Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

23-12-2005

Met ingang van juli 2006 zal het nieuwe huurbeleid gefaseerd worden ingevoerd. Per 1 juli 2006 is de WOZ-waarde van een woning bepalend voor de maximale huurstijging en de maximale huurprijsgrens en verandert het Woningwaarderingsstelsel (WWS). Per 1 januari 2007 wordt de hoogte van de WOZ-waarde bepalend als de grondslag voor het nieuwe huurbeleid.

Minister Dekker van VROM heeft hierover een brief aan de Tweede Kamer gestuurd en een circulaire aan gemeenten. Met het nieuwe huurbeleid wil Dekker ervoor zorgen het aanbod van woningen wordt vergroot en dat er een betere prijs-kwaliteitverhouding van huurwoningen komt. De WOZ-waarde van een woning gaat op verschillende manieren een rol spelen in het huurbeleid. Per 1 juli 2006 bepaalt de WOZ-waarde van een woning de maximale huurverhoging en de hoogte van de maximale huurprijsgrens. De WOZ-waarde van een woning in een bepaalde gemeente wordt vergeleken met de WOZ-grenswaarde voor die regio.

Maximale huurstijging 2006
Voor huurtoeslagontvangers geldt ongeacht de WOZ-waarde van hun woning een maximale huurstijging van inflatie plus 1,5%. Er wordt uitgegaan van een voorlopig inflatiecijfer over 2005 dat wordt geraamd op 1,5%. Als de WOZ-waarde van een bepaalde woning hoger is dan de regionale grens dan geldt een huurstijging van inflatie plus 2%. Ligt de WOZ-waarde lager dan geldt een stijging van inflatie plus 1,5%. De huurverhoging zal per 1 juli 2006 naar verwachting dus maximaal 3% of 3,5% (inclusief inflatie) zijn. In 2005 was de maximale huurverhoging die verhuurders in 2005 mochten vragen 2,7%. Uiteindelijk is de gemiddelde huurstijging in 2005 uitgekomen op 1,8%. De laagste huurstijging sinds 1959. In 2006 mag eveneens een lage huurstijging worden verwacht, schrijft minister Dekker in haar brief.

Ook zal de WOZ-waarde van een woning mede bepalend zijn voor de maximale huurprijsgrens van die woning. Boven een bepaalde WOZ-grens geldt een opslag van 10%. Een hogere maximale huurprijsgrens betekent niet dat de huren met 10% omhoog gaan, maar dat de huren in de toekomst iets verder door mogen stijgen. Voor alle huurtoeslagontvangers geldt de maximale huurprijsgrens volgens het woningwaarderingsstelsel (WWS), dus zonder opslag.

Tabel: de WOZ-grenswaarden voor het bepalen van het maximale huurverhogingspercentage en de maximale huurprijsgrens bij zelfstandige woningen.

WOZ-waarde gelijk aan of lager dan WOZ-waarde hoger dan Categorie I 130.000 130.000
Categorie II 150.000 150.000
Categorie III 175.000 175.000
Categorie IV 195.000 195.000
ß ß
Huurverhogingpercentage: Huurtoeslagontvangers Niet huurtoeslagontvangers inflatie + 1,5% inflatie + 1,5% inflatie + 1,5% inflatie + 2%
Maximale huurprijsgrens: Huurtoeslagontvangers Niet huurtoeslagontvangers WWS WWS WWS WWS met opslag van 10%

Indeling categorieën
Omdat woningmarkten in Nederland van elkaar verschillen, is er een verdeling gemaakt van de huurwoningenmarkt op basis van WOZ-waarden (peildatum 2003). Zo kunnen huurders nagaan in welke categorie hun woning komt te vallen.


1. Ontspannen woningmarkten zoals Groningen, Friesland en Zeeland;
2. Redelijk ontspannen woningmarkten zoals Limburg, Overijssel, kop van Noord-Holland;

3. Meer gespannen woningmarkten zoals Noord-Brabant, delen Gelderland, Den Haag;

4. Gespannen woningmarkten zoals Amsterdam, Utrecht en de omliggende regio's

In het woningwaarderingsstelsel worden verder de onderdelen woonvorm, woonomgeving en hinderlijke situaties vervangen door een waardering op basis van de WOZ-waarde. In het nieuwe stelsel bepaalt de WOZ-waarde gemiddeld voor zo'n 20 procent de maximale huurprijs.

Veranderingen per 1 januari 2007
Per 1 januari 2007 wordt de WOZ-waarde bepalend voor de indeling in drie segmenten: een gereguleerd, een overgangs- en een geliberaliseerd gebied. Die indeling is dan gebaseerd op de WOZ-waarde van woningen. Deze WOZ-grenzen kunnen verschillen per regio. Het gereguleerde gebied wordt afgestemd op de omvang van de aandachtsgroep (huurders met een inkomen tot 33.000 euro). Landelijk zal circa 75% van de huurwoningen hieronder vallen, ruim voldoende om de aandachtsgroep te huisvesten. Voor deze grote groep huurders in het gereguleerde segment zal er niets veranderen, voor hen blijft er een maximale huurstijging en een maximale huurprijs gelden. Dit geldt ook voor huurders met huurtoeslag in het overgangsgebied. Bij zittende huurders zonder huurtoeslag in het overgangsgebied wordt er tot 2010 niet geliberaliseerd zolang de woningmarkt niet ontspannen is.

Huurders kunnen op de site van het ministerie van VROM (www.vrom.nl/pagina.html?id=22037) door het invoeren van enkele gegevens uitzoeken in welke categorie hun woning valt en welke maximale huurverhoging voor hen in 2006 gaat gelden.

Meer informatie:


* Dossier Nieuw huurbeleid vanaf 1 juli 2006( www.vrom.nl/pagina.html?id=18805. )

* Dowload de circulaire over het nieuwe huurbeleid (MG 2005-19) (www.vrom.nl/pagina.html?id=19406.)