Huijskens & istha
Persbericht
klachten van melchers tegen de telegraaf en het parool gegrond verklaard
Amsterdam, vrijdag 30 december 2005 - De Raad voor de Journalistiek heeft de klachten van
Hans Melchers, vader van Claudia Melchers, tegen zowel De Telegraaf als Het Parool
gegrond verklaard. Dat blijkt uit een tweetal beslissingen van de Raad die gisteren
bekend gemaakt werden.
DE TELEGRAAF
Op haar internetsite publiceerde De Telegraaf op 15 september 2005 dat, gezien de eis van
300 kilo cocaïne voor de vrijlating van Claudia, haar ontvoering '... bijna wel
zeker te maken moet hebben met enige betrokkenheid van de familie bij drugshandel.'
Naar het oordeel van de Raad voor de Journalistiek kan uit die beschuldiging niet worden
opgemaakt waarop De Telegraaf de gesuggereerde betrokkenheid bij drugshandel heeft
gebaseerd.
Namens de heer Melchers wordt hieraan het volgende toegevoegd. Voor deze beschuldiging
bestond geen enkele grond. Dat is uit het strafrechtelijk onderzoek inmiddels wel
gebleken. De Telegraaf was echter niet bereid de beschuldiging recht te zetten.
In de procedure bij de Raad voor de Journalistiek is gebleken dat De Telegraaf haar
bericht en dus ook de beschuldiging had gebaseerd op een bericht van het ANP. Het ANP
levert de aangesloten kranten (op de ANP-feed) berichten die de aangesloten kranten mogen
publiceren als eigen nieuws. De Telegraaf had het letterlijk van het ANP overgenomen
bericht gepubliceerd als vrucht van eigen nieuwsgaring en zelfs haar auteursrecht daarop
voorbehouden. De lezers van de elektronische Telegraaf, die geen toegang hebben tot de
ANP-feed, wordt daarmee zand in de ogen gestrooid. De lezer kan immers tot geen andere
conclusie komen dan dat De Telegraaf de beschuldiging baseerde op eigen onderzoek.
Ook de klacht naar aanleiding van een bericht in De Telegraaf van 16 september 2005 werd
gegrond verklaard. De Telegraaf meldde toen op haar website wederom dat de 300 kilo
losgeldeis '... bijna zeker te maken moet hebben met enige betrokkenheid van de familie
bij drugshandel.'
Naar het oordeel van de Raad is dat zo geformuleerd '... dat die betrokkenheid nauwelijks
als een vermoeden of een theorie kan worden opgevat, maar eerder moet worden beschouwd
als een (zo goed als) vaststaand feit. De vermelding dat de suggestie afkomstig is van
anoniem gelaten 'deskundigen' geeft daaraan een zodanig extra gewicht, dat De Telegraaf
in dit geval zijn bronnen nader had dienen te specificeren, teneinde de lezer in staat te
stellen zich een oordeel te kunnen vormen over de betrouwbaarheid van die bronnen.'
Verder overwoog de Raad: 'De omstandigheid dat de passage volgt op de reactie van Melchers
en zijn familie op de speculaties over hun betrokkenheid bij drugshandel, maakt dat niet
anders.
Integendeel, door de positie van de passage alsmede de vrij stellige inhoud daarvan wordt
de reactie van klager en zijn familie juist afgezwakt. Door op deze wijze te berichten
heeft De Telegraaf dan ook journalistiek onzorgvuldig gehandeld.'
HET PAROOL
In Het Parool van 16 september 2005 werd in een aantal artikelen aandacht besteed aan de
ontvoering van Claudia Melchers. Op dat moment was zij inmiddels vrij. In een van die
artikelen werden drie scenario's geschetst die mogelijk tot de ontvoering en de
losgeldeis hebben geleid. De kop boven dat artikel luidde:
'Waarom is cocaïne als losgeld geëist? - mogelijke scenario's achter de
ontvoering van Claudia Melchers'.
De speculaties bevatten onder meer de volgende zinsnede:
- 'Vader Melchers of zijn kennissen zitten in de drugs.'
- 'De familie Melchers of bekenden van de familie hebben met leveranciers of met
transporteurs ruzie gekregen over een partij drugs.'
- 'De partner van Melchers is betrokken bij de ruzie over de coke. Als directeur van het
bedrijf van vader Melchers heeft hij toegang tot het transportnetwerk van Melchemie.'
- 'Misschien was een van de cokesnuivende klanten van Claudia's catering bedrijf
ontevreden over geleverde diensten. Misschien was Claudia zelf betrokken bij
drugshandel.'
De Raad overweegt dat de gekozen vorm en presentatie de indruk wekken dat sprake is van
een feitelijk verslag van de achtergronden van de losgeldeis.
En verder:
'Zonder zich op bronnen te baseren heeft Het Parool over de losgeldeis gespeculeerd en
daarbij drie scenario's geschetst die alle erop neerkomen dat Melchers dan wel zijn
familie betrokken is bij drugshandel. Het Parool heeft aldus niet feitelijk bericht
óver geruchten, maar zelf geruchten gecreëerd. Bezien in de context van
gehele artikel heeft Het Parool de speculaties zodanig gepresenteerd dat de lezer zich
moeilijk aan de indruk kan onttrekken dat daarin wel een kern van waarheid moet zitten.'
Het Parool had aangevoerd te hebben ingespeeld op de vreemde losgeldeis. Daarover zegt de
Raad: 'Dat gegeven biedt echter onvoldoende grond om de speculaties als verwoord in het
artikel op te nemen.'
De Raad verwerpt ook het verweer van Het Parool dat niet meer informatie door de politie
of de familie werd verstrekt. Maar volgens de Raad:
'...biedt dat onvoldoende grond voor de conclusie dat het de journalist vrij staat om het
ontbreken van informatie met eigen suggesties, gedachten dan wel speculaties in te vullen
op de wijze zoals hier is gedaan. De omstandigheid dat in het artikel regelmatig is
aangeduid dat sprake is van 'speculaties' maakt dat niet anders. Integendeel, naar het
oordeel van de Raad is het voor een betrokkene bijna ondoenlijk zich adequaat te
verdedigen tegen ernstige verdachtmakingen die als 'speculaties' worden aangeduid, zodat
het toepassen van wederhoor bij een dergelijke vorm van berichtgeving onvoldoende
uitkomst biedt.'
En voorts overweegt de Raad:
'Naar het oordeel van de Raad is geen sprake van een publicatie die vergelijkbaar is met
een column of een hoofdredactioneel commentaar. Het artikel is vorm gegeven als
feitelijke berichtgeving waarin voor speculaties als de onderhavige geen plaats is.'
Op deze overwegingen komt de Raad tot de slotsom:
'...dat Het Parool met de publicatie grenzen heeft overschreden van hetgeen gelet op de
eisen van journalistieke verantwoordelijkheid, maatschappelijk aanvaardbaar is.'
NB:
De beslissingen van de Raad voor de Journalistiek zijn gericht tegen respectievelijk de
hoofdredacteur van De Telegraaf en tegen de journalisten Hanneloes Pen en Rob Rombouts en
hoofdredacteur Eric van Gruijthuijsen van Het Parool.
In bovenstaande citaten is telkens de aanduiding 'verweerder(s)' gewijzigd in
respectievelijk De Telegraaf en Het Parool.
De vervoeging van de verba (werkwoorden) is daaraan aangepast.
HOE NU VERDER?
De heer Melchers heeft De Telegraaf en Het Parool en in een later stadium ook het ANP en
andere media voorafgaand aan indiening van deze klachten, een eis tot schadevergoeding in
het vooruitzicht gesteld. Geen van deze media heeft zich bereid verklaard daaraan tegemoet
te willen komen. Laat staan een woord van excuus of begrip voor de gevolgen van de hoogst
ernstige en volstrekt ongefundeerde beschuldigingen.
Kennelijk waren deze en andere media uit op sensatie zonder ook maar enigszins rekening te
houden met de gerechtvaardigde belangen van de heer Melchers en zijn familie aan wie door
de ontvoering als zodanig al onnoemlijk leed was toegebracht. De betrokken media kunnen
dan ook op korte termijn een schadevergoedings-procedure tegemoet zien.
In die procedures zal ook de nodige aandacht worden besteed aan het volgende punt. Politie
en justitie hadden, begrijpelijk, de losgeldeis van 300 kilo cocaïne, gelet op het
belang van de opsporing en het vinden van de daders, niet openbaar willen maken. Kort
voor de persconferentie van de politie op 15 september 2005 bleek dat Het Parool op de
hoogte was gekomen van de inhoud van de losgeldeis.
Omdat die losgeldeis via Het Parool toch publiek zou worden, hebben politie en justitie
die eis in arren moede maar bekend gemaakt tijdens de persconferentie. Het lijdt geen
twijfel dat die informatie aan Het Parool is gelekt. Hoogstwaarschijnlijk doordat iemand
zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Dat lekken is mede de oorzaak van de voor de
heer Melchers en zijn familie zo schadelijke berichtgeving.
De nu volgende civiele procedure zal ook gericht zijn op het traceren van dat lek.
Ook het ANP is als nieuwsvoorziening voor praktisch alle media in Nederland ondeugdelijk
gebleken.
Toen de losgeldeis bekend gemaakt was, heeft een journalist van het ANP, naar hij zegt,
een paar rechercheurs opgebeld die werkzaam zijn op het terrein van de bestrijding van
drugshandel. Deze rechercheurs waren niet betrokken bij het onderzoek naar de ontvoering
van Claudia Melchers.
Deze rechercheurs zien in hun dagelijkse praktijk dat in de criminele drugswereld
regelmatig ontvoeringen plaats vinden. Bijvoorbeeld bij een ripdeal of het niet nakomen
van criminele afspraken. Kennelijk vanuit die beperkte visie - tunnelvisie- hebben deze
rechercheurs de journalist van het ANP gezegd dat de ontvoering bijna wel zeker te maken
moest hebben met betrokkenheid van de familie Melchers bij drugshandel.
Het ANP had de onwaarde van die beschuldiging moeten begrijpen en dat dus niet mogen
publiceren op de eigen ANP-feed. Het ANP draagt volledig de verantwoordelijkheid voor de
hieruit voortvloeiende gevolgen voor de heer Melchers en zijn familie.
Het ANP had aan de betrokken rechercheurs geen vertrouwelijkheid mogen toezeggen.
Bovendien was er in dat vroege stadium van de opsporing in de ontvoeringszaak nog zo
weinig aan feiten bekend dat de enkele mededeling van die rechercheurs nooit voldoende
basis kon zijn voor het uiten van zulke ernstige beschuldigingen.
De media hebben zich hier van hun slechtste kant laten zien.