Federale regering Belgie
Buitenlandse arbeidskrachten
(2005-12-23)
Persbericht van de Ministerraad
Regering vereenvoudigt tewerkstelling van kenniswerkers
De Ministerraad keurde een ontwerp van koninklijk besluit goed, tot
wijziging wat betreft de onderzoekers en de kaderleden, van het
koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet
van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse
werknemers. Het ontwerp is een voorstel van de heer Peter
Vanvelthoven, Minister van Werk en Informatisering.
De Ministerraad nam een principiële beslissing over het doorvoeren van
een aantal administratieve vereenvoudigingen bij de tewerkstelling van
buitenlandse werknemers. Een van deze vereenvoudigingen heeft
betrekking op de tewerkstelling van onderzoekers, de zogenaamde
kenniswerkers. Op die manier vergemakkelijkt men de tewerkstelling van
onderzoekers en kenniswerkers en verstrengt men tegelijkertijd de
controle op misbruik.
Het dossier zal nu worden voorgelegd aan de Adviesraad buitenlandse
arbeidskrachten.
De vereenvoudiging voert de Richtlijn 2005/71/EG van de Raad van 12
oktober 2005 uit, betreffende een specifieke procedure voor de
toelating van onderdanen van derde landen met het oog op
wetenschappelijk onderzoek (richtlijn Busquin). Werknemers die in ons
land onderzoek komen doen, moeten in de toekomst geen
arbeidsvergunning meer aanvragen. Op voorwaarde dat ze tewerkgesteld
zijn op één bepaalde plaats, ze een minimumloon van 32.000 euro per
jaar krijgen en dat ze evenveel verdienen als hun Belgische collega's.
Het attest van vrijstelling geldt alleen voor een bepaalde opdracht en
voor een periode van twee jaar.
Het is wel de bedoeling om voldoende garanties te voorzien om
misbruiken zoveel mogelijk uit te sluiten:
De vrijstelling geldt alleen voor de tewerkstelling van de onderzoeker
bij een universiteit, instelling of een onderneming wiens
O&O-activiteit bekend is bij de POD Wetenschapsbeleid (d.w.z.
geregistreerd is).
De vrijstelling is gekoppeld aan de universiteit, instelling of
onderneming. Voor een tewerkstelling bij een andere werkgever moet een
nieuwe vrijstelling of een arbeidskaart worden aangevraagd.
Er geldt als voorwaarde een minimumloon van 32.000 euro per jaar.
Bovendien moeten er aan de buitenlandse onderzoekers dezelfde lonen
betaald worden als aan Belgische onderzoekers.
Er moet een band bestaan tussen het diploma en de aard van het
onderzoek;
De vrijstelling geldt voor de eigenlijke onderzoeksopdracht m.a.w.
indien de onderzoeker van onderzoeksopdracht verandert of overschakelt
naar een andere functie (b.v. administratieve) is een nieuwe
vrijstelling of arbeidskaart nodig.
Er wordt een attest van vrijstelling uitgereikt dat 2 jaar geldig is.
Na 2 jaar kunnen de Gewesten telkens een evaluatie uitvoeren en indien
nodig beslissen geen attest meer uitreiken.
Gekoppeld aan deze regeling zal er ook een elektronisch controle en
monitoringsysteem worden uitgewerkt, waarin o.a. een melding van elke
buitenlandse tewerkstelling is voorzien. Dit moet de verschillende
diensten toelaten een globaal zicht te krijgen op de tewerkstelling
van buitenlandse arbeidskrachten in ons land.
Door een verplichte registratie van alle buitenlandse arbeidskrachten,
krijgen de inspectiediensten een beter zicht op wie er in ons land
werkt en onder welke voorwaarden. Zo kunnen ze actiever het misbruik
van goedkope buitenlandse arbeidskrachten bestrijden.