Van A. wegens medeplichtigheid aan oorlogsmisdrijven veroordeeld tot
15 jaar gevangenisstraf
âs-Gravenhage, 23 december 2005 â De rechtbank âs-Gravenhage heeft
vandaag de Nederlander Van A. wegens medeplichtigheid aan
oorlogsmisdrijven veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 jaar. De
rechtbank sprak Van A. vrij van medeplichtigheid tot genocide. Van A.
leverde in de jaren tachtig van de vorige eeuw aan Irak chemicaliën
die gebruikt werden voor de productie van gifgas.
Naar het oordeel van de rechtbank is vast komen te staan dat Van A.
bewust en uit louter winstbejag een essentiële bijdrage heeft
geleverd aan het chemische wapenprogramma van Irak in de jaren tachtig
van de vorige eeuw en dat zijn bijdrage een groot aantal met
mosterdgas uitgevoerde aanvallen op weerloze burgers mogelijk heeft
gemaakt, althans vergemakkelijkt. Deze aanvallen vormen zeer ernstige
oorlogsmisdrijven, aldus de rechtbank.
De rechtbank concludeerde dat Saddam Hussein en anderen zich vanwege
de aanvallen met mosterdgas op de Koerdische bevolking in Irak
schuldig hebben gemaakt aan genocide. Van A. werd echter vrijgesproken
van medeplichtigheid tot genocide. De rechtbank achtte niet bewezen
dat Van A. ten tijde van de levering van in de telastlegging vermelde
materialen wist dat hij hiermee bijdroeg aan aanvallen die als doel
hadden de gehele of gedeeltelijke vernietiging van de Koerdische
bevolking in Irak.
Het feit dat de medeplichtigheid tot genocide niet is
bewezenverklaard, brengt volgens de rechtbank niet met zich dat met
een lagere straf dan de geëiste 15 jaar zou moeten worden volstaan.
Er bestaat immers wat ernst betreft geen rangorde tussen
oorlogsmisdrijven en genocide, aldus de rechtbank. Dit wordt onder
meer tot uitdrukking gebracht doordat voor beide misdrijven een
levenslange gevangenisstraf kan worden opgelegd en voor
medeplichtigheid maximaal 15 jaar.
LJ Nummer
AU8685
Bron: Rechtbank 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 23 december 2005
Rechtbank 's-Gravenhage