Warmteschaats verschil tussen goud of niets op OS Turijn

Proteq direct

WARMTESCHAATS VERSCHIL TUSSEN GOUD OF NIETS OP OLYMPISCHE SPELEN?

Heerhugowaard Met de Olympische Winterspelen in het vooruitzicht heeft marathonschaatser Jan Maarten Heideman uit de Proteq Schaatsploeg het middel om straks in Turijn het verschil te maken: de warmteschaats. Hiermee kan 0,10 seconde winst gepakt worden op de 500 meter.

De rijder uit de Proteq Schaatsploeg staat bekend om zijn innovatieve uitvindingen om tijdwinst te pakken. Al eerder introduceerde hij het vogelpak en de wisselschaats. En nu dus de warmteschaats. Volgens Heideman kan een sprinter 0,3 tot 0,4 seconde winst pakken op de 1500 meter. En dat kan wel het verschil zijn tussen een gouden medaille of een 4e plek.
Heideman: 'De warmteschaats is niets meer dan het verwarmen van je ijzers kort voor de start. Tijdens het inrijden koelen je schaatsen af en na 7 minuten nemen ze de temperatuur van het ijs aan (-7 C). Stel nu dat je na het inrijden een ander schaatspaar aantrekt die uit je tas komt (20 C), en dus warmer is, en je rijdt daarmee direct naar de start. Uit testen die we deze zomer op het ijs in Thialf hebben gedaan, blijkt dat je minder glijweerstand hebt en daarmee dus tijdwinst pakt ten opzichte van je tegenstander(s).

Het meest bijzondere is wel dat er, voor zover bekend, nog niemand gebruik maakt van de warmteschaats. En dat met een Olympische Spelen in het vooruitzicht. Bij eerdere Olympiades was er al de klapschaats, de strips en het skinpak. Maar nu blijft het akelig stil qua innovatieve snufjes om de concurrentie voor te blijven. Misschien is de warmteschaats wel de nieuwste rage? In de huidige reglementen van de ISU is het niet duidelijk omschreven wat wel en niet mag met betrekking tot het verwarmen van je schaatsen. Heideman: 'Daarmee zou je dus tijdwinst kunnen pakken. En omdat de regels niet duidelijk zijn, kan er sprake zijn van oneerlijke concurrentie. Terwijl iedereen gelijke omstandigheden verdiend. In de bobsleewereld hebben bobbers in het verleden kort voor de start met branders hun ijzers staan op te warmen. Dat heeft men nu goed geregeld door vast te leggen welke temperatuur de ijzers maximaal mogen hebben. Het zou goed zijn als de ISU ook zoiets zou regelen. Met een laserpistool meet je in 1 seconde wat de temperatuur van de ijzers is. Ik pleit voor gelijke kansen en dus zou het goed zijn de regels nog maar eens onder de loep te nemen.'