTAC's

20062
% verschil ten
opzichte van
de TAC's

2005
Besluit Raad
(20-22
december

2005)
% verschil ten
opzichte van
de TAC's

2005
% verschil ten
opzichte van
Commissievoorstel

2006
Industrievisserij IV (Noorse wateren) 800 pm 800 0,00% Andere soorten IV (Noorse wateren) 7000 pm 7000 0,00% Andere soorten EU-wateren van de zones IIa, IV, VIa (benoorden
56°30' NB)
Niet relevant Niet relevant niet relevant
Andere soorten I, II (Noorse wateren) 450 pm 450 0,00% Andere soorten Vb (wateren van de Faeröer) 760 pm 760 0,00% Verordening (EG) nr. 27/2005 van de Raad 22 december 2004, Bijlagen IA, IB, IC, ID, IE en Verordening 2270/2004 van de Raad van 22 december 2004 Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van de TAC's en quota's voor 2006, Bijlagen IA, IB, IC en ID. laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1300/2005 van de Raad laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 860/2005 van de Raad Atlantische zalm in aantallen
Blauwe wijting EG-TAC verlaagd overeenkomstig de overeenkomst tussen de EG en Noorwegen van 16.12.2005.
20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 20
NL
TAC's en QUOTA VOOR 2006 - OOSTZEE
(14919/05)
De Raad heeft met gekwalificeerde meerderheid - de Zweedse delegatie stemde tegen - op basis van een compromis van het voorzitterschap waaraan de Commissie haar goedkeuring heeft gehecht, de Verordening aangenomen tot vaststelling, voor 2006, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Oostzee van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften. De Zweedse delegatie deelde mee voornemens te zijn een verklaring af te leggen.
De voornaamste elementen van het compromis zijn:

* De TAC voor kabeljauw in de oostelijke Oostzee blijft dezelfde als in het voorstel, met een toename (45 339 ton) ten opzichte van het huidige niveau in 2005 (38 882 ton); De TAC in de westelijke Oostzee zou dezelfde blijven als in het voorstel (28 400 ton), zijnde een lichte toename ten opzichte van het huidige niveau in 2005 (24 700 ton); Een vergelijkende tabel met TAC's is bijgevoegd.

* Beperking van de visserij-inspanning: het compromis voorziet, zoals in het oorspronkelijke voorstel was gepland, in een roll-over van de visserij-inspanning ten opzichte van de huidige situatie in de westelijke Oostzee, met een visserijverbod van 61 dagen voor kabeljauw en platvis in de westelijke Oostzee en een vermindering van de visserij-inspanning in de oostelijke Oostzee door een visserijverbod van 92 dagen, zoals door de Internationale Visserijcommissie voor de Oostzee is overeengekomen voor de kabeljauwvisserij met specifiek vistuig in de deelgebieden
25-27 van de oostelijke Oostzee. Deze beperking van de visserij-inspanning zou worden onderverdeeld in sluitingsperiodes in de zomer (oostelijke Oostzee) en de lente (westelijke Oostzee). Buiten deze periodes zal een door de lidstaten vast te stellen aanvullende beperking van de visserij-inspanning worden toegepast van 30 dagen in de westelijke Oostzee en 27 dagen in deelgebieden 25-27. Het visserijverbod bedraagt in totaal 91 dagen in de westelijke Oostzee en 119 dagen in deelgebieden 25-27, in plaats van de bestaande regeling tot beperking van de visserij-inspanning van 61 dagen in de westelijke Oostzee en 138 dagen in deelgebieden 25-32. Vaartuigen met staande netten met een lengte over alles van minder dan 12 meter mogen vissen, mits hun bijvangsten aan kabeljauw niet meer bedragen dan 10%. De deelgebieden 28-32 zijn uitgesloten van het verbod, gezien de lage concentratie kabeljauw in deze vangstgebieden.
* Beperkingen voor de visserij: drie gebieden blijven gesloten tijdens het paaiseizoen - 1 mei tot en met 31 oktober - in plaats van het hele jaar door. Voor zalmvisserij wordt evenwel in een afwijking voorzien voor specifiek vistuig met wijdere mazen.
* Tolerantiemarge en voorafgaande kennisgeving: de kapitein van een communautair vissersvaartuig met een bepaalde hoeveelheid kabeljauw aan boord moet de autoriteiten van de vlaggenstaat voor de volledige aan boord gehouden vangst per soort de hoeveelheid in levend gewicht opgeven wanneer hij de Oostzee oversteekt van west naar oost en omgekeerd. Vaartuigen die met een Satellietvolgsysteem voor vissersvaartuigen (VMS) zijn uitgerust, worden evenwel van deze verplichting vrijgesteld.

20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 21
NL

* Beperkingen voor de visserij op bot en tarbot: in het compromis is de visserij op bot en tarbot in de visserijzones van de oostelijke Oostzee verboden gedurende drie en een halve maand (15 februari tot en met 31 mei) voor bot en gedurende twee maanden (1 juni tot en met 31 juli) voor tarbot.
De Commissie zal in het voorjaar van 2006 een herstelplan op lange termijn voor Oostzeekabeljauw indienen.
Het voorstel dat op 29 november 2005 door de Commissie bij de Raad is ingediend, voorziet in de vaststelling van TAC's en quota in de Oostzee (bijlage I) en in beperkingen van de visserijinspanning (bijlage II), alsmede in technische maatregelen en controlemaatregelen (bijlage III). De TAC's voor 2006 werden algemeen gesproken op een hoger niveau vastgesteld dan voor 2005; er was met name een toename van de TAC voor de kabeljauwbestanden met ruwweg 15% en een vermindering van de TAC voor sprotbestanden met 15%. Het voorstel hield echter ook een grotere beperking van de visserij-inspanning in ten opzichte van de huidige situatie in de westelijke Oostzee, met een verbod op kabeljauwvisserij in de westelijke Oostzee van 91 dagen (in plaats van de huidige 61) en een geringere beperking van de visserij-inspanning in de oostelijke Oostzee, met
118 dagen voor kabeljauwvisserij in de oostelijke Oostzee (in plaats van 138 nu). De beperking van de inspanning kan worden onderverdeeld in sluitingsperioden in de zomer en de lente, in combinatie met de sluiting van de visserij op zondagen gedurende bepaalde periodes. Ook zijn er drie gebieden gesloten voor visserijactiviteiten. De rechtsgrond is Verordening (EG) nr. 2371/2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid, met name artikel 20 over de toewijzing van vangstmogelijkheden. Het voorstel heeft geen gevolgen voor de EG-begroting. De huidige bijlage III van Verordening (EG) nr. 27/2005 voorziet in overgangsmaatregelen op technisch en controlegebied voor de kabeljauwvisserij in de Oostzee. De huidige bepalingen van deze verordening voorzien in een verbod om tijdens de volgende perioden op kabeljauw te vissen: gedurende 2 maanden in de westelijke Oostzee (1 maart tot en met 30 april) en vier en een halve maand in de oostelijke Oostzee (1 mei tot en met 15 september), en in de sluiting van drie visserijgebieden in de Oostzee.
Volgens wetenschappelijk advies dat de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (ICES) afgelopen juni heeft verstrekt, is de situatie van het kabeljauwbestand in de westelijke (gebieden
22-24) en de oostelijke (gebieden 25-32) Oostzee zeer ernstig: voor de paaibiomassa in die gebieden bestaat het risico van verminderde reproductiecapaciteit. Uit de visserijsterfte blijkt dat het bestand overbevist is. De lidstaten die betrokken zijn bij de visserij in de Oostzee zijn Denemarken, Zweden, Estland, Finland, Letland, Litouwen, Polen en Duitsland.
20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 22
NL
Oostzee-TAC's in 2005, Commissievoorstellen voor Oostzee-TAC's in 2006 en Besluit van de Raad voor 2006 Soort
(gebruikelijke
naam
Soort
(wetenschappelijke
naam
ICES-visserijgebied
EG TAC's

2005 in ton
Voorstellen van
de Commissie
voor EG-TAC'S

2006 in ton
%
verschil ten
opzichte van
de EGTAC's

2005
Besluit van de
Raad voor
EG-TAC's
voor 2006 in
ton
%
verschil
ten opzichte
van de EGTAC's

2005
%
verschil
met het
voorstel
van de
Commissie
haring Clupea harengus Oostzee -
deelgebieden 30-31

86856 91600 5,46% 91600 5,46% 0%
haring Clupea harengus Oostzee -
deelgebieden 22-24

46000 47500 3,26% 47500 3,26% 0%
haring Clupea harengus Oostzee -
deelgebieden

116172 115842 -0,28% 115842 -0,28% 0%

25-27, 28.2, 29, 32
haring Clupea harengus Oostzee -
deelgebieden 28-1

38000 40000 5,26% 40000 5,26% 0%
kabeljauw Gadus morhua Oostzee -
deelgebieden 25-32

38882 45339 16,61% 45339 16,61% 0%
kabeljauw Gadus morhua Oostzee -
deelgebieden 22-24

24700 28400 14,98% 28400 14,98% 0%
schol Pleuronectes
platessa
III b, c,d 3766 3766 0,00% 3766 0,00% 0%
atlantische zalm Salmo salar III b, c,d 451260 451260 0,00% 451260 0,00% 0% atlantische zalm Salmo salar Oostzee -
deelgebieden 32

15419 15419 0,00% 15419 0,00% 0%
sprot Sprattus sprattus III b, c,d 490636 420826 -14,23% 420826 -14,23% 0% Opmerking: de cijfers voor Atlantische zalm zijn in getallen weergegeven
20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 23
NL
TONGBESTANDEN
De Raad heeft op basis van een compromisvoorstel van het voorzitterschap dat door de Commissie is onderschreven een unaniem politiek akkoord bereikt over het voorstel voor een verordening inzake de tongbestanden in de Golf van Biskaje (5199/04). Zodra de juristen-vertalers de tekst hebben bijgewerkt, zal de Raad de verordening formeel aannemen. De ontwerp-verordening, die sedert januari 2004 behandeld wordt, is in twee delen opgesplitst: conform het compromis van het voorzitterschap wordt een meerjarenplan voor de duurzame exploitatie van het tongbestand in de Golf van Biskaje opgesteld, en zal over het andere deel van het voorstel, dat betrekking heeft op de tongbestanden in het Westelijk Kanaal, in een later stadium een besluit worden genomen.
Terwijl het voorstel voorzag in een plan voor het herstel van de tongbestanden in beide gebieden binnen veilige biologische grenzen, beoogt het compromis de paaibiomassa van tong uit de Golf van Biskaje in 2008 boven een voorzorgsniveau van 13.000 ton te brengen. Daarna stelt de Raad streefwaarden voor de visserijsterfte op lange termijn en een percentage voor de vermindering van de visserijsterfte vast. In plaats van een regeling tot beperking van de visserij-inspanning op basis van het maximaal toegestane aantal kilowattdagen, worden in het compromis twee alternatieven voorgesteld: ofwel wordt door de lidstaten een speciaal visdocument voor tong uit de Golf van Biskaje afgegeven voor vaartuigen die meer dan 2.000 kg ton tong opvissen, ofwel mag voor een lidstaat met een quotum voor tong in dit gebied van minder dan 10% van de totale TAC het niveau van de visserij-inspanning het referentieniveau van de visserij-inspanning voor 2005 niet overschrijden. De visserij-inspanning is het product van het motorvermogen in kilowatt en het aantal visdagen in het gebied.

20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 24
NL
VOGELGRIEP
(8630/05 + ADD 1, 15551/05 ADD 1 en 2)
De Raad heeft unaniem de herziene richtlijn over vogelgriep (doc. 15146/05) aangenomen en de verklaring van de Commissie (doc. 15551/05 ADD 1) in zijn notulen opgenomen. De Raad heeft, op basis van een compromisvoorstel van het voorzitterschap dat door de Commissie is onderschreven, ook unaniem een politiek akkoord bereikt over de tekst van het besluit waarbij de bijdrage van de EU tot de uitroeiingsmaatregelen (doc. 15551/05 ADD 2) worden vastgesteld. De tekst wordt nu toegezonden aan de juristen-vertalers en zal vervolgens in een komende Raadszitting formeel worden aangenomen.
Die voorstellen werden afgelopen mei bij de Raad ingediend. Doel van de richtlijn is de huidige communautaire maatregelen betreffende aviaire influenza (AI) overeenkomstig Richtlijn 92/40/EEG van de Raad aan te passen om uitbraken van deze ziekte beter te kunnen voorkomen en bestrijden en om de eraan verbonden gezondheidsrisico's, kosten, verliezen en de negatieve consequenties voor de samenleving als geheel te beperken. De richtlijn treedt in de lidstaten uiterlijk op 1 juli 2007 in werking. In het aan de Raad voorgelegde ontwerp-besluit (15551/05 ADD 2) wordt het communautaire medefinancieringspercentage voor HPAI en LPAI vastgesteld op 50% voor de kosten van de lidstaat voor de schadeloosstelling van de veehouders voor het doden, de destructie van de dieren, de destructie van de dierproducten, het reinigen en het ontsmetten van het bedrijf en het materiaal, de destructie van besmet voer en de destructie van besmet materiaal, voorzover het materiaal niet kan worden ontsmet,
In het voorstel voor een besluit wordt het communautaire medefinancieringspercentage voor laagpathogene aviaire influenza (LPAI) vastgesteld op 30% voor de kosten van het ruimingsbeleid na uitbraken van LPAI. De bijdrage is in vergelijking met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza (HPAI) volgens de Commissie terecht lager omdat de lidstaten de keuze moeten behouden om bij LPAI al dan niet te ruimen. Een hogere bijdrage van de Gemeenschap zou ertoe kunnen leiden dat de lidstaten onoordeelkundig gebruik maken van deze mogelijkheid. Het communautaire medefinancieringspercentage voor HPAI vastgesteld op 50% voor de jaarlijks uit te voeren bewakingsprogramma's van de lidstaten. Wat inentingen betreft, verleende Gemeenschap zoals voorheen alleen bij noodinentingen financiële steun (zie hierboven). Ook de bepalingen over de medefinanciering van maatregelen ter bestrijding van HPAI zijn niet veranderd. Het meest heikele punt betreft het besluit, omdat dit voor de lidstaten en de Gemeenschap elk een passend deel van de financiële lasten vaststelt. Op technisch niveau stelden verscheidene delegaties voor dat zij een medefinancieringspercentage van 50% voor HPAI en LPAI zouden opbrengen, gelet op het feit dat het virus van goedaardig naar kwaadaardig zou kunnen omslaan.
20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 25
NL
Onder de huidige wetgeving - Beschikking 90/424/EEG - verleent de Gemeenschap een financiële bijdrage (50%) aan de lidstaten voor bepaalde uitgaven bij de uitroeiing van HPAI, namelijk voor de vergoeding van landbouwers van wie de vogels zijn geslacht en vernietigd om de ziekte uit te roeien, voor reiniging en ontsmetting en voor de destructie van eieren, voer en andere mogelijk besmette materialen. De Gemeenschap kan ook 100% van de vaccinatiekosten en 50 % van de kosten voor een noodvaccinatie (met een niet-preventief karakter) vergoeden. De rechtsgrond is artikel 37 van het Verdrag, en de adviesprocedure is van toepassing zodat het advies van het Europees Parlement niet juridisch bindend is. Het Europees Parlement heeft op
1 december advies uitgebracht.

20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 26
NL
GM-LIJN 1507
(13042/05, 14565/1/05)
De Raad heeft geen overeenkomst bereikt over het voorstel voor een beschikking tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van voedingsmiddelen die de genetisch gemodificeerde maïslijn 1507 bevatten. Aangezien de voor de aanneming of verwerping van dit voorstel vereiste gekwalificeerde meerderheid niet is bereikt, zal het dossier ter besluitvorming naar de Commissie worden gezonden.
Het voorstel is gebaseerd op Verordening (EG) nr.1829/2005 over genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders, waaruit met name de specifieke vereisten inzake etikettering, controle van de gevolgen voor het milieu en inschrijving in het communautaire register zijn overgenomen. Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1946/2003 voorziet het voorstel er tevens in dat de partijen bij het Protocol van Cartagena van het besluit in kennis worden gesteld. In het op 3 maart 2005 uitgebrachte advies concludeert de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid dat er geen aanwijzingen zijn dat het in de handel brengen van deze levensmiddelen schadelijke gevolgen voor de gezondheid van mens of dier of het milieu zal hebben. Op 3 juni 2005 is een ontwerp-tekst van de Commissie waarbij voor de betrokken levensmiddelen een vergunning wordt verleend, ter stemming voorgelegd aan het Permanent Comité voor de voedselketen, dat evenwel terzake geen advies kon uitbrengen.
20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 27
NL
BETERE REGELGEVING IN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID - Conclusies van de Raad
De Raad nam de volgende conclusies aan:
"DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
BEKLEMTONEND dat een beter regelgevingskader in de Europese Unie, zowel op het niveau van de Gemeenschap als van de lidstaten, van cruciaal belang is voor het scheppen van banen en groei;
BEKLEMTONEND dat een betere regelgeving belangrijk is voor het Europese concurrentievermogen;
ONDERKENNEND dat de instellingen van de EU en de lidstaten samen verantwoordelijk zijn voor het verbeteren van het regelgevingskader, en dat het interinstitutioneel akkoord "Beter Wetgeven" een belangrijk kader levert voor samenwerking tussen de instellingen; ONDERKENNEND dat het belangrijk is de landbouwwetgeving te vereenvoudigen teneinde de administratieve lasten voor alle actoren in de landbouwsector van de EU te verminderen, zulks ter ondersteuning van onze Lissabon-doelstellingen. IN DIT VERBAND MEMOREREND

- de besprekingen in de Raad Landbouw en Visserij in december 2004 over de toezegging van de Commissie om de landbouwwetgeving te vereenvoudigen;
- de conclusies van de Europese Raad van 22 en 23 maart 2005 waarin de Commissie en de Raad wordt verzocht de werkzaamheden ter verbetering van het regelgevingskader krachtdadig voort te zetten;

- de mededeling van de Commissie over een gemeenschappelijke EU-methode voor het bepalen van uit wetgeving voortvloeiende administratieve lasten 1;
- de conclusies van de Raad ECOFIN: Betere regelgeving: methode voor het meten van de administratieve lasten van 8 november 20052;

1. IS VERHEUGD over de mededeling van de Commissie: Vereenvoudiging en betere regelgeving bij het gemeenschappelijk landbouwbeleid3.

1 Doc. 13629/05.

2 Doc. 13989/05.

3 Doc. 13494/05.

20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 28
NL

2. ERKENT de door de Commissie genomen stappen ter vereenvoudiging van de landbouwwetgeving.

3. NEEMT NOTA van nieuwe acties die worden voorbereid.
4. IS VERHEUGD over het voornemen van de Commissie om in 2006 een actieplan op te stellen.
De Raad, met betrekking tot dit actieplan:

1. BEKLEMTOONT de noodzaak van technische vereenvoudiging om de administratieve lasten, en niet alleen het volume, van wetgeving te verminderen.
2. BEKLEMTOONT dat het actieplan moet voorzien in voortschrijdende acties waarmee de administratieve lasten voor alle actoren in de landbouwsector worden verminderd.
3. VERZOEKT de Commissie in het actieplan aan te geven welke specifieke beleidsgebieden en instrumenten kunnen worden vereenvoudigd; een evaluatie en aanbevelingen met betrekking tot de doeltreffendheid van de controles op boerderijen in het actieplan op te nemen en rekening te houden met de beleidsgebieden en -instrumenten die worden vermeld in de mededeling "Uitvoering van het Lissabon-programma van de Gemeenschap: een strategie voor de vereenvoudiging van de regelgeving"1.
4. IS VAN OORDEEL dat de Commissie haar werkzaamheden ter vermindering van de administratieve lasten in de landbouwsector op gecoördineerde wijze, rekening houdend met bijdragen uit andere beleidssectoren, voort moet zetten.
5. VERZOEKT de Commissie in samenwerking met de lidstaten de mogelijkheden te onderzoeken voor de vaststelling van meetbare doelstellingen voor de vermindering van de administratieve lasten van de EU-regelgeving in de landbouwsector en VERZOEKT de Commissie te onderzoeken hoe het meten van de administratieve lasten optimaal in haar actieplan kan worden geïntegreerd, en op basis daarvan een draaiboek aan de Raad voor te leggen.

6. IS VERHEUGD over het Commissievoorstel om de deskundigengroep Vereenvoudiging van het GLB bijeen te roepen en verzoekt de Commissie dat begin 2006 te doen zodat de groep kan assisteren bij het opstellen van het actieplan; VERZOEKT daartoe de Commissie alle lidstaten schriftelijk het mandaat van deze groep mede te delen en de lidstaten te verzoeken vertegenwoordigers van hun bevoegde nationale autoriteiten aan te wijzen.

1 Doc. 13976/05.

20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 29
NL

7. VERZOEKT de Commissie een ontwerp-actieplan voor te leggen dat tijdens de voorgestelde conferentie ter vereenvoudiging van het GLB in 2006 kan worden besproken, en te beginnen met de daadwerkelijke vereenvoudiging van het GLB.
8. VERZOEKT de Commissie de Raad zo spoedig mogelijk en uiterlijk eind 2006 van het actieplan in kennis te stellen en jaarlijks aan de Raad verslag over de vorderingen uit te brengen."

20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 30
NL
WIJNOVEREENKOMST EU/VS
De Raad heeft met gekwalificeerde meerderheid een besluit aangenomen betreffende de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten betreffende de handel in wijn (doc. 14287/05). De Griekse delegatie onthield zich. De Duitse, de Portugese en de Oostenrijkse delegatie stemden tegen.
De Raad kwam overeen de verklaring van de Commissie in de bijlage bij document 15219/05, de verklaringen van de Italiaanse en de Portugese delegatie en de gezamenlijke verklaring van de Franse en de Spaanse delegatie (die de Luxemburgse delegatie heeft gesteund) in de notulen op te nemen.
De overeenkomst vormt de eerste fase van de onderhandelingen tussen de EG en de Verenigde Staten en voorziet in een tweede fase die begint 90 dagen na de inwerkingtreding van de overeenkomst. Zij voorziet ook in de wederzijdse erkenning door beide partijen van hun oenologische procédés en oorsprongsbenamingen. Zij bepaalt tevens dat de Verenigde Staten de hoofdlijnen aanvaarden van de communautaire regelgeving inzake etikettering, alsook een schikkingssclausule. Verwacht wordt dat de overeenkomst met de Verenigde Staten begin 2006 zal worden gesloten en ondertekend.
Gememoreerd zij dat de EG op 23 november reeds een tussentijdse overeenkomst in de vorm van een briefwisseling met de VS heeft gesloten (Besluit nr. 2005/798/EG van de Raad). De tweede onderhandelingsfase zal betrekking hebben op geografische aanduidingen, oorsprongsbenamingen, traditionele uitdrukkingen, wijn met een laag alcoholgehalte, certificering, oenologische procédés en de oprichting van een gemengd comité.
20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 31
NL
RANDVOORWAARDEN
De Raad nam nota van de bedenkingen van de Duitse delegatie1 betreffende de uitvoering van de randvoorwaarden op het gebied van de veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, en van de opmerkingen van de Commissievertegenwoordiger (15536/05). Een bezwaar voor de Duitse delegatie was vooral dat verplichte systematische controle door de lidstaten in verband met het "pakket levensmiddelenhygiëne" een zware administratieve last zou kunnen betekenen. (Verordeningen (EG) nr. 852/2004, nr. 853/2004 en nr. 183/2005). Met betrekking tot Verordening (EG) nr. 178/2002 2 vloeien uit de voorschriften van het "pakket levensmiddelenhygiëne" voor de primaire landbouwproductie randvoorwaarden voort. De Duitse delegatie wees op het risico van precedentwerking bij een uitbreiding van de oorspronkelijke werkingssfeer van de randvoorwaarden als bepaald in bijlage III van Verordening (EG) nr. 1782/2003 3, waarin enkele artikelen van Verordening (EG) nr. 178/2002 worden geciteerd.
De Tsjechische delegatie, die de Duitse delegatie steunde, benadrukte dat de integratie van de wetgeving inzake het "pakket levensmiddelenhygiëne" in de randvoorwaarden tot meer administratieve problemen zou leiden, en stelde voor om de huidige bepalingen van bijlage III te vervangen, door een eenvoudiger regeling.
De Franse delegatie, gesteund door de Duitse, de Nederlandse, de Belgische, de Ierse, de Luxemburgse, de Italiaanse en de Portugese delegatie, stelde voor Verordening (EG) nr. 178/2002 te schorsen tot verdere verduidelijkingen kunnen worden gegeven over de werkingssfeer en de vereisten ervan, of de onderdelen ervan uit bijlage III te verwijderen indien die nadere gegevens niet worden verstrekt. Commissaris Fischer Boel, die had verduidelijkt dat het pakket levensmiddelenhygiëne daadwerkelijk een onderdeel is van de randvoorwaarden, gaf aan dat de lidstaten de mogelijkheid krijgen om de integratie van die wetgeving uit te stellen tot 2006 en derhalve de tijd hebben om zich aan het nieuwe systeem aan te passen. Zij benadrukte ook dat die eisen een duidelijke verplichting inhouden voor de lidstaten, nl. dat alle rechtstreekse betalingen afhankelijk zijn van de naleving van milieu- en gezondheidsnormen en normen op het gebied van dierenwelzijn. Zij wees er ook op dat niet-naleving van de hygiënevoorschriften het hele proces van randvoorwaarden zou versoepelen en het publiek hiermee een verkeerd signaal zou krijgen. Ter conclusie gaf zij aan dat weglating van het pakket levensmiddelenhygiëne uit bijlage III juridisch en politiek onmogelijk zou zijn, omdat alle communautaire voorschriften inzake randvoorwaarden door de lidstaten moeten worden nageleefd krachtens het definitieve akkoord dat in juni 2003 in het kader van de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid werd bereikt.

1 De Duitse delegatie heeft dit punt aan de orde gesteld in de vergadering van het Speciaal Comité Landbouw van 12 december 2005; het kreeg de steun van verscheidene delegaties.
2 Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (Publicatieblad L 31 van 1.02.02, blz. 1-24).
3 Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers.

20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 32
NL
DIVERSEN

- Vereenvoudiging van het gemeenschappelijk visserijbeleid (15721/05) De Raad nam nota van de presentatie door Commissaris Borg, en wisselde van gedachten over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: Actieplan 2006-2008 voor de vereenvoudiging en verbetering van de regelgeving inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid. In het actieplan worden de voornaamste gebieden en de daarmee verband houdende vereenvoudigingsmaatregelen voorgesteld met het oog op betere wetgeving ten behoeve van de vissers en de nationale en de communautaire overheden. De Raad verzocht de Commissie in de zitting van april 2005 een meerjarig actieplan in te dienen. Verscheidene delegatie reageerden positief op het werk van de Commissie en antwoordden bevestigend op de volgende vragen:
i) Zijn de ministers nog steeds van oordeel dat vereenvoudiging van het GVB een korte- en langetermijnprioriteit is?
ii) Zijn de ministers het ermee eens dat de vorderingen bij de vereenvoudiging van het GLB regelmatig moeten worden getoetst, bij voorbeeld aan het eind van elk voorzitterschap? Sommige delegaties stelden de volgende punten aan de orde: de vraag of de Raad zijn bevoegdheden moet behouden, het belang van de concrete effecten van de voorgenomen maatregelen, en een jaarlijks voortgangsrapport over de uitvoering van het actieplan. Commissaris Borg dankte de delegaties voor hun steun en nuttige opmerkingen. Hij verklaarde dat de hoofddoelstelling van het actieplan is ervoor te zorgen dat de wetgevingsteksten die op Gemeenschapsniveau worden opgesteld duidelijk en ondubbelzinnig zijn, zodat de vissers snelle toegang tot beknopte informatie hebben, en dat de te zware administratieve last verlicht wordt. Hij gaf aan dat het plan geen afbreuk doet aan de bevoegdheden van de Gemeenschap of aan de procedure, en dat er geen vereenvoudigingsmaatregelen zullen worden uitgevoerd die ten koste gaan van de efficiëntie van het GVB. Hij wees erop dat het actieplan concrete effecten zal hebben voor vissers en voor de visserijsector, en dat wellicht onder meer het TAC's en quota-vraagstuk, de technische maatregelen ter bescherming van jonge exemplaren, de controlemaatregelen en de aangifteverplichtingen zullen worden aangepakt. Hij merkte op dat alle belanghebbenden ten tijde van de opstelling van de mededeling zijn geconsulteerd en dat alle sectorpartijen bij het actieplan betrokken zullen worden. Hij concludeerde dat de Raad regelmatig op de hoogte zal worden gehouden van de voortgang bij het actieplan.

20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 33
NL

- Herstructureringsmaatregelen voor de visserijsector die door de huidige economische crisis wordt getroffen
Commissaris Borg heeft de Raad mondelinge informatie verstrekt over de voorgenomen herstructurering van de visserijsectorsector die door de huidige economische crisis wordt getroffen. De gevolgen voor de visserijsector van de stijging van de brandstofprijzen zijn herhaaldelijk ter sprake gebracht, onlangs nog door België, in juni 2005, en in september 2005 door het voorzitterschap en de Commissie.
De Commissaris kondigde de start aan van twee initiatieven die zijn voortgekomen uit het uitvoerige overleg tussen de Commissie en de vertegenwoordigers van de visserijsector en de lidstaten, dat vorige maand plaatsvond.
Een aan die problematiek gewijde mededeling, die begin 2006 moet worden aangenomen, zal worden aangevuld met een voorstel voor een verordening betreffende de minimis-regels voor overheidssteun aan de visserijsector. De verordening zal de steunverlening voor de herstructurering van de Europese vissersvloten vergemakkelijken: die kan bestaan in de invoering van energieefficiënte motoren en vistuig (waarbij de afhankelijkheid van het gebruik van brandstof wordt teruggedrongen). In dit verband wees Borg erop dat de Raad zal kunnen besluiten of de steun voor de visserij door de Gemeenschap zal worden medegefinancierd via het Europees Visserijfonds, zodra dit is aangenomen, en gaf hij tevens aan dat een wijziging van de minimus-regels niet mag leiden tot een stijging van de totale capaciteit van de Europese vloten. Ook onderstreepte hij dat alle maatregelen die in het kader van de mededeling worden genomen, niet uitsluitend maatregelen mogen zijn voor de korte termijn ter compensatie van hogere brandstofprijzen, maar dat er tevens langetermijnoplossingen gevonden moeten worden. Dit houdt in dat een evenwicht moet worden gevonden tussen de visserij-inspanning en de visbestanden door vermindering van overcapaciteit en onderzoek naar meer efficiënt energiegebruik.
- Vogelgriep
Commissaris Kyprianou gaf de Raad een bijgewerkt schriftelijk overzicht (15982/05) van de laatste stand van zaken betreffende de vogelgriep in Azië ten gevolge van het hoogpathogene H5N1-virus, en de gevolgen daarvan voor Europa.
De Raad nam hier nota van en ziet uit naar een bevredigende afronding van de conferentie van Peking begin volgend jaar.

20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 34
NL

- Blue Tongue
De Spaanse delegatie, gesteund door de Portugese delegatie, benadrukte schriftelijk (doc. 15719/05) financiële en politieke steun van de Gemeenschap nodig te hebben voor de bestrijding en uitroeiing van blue tongue in de buurlanden van de EU en in de Maghreb (met name Marokko in het kader van de overeenkomst EU/Marokko). Doel is de verspreiding van deze grensoverschrijdende ziekte te voorkomen; die, zoals bekend, door muggen wordt overgedragen. Die delegaties gaven aan dat de besprekingen tussen de Europese Gemeenschap en Marokko zullen plaatsvinden in april en mei 2006, en dat de bestrijding van blue tongue en hondsdolheid moet worden opgenomen in een actieplan om beide ziekten effectiever onder controle te krijgen. De Griekse delegatie ondersteunde de bestrijding van de uitbraak in de Noord-Afrikaanse buurlanden als een positieve bijdrage tot de terugdringing en uitroeiing van de ziekte.
Commissaris Kyprianou, die het er volledig mee eens was dat beide ziekten onder controle moeten worden gehouden en bestreden, merkte op dat in het kader van de samenwerkingsovereenkomst, waarop wordt toegezien door de Commissarissen die verantwoordelijk zijn voor externe betrekkingen, in juli een soortgelijk project is gestart dat valt onder het actieplan waarbij diverse samen met Marokko veterinaire vraagstukken worden aangepakt. Het project omvat de opstelling van een epidemiologisch overzicht en het onder controle krijgen van bepaalde ziekten. Ten slotte liet hij weten het Spaanse verzoek bij de verdere uitvoering van het project in aanmerking te zullen nemen.
Het punt was reeds aan de orde gesteld in de zitting van de Raad in november 2004 (14446/04). De Spaanse delegatie had toen, gesteund door de Portugese delegatie, reeds gewezen op de noodzaak om de associatieovereenkomst met Marokko te sluiten, zodat communautaire fondsen kunnen worden toegewezen voor de cofinanciering, binnen de communautaire begroting, van acties die gericht zijn op het in kaart brengen en bestrijden van dierziekten, en met name blue tongue (14875/04).

- Actieplan voor dierenwelzijn
Commissaris Kyprianou heeft de Raad mondelinge informatie verstrekt over het actieplan voor dierenwelzijn dat in januari 2006 naar buiten zal worden gebracht. Hij merkte op dat hij de Raad in december 2004 (zie 15873/04, blz. 38) reeds in kennis had gesteld van zijn voornemen een actieplan inzake dierenwelzijn op te stellen, en betreurde dat hij het vandaag door technische problemen niet formeel kan indienen. Hij memoreerde dat het publiek, de sector en de belangrijkste belanghebbenden uitgebreid zijn geconsulteerd bij de opstelling van het actieplan, en liet weten dat de lidstaten ook de gelegenheid krijgen om hun opmerkingen in te dienen zodra het actieplan is voorgelegd aan de Raad en het Europees Parlement, kort nadat het begin 2006 door de Commissie formeel is vastgesteld.

20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 35
NL
De Deense delegatie begroette het actieplan inzake dierenwelzijn met instemming, bracht haar specifieke bezwaren inzake het vervoer van dieren naar voren en wees op haar verzoek om een communautair verbod op de import van honden- en kattenbont; zij acht een dergelijk verbod krachtiger en efficiënter dan nationale maatregelen.
- Prijs van pluimveevlees
De Italiaanse delegatie, gesteund door de Belgische, de Griekse, de Maltese, de Franse, de Spaanse de Hongaarse, de Nederlandse, de Letse, de Duitse, de Poolse en de Portugese delegatie1, gaf schriftelijk (doc 15722/05) uiting aan haar zorg omtrent de economische gevolgen van de vogelgriep voor de pluimveesector in de EU, en verzocht de Commissie passende maatregelen te nemen ter ondersteuning van bedrijven die sterk te lijden hebben onder de dalende prijzen van pluimveevlees.
Commissaris Fischer Boel erkende dat de prijzen voor pluimveevlees fors zijn gedaald, hetgeen volgens haar grotendeels te wijten is aan de manier waarop de media over de recente uitbraak van vogelgriep in hoofdzakelijk Azië (zie bij dat onderwerp) hebben bericht en het verband dat zij hebben gelegd tussen de ziekte en de mogelijke gevolgen daarvan voor de menselijke gezondheid, maar ook aan prijsverschillen per seizoen. Zij onderstreepte dat de gemeenschappelijke marktordening voor pluimvee niet in andere specifieke instrumenten dan exportrestituties voorziet. Zij merkte op dat de Commissie dat instrument al heeft gebruikt toen zij onlangs de exportrestituties voor eendagskuikens en broedeieren van kip en kalkoen en voor kippendelen heeft verhoogd 2. Zij benadrukte dat die verhoging, de eerste sinds 2003, aantoont dat de Commissie bereid is het probleem van de aanhoudend lage prijzen aan te pakken, en ertoe kan bijdragen om op de middellange termijn de voorraden diepgevroren pluimveevlees te verkleinen. Zij verduidelijkte echter dat een dergelijke maatregel geen onmiddellijk effect zal hebben en dat de marktsituatie vanaf begin 2006 tekenen van verbetering kan vertonen. Zij zei concluderend dat zij de markt nauwlettend in de gaten zal blijven houden.
De Franse delegatie, gesteund door Italië en Hongarije, heeft in de Raadszitting van 24 oktober reeds een document ingediend waarin wordt benadrukt dat de economische gevolgen van vogelgriep in aanmerking moeten worden genomen (zie 13130/05).
1 Ook de Cypriotische delegatie steunde het verzoek van de Italiaanse delegatie.
2 Zie resultaat van de vergaderingen van de beheerscomités op 16 en 24 november 2005. http://europa.eu.int/comm/agriculture/minco/manco/wine/752.pdf http://europa.eu.int/comm/agriculture/minco/manco/wine/753.pdf
20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 36
NL

- Exportrestituties voor levende dieren
(15544/05)
De Deense delegatie, gesteund door de Britse en de Zweedse delegatie, attendeerden de Raad en de Commissie erop dat de exportrestituties voor slachtrunderen zo spoedig mogelijk moeten worden afgeschaft, omdat uit een rapport van de Commissie over de terugvordering van uitvoerrestituties voor levende dieren voor de periode oktober 2003-oktober 2004 blijkt dat de voorschriften inzake dierenwelzijn ernstig zijn geschonden. Die delegaties moedigen de handel in vlees aan in plaats van in levende dieren, en reageerden instemmend op de aankondiging van de Europese Commissie dat zij een einde wil maken aan exportrestituties voor levende dieren 1. De Ierse, de Oostenrijkse, de Franse, de Spaanse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Portugese, de Letse, de Luxemburgse en de Belgische delegatie gaven uiting aan hun bezwaren tegen het initiatief van de Commissie om de exportrestituties voor levende dieren te beëindigen. Gelet op de toezegging die de EG heeft gedaan tijdens de ministeriële conferentie van de Wereldhandelsorganisatie in Hongkong (13-18 december 2005) om vóór 2013 een einde te maken aan alle vormen van exportsteun, wezen deze delegaties erop dat handhaving van de exportrestituties voor de landbouw essentieel is als onderdeel van toekomstige onderhandelingen met exporterende derde landen, en dat afschaffing van dit instrument een verkeerd signaal voor de handelspartners zou zijn. Voorts benadrukten zij dat indien EU-bedrijven zich terugtrekken uit de markt, hun plaats onmiddellijk zal worden ingenomen door bedrijven uit derde landen, hetgeen zal leiden tot langere reisafstanden voor het vee dat uit Zuid-Amerika wordt uitgevoerd, zonder garantie dat de derde landen die vee uitvoeren voor hun exporteurs dezelfde strikte voorschriften inzake dierenwelzijn zullen hanteren als de EU.
De Duitse, de Finse en de Nederlandse delegatie steunden de handhaving van exportrestituties alleen voor fokdieren. De Cyprische en de Nederlandse delegatie stelden voor deze maatregel uit te stellen tot volgend jaar.

1 Zie IP05/1647:
http://europa.eu.int/rapid/pressReleasesAction.do?reference=IP/05/1647&format=HTML&a ged=0&language=EN&guiLanguage=en

20.-22.XII.2005

15479/05 (Presse 349) 37
NL
Commissaris Fischer Boel lichtte toe dat zij met opzet had gewacht op het einde van de WTOonderhandelingen in Hongkong om een voorstel ter beëindiging van de exportrestituties voor levende dieren in te dienen. Zij merkte ook op dat, nu de situatie op de interne markt voor rundvlees positief is en de prijzen sedert de invoering van het systeem van loskoppeling hoog zijn, en de consumptie de BSE-crisis grotendeels te boven is en zelfs hoger ligt dan voor die crisis, voortzetting van die steun niet meer gerechtvaardigd is. Zij kondigde aan dat dit voorstel zal worden voorgelegd tijdens de volgende vergadering van het beheerscomité op 23 december 2005 en dat, indien de voorgestelde maatregelen niet stroken met het advies van het Comité, de Commissie deze conform de comitologie-voorschriften1 onmiddellijk aan de Raad zal mededelen. In dat geval is het mogelijk dat de Commissie de toepassing van de door haar genomen maatregelen uitstelt voor een periode van maximaal drie maanden.
De Deense delegatie had het vraagstuk van exportsteun voor levende dieren reeds in de Raadszitting van 26 april (8219/05) ter sprake gebracht.

- Wereldhandelsorganisatie (WTO)
De Raad heeft nota genomen van de conclusies van de ministeriële conferentie van de WTO in Hongkong (13-18 december 2005) 2.

- Organisatie van toekomstige werkzaamheden
Gelieve voor alle informatie over het gezamenlijke programma van het Oostenrijkse en het Finse voorzitterschap in 2006 contact op te nemen met de Persdienst.
1 PB L 184 van 17.7.1999. Raadsbesluit van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden.
2 Zie