P E R S B E R I C H T
Lelystad, 23 december 2005
WIJZIGING ONDERNEMINGSTRUCTUUR FORNIX EN
UITKOMSTEN ONDERZOEKSPROJECTEN
· Nieuwe winstgevende divisie Medische Hulpmiddelen door samenvoeging
Artu Medical en Laprolan/Comformed. Toevoeging van
Laprolan/Comformed bedraagt EUR 6 miljoen omzet en EUR 2 miljoen EBIT
· Divisie Theranostics wordt gedesinvesteerd. Ruim EUR 1 miljoen aan
negatieve EBIT in 2006 uit de boeken
· Resterende R&D-activiteiten ondergebracht in Allergiedivisie
· Eerder gepubliceerde voorlopige resultaten STARDROP studie Oralgen®
Graspollen bevestigd in eindrapport. Klinische effectiviteit zal met behulp
van aanvullende studies verder worden onderbouwd.
· Studie F991: gunstige fase IIA studie bij huisstofmijt- en pinda-
overgevoelige patiënten bevestigt potentiële therapeutische werking;
partner voor verdere ontwikkeling wordt gezocht
· Sterke uitbreiding en professionalisering activiteiten ten aanzien van
klinisch onderzoek met de Oralgen® producten in komende jaren ten
behoeve van registratieaanvraag voor deze producten.
LELYSTAD - Bio-farmaceutische onderneming Fornix BioSciences (Euronext:
AFORBI) ondergaat met ingang van 2006 een substantiële wijziging in haar
ondernemingsstructuur. Op 22 december 2005 is de koopovereenkomst ten aanzien
van de overname van Laprolan B.V. en Comformed B.V. ondertekend. Onder
gebruikelijke voorbehouden zal de levering van de aandelen begin januari 2006
plaatsvinden. Laprolan/Comformed en het Allergiedivisie-onderdeel Artu Medical,
beide actief met de marketing en verkoop van medische hulpmiddelen en
verbruiksgoederen, zullen per januari 2006 de nieuwe winstgevende divisie Medische
Hulpmiddelen vormen. Laprolan/Comformed genereerde in 2005 een omzet van circa
EUR 6 miljoen met een EBIT (winst voor rente en belastingen) van
circa EUR 2 miljoen en draagt in 2006 direct positief bij aan het resultaat.
De activiteiten van Theranostics - Seapro en Fornix Medical Systems - zullen worden
gestaakt wegens structureel achterblijvende resultaten. Hiermee verdwijnt in 2006
ruim EUR 1 miljoen aan negatieve EBIT uit de boeken.
Daarnaast zullen de thans vooral op de Allergiedivisie gerichte activiteiten van de
R&D-divisie in eerstgenoemde divisie worden ondergebracht. De aanpassingen van de
---
structuur van de onderneming waarmee het aantal divisies tot drie wordt
teruggebracht, zullen tot een meer efficiënte en transparante organisatie leiden.
De reeds in augustus van dit jaar door Fornix gerapporteerde voorlopige resultaten
van de in 2005 afgesloten STARDROP-studie bij kinderen tussen zes en achttien jaar
naar de veiligheid en effectiviteit van het product Oralgen® Graspollen worden in het
eindrapport bevestigd. Het veiligheidsprofiel bleek uitstekend, maar er kon, mogelijk
door factoren gedeeltelijk buiten de invloedssfeer van Fornix, geen significante
vermindering van allergische symptomen worden vastgesteld. Een omvangrijk
klinisch ontwikkelingsprogramma zal worden gestart dat de registratieaanvraag van
het product Oralgen® Graspollen en overige Oralgen® producten verder zal
onderbouwen. Hiervoor is de komende vijf jaar EUR 10 miljoen begroot.
De studieresultaten van een in 2005 afgeronde Fase IIA studie met biotech-
researchproject F991, bevestigen de potentiële therapeutische werkzaamheid van het
F991 peptide. Dit positieve resultaat zal naar verwachting van gunstige invloed zijn op
het streven van Fornix om voor dit project een geschikte partner te vinden.
Nieuwe divisie Medische Hulpmiddelen
Ten aanzien van de op 26 september 2005 aangekondigde acquisitie van
Laprolan/Comformed in Beuningen, een winstgevende distributeur van medische en
verpleegkundige verbruiksartikelen en wasbare incontinentiematerialen en matrassen tegen
doorligwonden, is op 22 december de koopovereenkomst ondertekend. Onder de
gebruikelijke voorbehouden zal de levering van de aandelen begin januari 2006
plaatsvinden. In tegenstelling tot eerdere plannen zal Laprolan niet worden ondergebracht in
de divisie Theranostics, maar worden samengevoegd met het succesvolle Artu Medical,
actief met marketing en sales van hoofdzakelijk Scarban siliconenverband en Safehip
heupbeschermers, tot de nieuwe divisie Medische Hulpmiddelen. Artu Medical maakt thans
nog onderdeel uit van de Allergiedivisie, maar sluit bijzonder goed aan bij Laprolan,
waardoor een krachtige nieuwe divisie met sterke groeipotentie wordt gecreëerd. Laprolan
heeft 17 medewerkers en genereerde in 2005 een omzet van circa 6 miljoen euro met een
verwachte EBIT (winst voor rente en belastingen) van circa Eur 2 miljoen. De onderneming
zal in 2006 direct positief bijdragen aan het resultaat van Fornix BioSciences.
Desinvestering divisie Theranostics
De activiteiten van de in 2003 opgerichte divisie Theranostics op het gebied van diagnostiek
van infectieziekten en urologische aandoeningen, zullen worden gestaakt. De
marktintroductie van de innovatieve diagnostische producten blijft minder voorspoedig
verlopen dan werd verwacht. Winstgevendheid wordt niet binnen de daarvoor door Fornix
bepaalde termijn voorzien. Verdere investeringen in deze divisie worden dan ook niet
verantwoord geacht. Voor Theranostics handhaaft Fornix de negatieve EBIT-verwachting
van ruim 1 miljoen over 2005, hetgeen substantieel lager uitvalt dan de 1,6 miljoen over
2004. Dit verlies zal in 2006 uit de boeken verdwenen zijn, daar deze activiteiten ultimo 2005
volledig zullen worden gestaakt. Mogelijk dat de onderneming er nog in slaagt om de
---
technologie en merkrechten aan derden te verkopen. Vanwege het staken van de activiteiten
is eveneens de eerdere verwachting van de baan dat de R&D-divisie een aantal studies met
de producten van de divisie Fornix Theranostics zal gaan initiëren.
R&D activiteiten naar Allergiedivisie
Mede gezien de bovenstaande ontwikkeling en het eerdere besluit van Fornix om zich
minder op pre-klinische researchprojecten te richten, verschuift het zwaartepunt van de
onderzoeksactiviteiten naar de klinische studies ten behoeve van de registratieaanvraag van
de sublinguale allergeenproducten Oralgen® Graspollen en overige Oralgen® producten. Dit
onderzoek is vanuit commercieel en registratieperspectief van cruciaal belang voor de
onderneming. Een belangrijke klinische studie (STARDROP) met het product Oralgen®
Graspollen is eind 2005 afgerond. Derhalve is besloten om de onderzoeksactiviteiten over te
hevelen naar de Allergiedivisie. Daarmee wordt de R&D-divisie als zelfstandige entiteit
opgeheven en een meer transparante indeling van de R&D-activiteiten bewerkstelligd.
Zoals al eind vorig boekjaar aangegeven zijn verdere investeringen gestaakt in twee van de
drie biotechnologische projecten die tot circa een jaar geleden deel uitmaakten van de R&D-
divisie. Voor beide projecten, F992 (peptide met mogelijk therapeutisch werking bij
longemfyseem) en VEGF(gentherapie ter behandeling bij ischemie), gold een zodanig
complex, tijdrovend en kostbaar ontwikkelingstraject, dat een bijdrage aan de
aandeelhouderswaarde binnen een aanvaardbare termijn onwaarschijnlijk werd geacht. Het
enig overgebleven biotechnologisch product F991 (peptide met mogelijk therapeutische
werking bij o.a. astma) biedt nog wel concreet uitzicht op marktintroductie. Met dit product
werd in het afgelopen boekjaar met positief gevolg een "proof of concept" afgerond. Ten
aanzien van dit project wordt gestreefd naar overdracht aan een geschikte farmaceutische
partner.
---
Vereenvoudigde ondernemingsstructuur
Bovenvermelde wijzigingen in de organisatie leiden tot een vereenvoudigde, transparante
structuur van de onderneming. In deze nieuwe structuur kent de onderneming drie divisies
Allergie, Handel en Medische Hulpmiddelen die zich concentreren op achtereenvolgens de
productie en verkoop van allergeenproducten (Artu), de handel in gepatenteerde
geneesmiddelen (Fisher) en de marketing en sales van medische hulpmiddelen (Laprolan en
Artu Medical).
Uitkomsten STARDROP-studie Oralgen® Graspollen
Fornix heeft in samenwerking met het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam in de
afgelopen jaren een grootschalige `state of the art' klinische studie, de zogeheten
STARDROP-studie, uitgevoerd naar de veiligheid en effectiviteit van het product Oralgen®
Graspollen bij de behandeling van allergische rhinoconjunctivitis (allergische neus- en
oogklachten) bij kinderen in Nederland. Eind 2004 is het klinisch gedeelte van deze
dubbelblind, placebo-gecontroleerde studie, waarbij circa 200 kinderen in de leeftijd van zes
tot achttien jaar betrokken waren, afgesloten.
In het halfjaarbericht van 1 augustus 2005 werd gemeld dat de statistische analyse van de
studieresultaten door het Erasmus MC meer tijd bleek te vergen dan werd verwacht.
Bovendien werd gemeld dat de eerste resultaten van een aantal subanalyses een minder
grote klinische effectiviteit van de behandeling met Oralgen® Graspollen in de studiepopulatie
suggereerden dan vooraf in het betreffende studieprotocol werd verondersteld.
De statistische analyse van de STARDROP-studieresultaten is inmiddels volledig afgerond.
Uit deze analyse blijkt dat de studie niet heeft voldaan aan een van de belangrijkste vooraf
vastgelegde doelstellingen, namelijk het aantonen van een significante vermindering van de
allergische symptomen in de Oralgen® Graspollen behandelde patiëntengroep in vergelijking
met de placebogroep.
De uitkomst van de STARDROP-studie is niet in overeenstemming met enkele recente,
grootschalige klinische studies van enkele vergelijkbare producten, waarin de klinische
effectiviteit van deze producten op overtuigende wijze lijkt te worden aangetoond. Een
belangrijk onderdeel van de evaluatie van de STARDROP studieresultaten bestond dan ook
uit de identificatie van de factoren die mogelijk verantwoordelijk zijn voor het afwijkende
resultaat van de STARDROP-studie.
Factoren die in aanmerking komen zijn onder andere:
- De effectiviteit van de behandeling met Oralgen® Graspollen werd gedurende twee
opeenvolgende pollenseizoenen bepaald. Vanwege wisselende
weersomstandigheden bleek de pollenbelasting in een van de twee seizoenen
uitzonderlijk laag te zijn en waren de allergische symptomen in dit seizoen dan ook
bijzonder laag;
- De criteria die werden gehanteerd bij de selectie van de patiënten voor de studie,
bleken achteraf te hebben geresulteerd in een patiëntengroep met relatief milde
---
allergische klachten; de fractie patiënten met matige tot ernstige allergische klachten
was relatief gering; opgemerkt dient te worden dat het bereiken van een klinisch
relevante verbetering bij een lage symptoomscore moeilijk is;
- Bovengenoemde studies met vergelijkbare producten werden uitgevoerd bij
uitsluitend volwassen patiënten, terwijl in de STARDROP-studie uitsluitend kinderen
waren opgenomen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat het mogelijk aanzienlijk
eenvoudiger is om effectiviteit aan te tonen bij volwassenen dan bij kinderen.
De resultaten van de STARDROP-studie zijn ingediend bij het College ter Beoordeling van
Geneesmiddelen (CBG) in het kader van de registratieaanvraag van het product Oralgen®
Graspollen. Fornix is gestart met de uitvoering van een klinisch ontwikkelingsprogramma dat
als doel heeft om de registratieaanvraag verder te onderbouwen. De voor de uitvoering van
dit programma benodigde studies zullen op zo kort mogelijke termijn van start gaan. In de
opzet en uitvoering van additionele klinische studies zal vanzelfsprekend sterk rekening
worden gehouden met de bovenvermelde complicerende factoren die uit de evaluatie van de
STARDROP studieresultaten naar voren zijn gekomen.
Naast de evaluatie van de effectiviteit van de behandeling met Oralgen® Graspollen vormde
de beoordeling van de veiligheid van het product eveneens een belangrijke doelstelling van
de STARDROP-studie. Uit de analyse van de studieresultaten bleek een uitstekend
veiligheidsprofiel van Oralgen® Graspollen. Er traden bij de behandelde patiënten geen
serieuze bijwerkingen op en het product werd goed verdragen.
De resultaten van de STARDROP-studie zullen door de onderzoekers van Erasmus MC in
de vorm van een wetenschappelijk artikel ter publicatie worden aangeboden aan een
gerenommeerd wetenschappelijk tijdschrift.
Status van studie met Oralgen® Mijten
In het najaar 2005 is een dubbelblind, placebo-gecontroleerde studie naar de veiligheid en
werkzaamheid van het product Oralgen® Mijten van start gegaan. De eindresultaten van
deze studie worden in de loop van 2009 verwacht.
Uitkomsten biotechnologische R&D-project F991
Op basis van wetenschappelijke studies wordt aangenomen dat het peptide F991 een
potentieel geneesmiddel zou kunnen vormen bij een aantal verwante immunologische
aandoeningen zoals astma, multiple sclerose, contacteczeem en de ziekte van Crohn.
De klinische ontwikkeling van het peptide bevindt zich in Fase IIA, waarbij in relatief
kleinschalige studies de effectiviteit van het middel wordt onderzocht.
In een eerste "proof of concept" Fase IIA studie bij een kleine groep nikkelovergevoelige
patiënten werd bij lokale toediening van F991 een afname van allergische huidklachten
waargenomen.
In 2004 werd in samenwerking met het Academisch Ziekenhuis Groningen een Fase IIA
studie gestart naar de werkzaamheid van F991 bij patiënten met een allergische
overgevoeligheid voor huisstofmijt of pinda. In de loop van 2005 is deze studie afgerond.
---
Uit de statistische analyse van de studieresultaten bleek dat de lokale toediening van het
F991 peptide in vergelijking met placebo bij de behandelde patiënten een significante
afname van de allergische huidreactie bewerkstelligde. Deze resultaten bevestigden de
potentiële therapeutische werkzaamheid van het F991 peptide. De resultaten van de studie
zullen in detail in een klinisch-wetenschappelijk tijdschrift worden gepubliceerd.
Voor de verdere klinische ontwikkeling van F991 beoogt Fornix een
samenwerkingsovereenkomst te sluiten met een geschikte farmaceutische partner. De
recent verkregen uitkomst van de Fase IIA studie zullen naar verwachting de kansen op een
dergelijke overeenkomst verbeteren.
R&D-strategie in de toekomst
Indien Fornix erin slaagt voor F991 een partner te vinden, dan zal daarmee het laatste
biotech researchproject worden afgesloten. Deze ontwikkeling past in de eerder ingezette
strategie van de onderneming om zich meer te richten op projecten die zich in een
vergevorderd stadium van ontwikkeling bevinden.
De ontwikkelingen ten aanzien van het klinisch ontwikkelingsprogramma van de Oralgen®
allergeenproducten van de Allergiedivisie zijn van cruciaal belang voor de onderneming. Een
positieve beoordeling van de registratieaanvragen voor de belangrijkste allergeenproducten
is op de langere termijn een essentiële voorwaarde voor het uitbreiden van de marketing en
sales activiteiten van de Oralgen® producten. Om aan deze doelstelling te kunnen voldoen
heeft de onderneming in samenwerking met een extern adviesbureau reeds een uitgebreid
klinisch ontwikkelingsprogramma (CDP; Clinical Development Plan) ten behoeve van haar
sublinguale immunotherapieproducten voor de komende jaren geïnitieerd. In het kader van
dit CDP heeft de onderneming een overeenkomst gesloten met een vooraanstaande Clinical
Research Organisation (CRO). Mede gezien de bijzondere regulatoire positie van de
allergeenproducten in Nederland, zal Fornix de door het CBG gestelde eisen ten aanzien
van de benodigde klinische onderbouwing van de betreffende registratieaanvragen sterk
laten meewegen in de uitvoering van het klinisch ontwikkelingsprogramma. Naar verwachting
zullen de investeringen in bovengenoemd CDP voor de komende vijf jaren tenminste EUR
10 miljoen bedragen (in 2006 naar verwachting EUR 2,0 2,5 miljoen).
Er doen zich diverse interessante wetenschappelijk ontwikkelingen voor die in de toekomst
tot fundamenteel verbeterde vormen van immunotherapie zouden kunnen leiden, zoals de
ontwikkeling van recombinant-allergenen en nieuwe adjuvantia die de immuunrespons
kunnen reguleren. Fornix houdt deze ontwikkelingen scherp in de gaten teneinde in die
projecten die interessante klinische en commerciële vooruitzichten bieden te kunnen
participeren.
De aanpassingen van de structuur van de onderneming waarmee het aantal kerndivisies tot
drie wordt teruggebracht, zullen tot een meer efficiënte en transparante organisatie leiden.
---
Resultaten 2005
Meer details over de gang van zaken en de voorlopige resultaten over 2005 zullen via een
persbericht worden gepubliceerd op 24 januari 2006 voor beurs.
Lelystad, 23 december 2005
Fornix BioSciences N.V.
De Directie
Fornix BioSciences N.V.