Gemeente Tilburg

Datum
22 december 2005

Startnotitie Vossenberg West II gereed

Toelichting op de procedure en de stand van zaken ontwikkeling van bedrijventerrein Vossenberg West II

In maart dit jaar hebt u een brief ontvangen over de startnotitie milieueffectrapportage (MER)( Vossenberg West II. Vossenberg West II is een plan voor uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein Vossenberg. Er was toen mogelijkheid om inspraak in te dienen op de startnotitie MER-procedure*. Die fase wordt begin 2006 nogmaals opgestart omdat de startnotitie MER-procedure is uitgebreid met de Strategische Milieubeoordeling* (SMB). In deze brief leest u waarom de startnotitie is uitgebreid en wat er wordt gedaan met reeds ingediende inspraakreacties.

Geschiedenis MER-procedure
Op 10 maart 2005 is er een inloopavond geweest voor de startnotitie MER-procedure. In de MER-procedure worden mogelijke alternatieven en de gevolgen voor het milieu van de voorgenomen aanleg van Vossenberg West II in kaart gebracht. Vervolgens is deze procedure stilgelegd. Aanleiding voor het stilleggen van de MER-procedure was de nieuwe europese richtlijn, de zogeheten Strategische Milieubeoordeling (SMB). Het doel van een Strategische Milieubeoordeling is om de milieugevolgen van projecten mee te nemen bij de plannen. In dat kader wordt een milieurapport opgesteld. Deze twee rapporten hebben echter zoveel overeenkomsten dat is besloten beide rapporten te koppelen en niet na elkaar te doorlopen. Dat betekent dat de Milieueffectrapportage wordt uitgebreid met een aantal onderwerpen van de Strategische Milieubeoordeling. Ook de startnotitie is aangevuld en zal opnieuw vrijgegeven worden voor inspraak.

Procedure en inspraakreacties
De aangepaste startnotitie SMB/MER voor Vossenberg West II moet eerst besproken worden in de Raad en daarna worden de stukken vrijgegeven voor inspraak. Het betreft nu dus een gecombineerde startnotitie Strategische Milieubeoordeling (SMB)/ Milieueffectrapportage (MER). De startnotitie is dus uitgebreider dan de vorige keer. Op 16 en 23 januari 2006 wordt de startnotitie besproken in de commissie Fysiek. En vervolgens neemt de raad op 13 februari een besluit over de startnotitie. Na goedkeuring door de raad start officieel het traject van inspraak. Degene die reeds tegen de vorige startnotitie een inspraakreactie hebben ingediend ontvangen hierover nog persoonlijk bericht.

Ter inzage en inspraak
Na vaststelling van de startnotitie door de raad wordt de startnotitie ter inzage gelegd. Gedurende deze periode heeft u de mogelijkheid om een Inspraakreactie* in te dienen. Het is van belang dat u in deze fase (fase startnotitie) al uw mening laat weten omdat u nu nog zaken toe kan laten voegen aan de richtlijnen van het SMB/MER. Na het vaststellen van de richtlijnen ligt immers vast wat wel en wat niet opgenomen wordt in de SMB/MER. Op basis van de vastgestelde richtlijnen wordt de uiteindelijke SMB/MER geschreven. Over de periode van ter inzage legging en het kenbaar maken van een inspraakreactie ontvangt u na het raadsbesluit een nieuwe bewonersbrief.

Meer informatie
Mocht u naar aanleiding van deze brief nog vragen of opmerkingen hebben, dan kunt u contact opnemen met mevrouw Chris Vleer van de afdeling milieu via telefoonnummer 013- 542 88 08.

Verklarende Woordenlijst


- Milieu-effectrapportage (MER): een milieueffectrapportage is een instrument om het milieu een volwaardige plek te geven in het besluitvormingsproces. Een milieueffectrapportage wordt opgesteld bij activiteiten die mogelijk belangrijke nadelige gevolgen hebben voor het milieu. Concreet betekent dit dat in Nederland voor vrijwel alle ruimtelijke ontwikkelingen van enige omvang een MER gevolgd moet worden.


- MER-procedure: bestaat uit een startnotitie, richtlijnen en het Milieueffectrapport (MER). De MER-procedure start met de publicatie van de startnotitie. De startnotitie geeft informatie over de geplande activiteit en geeft op hoofdlijnen aan welke milieueffecten er in de milieueffectrapportage in beschouwing worden genomen. De startnotitie ligt gedurende 4 weken ter inzage. Gedurende deze tijd kan iedereen schriftelijk een inspraakreactie geven, bijvoorbeeld over de onderwerpen die in het Milieueffectrapport behandeld moeten worden. Vervolgens worden richtlijnen opgesteld, aan de hand waarvan het Milieueffectrapport wordt opgesteld. In het Milieueffectrapport worden voor een voorkeursalternatief en het meest milieuvriendelijke alternatief de milieueffecten beschreven. Ook het Milieueffectrapport zal 4 weken ter inzage worden gelegd. Dit zal samen worden gedaan met het voorontwerpbestemmingsplan. Naar verwachting zal dit na de zomerperiode dit jaar zijn. Dit moet uiteindelijk leiden tot een bestemmingsplan voor het gebied waarin het milieubelang een belangrijke rol heeft gespeeld.


- Strategische Milieubeoordeling (SMB):
Het doel van een strategische milieubeoordeling (SMB) is om al tijdens de voorbereiding de milieu-effecten van plannen en programma's in beeld te krijgen. De gevolgen voor het milieu staan in een zogenaamd 'milieurapport'. De SMB vloeit voort uit de Europese richtlijn 2001/42/EG (de SMB-richtlijn).


- Inspraakreactie: bezwaren die omwonenden en andere belanghebbenden hebben tegen de zaken die beschreven staan in de startnotitie SMB/MER.

( Bij deze brief is een verklarende woordenlijst (A) toegevoegd daarin vindt u een uitleg van alle schuingedrukte woorden.


---- --