LEI

LEI-ramingen voor 2005:
Inkomensherstel in landbouw, gasprijs drukt op resultaten tuinbouw


20 dec 2005
Onderdeel: LEI

Voor een belangrijk deel van de land- en tuinbouw betekende het jaar 2005 een adempauze in een onzekere omgeving. De meeste veehouderij- en akkerbouwbedrijven deden het dit jaar beter dan in 2004. Maar in de glastuinbouw ligt dat duidelijk anders; hier werd de forse stijging van de gasrekening niet goedgemaakt door hogere opbrengsten. Ondanks deze tegenvaller in de glassector wordt voor de land- en tuinbouw als geheel over 2005 een wat hoger inkomen verwacht dan over 2004. Dit blijkt uit de jaarlijkse inkomensramingen van het LEI (onderdeel van Wageningen UR).

Veehouderij: bijna alle takken doen het beter

In vrijwel alle takken van veehouderij is het geraamde inkomen over 2005 hoger dan in het voorgaande jaar. Alleen op vleesvarkensbedrijven en voor kalverhouders met contracten bleef het gemiddeld inkomen ongeveer gelijk. De daling van de veevoederprijzen met gemiddeld 7% levert vooral voor de intensieve veehouderij een belangrijke kostendaling op. Melkveehouders gaan er dit jaar nogal wat op vooruit, onder meer door de hogere Europese premies en de hogere waarde van het vee. Ook vleesveehouders en schapenhouders hebben door hogere opbrengsten een beter jaar.

In de varkenshouderij lagen de opbrengstprijzen in 2005 relatief hoog. In combinatie met de lagere voerkosten levert dit vooral hogere inkomens op voor bedrijven met fokvarkens en voor gesloten varkensbedrijven. Vleesvarkenshouders moeten door de hogere aankoopprijzen van biggen genoegen nemen met ongeveer hetzelfde inkomen als in 2004.

Voor de leghennenhouders is 2005 door de laag gebleven eierprijzen opnieuw een teleurstellend jaar. Ze leden weliswaar minder verlies dan in 2004, maar hun inkomen blijft duidelijk negatief en zij moeten opnieuw op hun vermogen interen. De vleeskuikenhouders wisten hun inkomen in 2005 duidelijk te verbeteren, al liepen de afgelopen maanden de consumentenvraag en de opbrengstprijzen drastisch terug onder invloed van de dreigende vogelgriep.

Akkerbouw: schrale inkomensverbetering

Het inkomen van de akkerbouwers geeft dit jaar gemiddeld maar een schraal herstel te zien na de forse inkomensdaling in 2004. Het blijft nog duidelijk achter bij het inkomen uit het vrij gunstige jaar 2003. De prijzen van aardappelen en uien liggen door de kleinere oogst in 2005 hoger dan vorig jaar. De bietenprijzen gingen echter omlaag. Dat drukt ook het inkomen van de telers van zetmeelaardappelen, omdat die naast aardappelen meestal vrij veel bieten telen.

Glastuinbouw: hogere gasprijs haalt inkomens omlaag

Door de stijging van de gasprijzen met gemiddeld 40% daalt het inkomen op de glastuinbouwbedrijven, ondanks hogere opbrengsten van de meeste gewassen. Vooral voor de glasgroentetelers geven de ramingen een forse inkomensdaling aan. Dit geldt zeker voor de telers van paprika, die dit jaar veel lagere opbrengstprijzen ontvingen. Bij de sierteelt onder glas (bloemen, pot- en perkplanten) blijft de geraamde inkomensdaling nog enigszins beperkt. Door de verslechtering van de inkomens moeten veel glastuinbouwbedrijven in 2005 interen op hun vermogen. De vooruitzichten voor 2006 zijn bovendien niet gunstig; de gestegen olieprijzen leiden naar verwachting tot een verdere stijging van de energiekosten.

Voor champignontelers zet de lijn van de laatste jaren zich voort: door toenemende concurrentie uit andere landen dalen de opbrengstprijzen en inkomens in 2005.

Tuinbouw open teelten: veelal hogere inkomens

Omdat de stijging van de energieprijzen voor de tuinbouw in de open grond veel minder gevolgen heeft dan voor de glastuinbouw, is het inkomensbeeld voor de opengrondstuinbouw gunstiger. Vooral voor de groente- en fruittelers verbetert het inkomen door hogere opbrengstprijzen. Ook bloembollentelers zien hun bedrijfsresultaat wat omhoog gaan. Boomkwekers echter moeten door een tegenvallende verkoop van producten genoegen nemen met een lager inkomen dan in 2004.

Conclusie: licht inkomensherstel voor land- en tuinbouwsector als geheel

Voor de land- en tuinbouwsector als geheel brengt 2005 al met al enig herstel van inkomen ten opzichte van het dieptepunt in 2004. Doorslaggevend voor de verbetering is de stijging van de opbrengstprijzen van producten met gemiddeld bijna 3%. Tegenover een forse stijging van de energiekosten staat een daling van de veevoederkosten, waardoor de totale kostenstijging ongeveer 1% is. Het resterende inkomen per agrarische ondernemer stijgt weliswaar met bijna 15%, maar blijft in 2005 toch nog duidelijk onder het niveau van 2003. Vergeleken met andere Europese landen raakte agrarisch Nederland de afgelopen jaren een stuk van zijn inkomensvoorsprong kwijt. De ontwikkeling van het agrarisch inkomen bleef ook achter bij de inkomensontwikkeling in het midden- en kleinbedrijf. Die achterstand wordt met het agrarisch inkomensniveau zoals dat uit de raming voor 2005 naar voren komt, maar ten dele hersteld.


____
Actuele ontwikkeling van bedrijfsresultaten en inkomens in 2005 .
LEI-rapport 1.05.03

Bijlage: tabel Zie het origineel

Rentabiliteit en inkomen op agrarische bedrijven


Contact
Kees de Bont
070 3358161
cees.debont@wur.nl

Anita van der Knijff
070 3358181
anita.vanderknijff@wur.nl

Alle content (c) 2005 Wageningen UR. Alle rechten voorbehouden.