Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Beste VROM-ers,

We verloren in 2005 een aantal bijzondere collega's. Ik noem Joke Waller en Marian Looze, en meest recent Fred van der Veen, die vrijdag werd begraven. Ik vond Fred een markante, eigenzinnige en inspirerende DG die in verschillende functies een zwaar stempel heeft gedrukt op gezichtsbepalende onderdelen van VROM. Ik heb geleerd van zijn bijdragen aan de Bestuursraad, van zijn politiek en strategisch inzicht en de behendige manier waarop hij ingewikkelde bestuurlijke processen tot een goed einde bracht. Mijn hart gaat uit naar zijn vrouw en onze collega Nel Batenburg en naar alle nabestaanden, ook die van anderen die ons in 2005 zijn ontvallen.

Beste VROM-ers, bij het verlies van dierbaren - ook van collega's met wie we nauwe banden hadden - kan de werkomgeving een bron van troost zijn. Het is goed dat de VROM-organisatie steun en houvast biedt in moeilijke tijden, dat wij geïnteresseerd zijn in elkaar en naar elkaar omzien. Nabestaanden kunnen aan een zorgzame werkomgeving kracht ontlenen om verder te gaan. Onze minister is daarvan een sprekend voorbeeld. Ik heb diepe bewondering voor de manier waarop zij haar ministerschap na het overlijden van haar echtgenoot is blijven invullen. Haar vermogen met verdriet om te gaan, dat gepast te tonen en toch verder te gaan, zijn een bron van respect en inspiratie voor ons allemaal.

Inspiratie putten we ook uit de inhoud van ons werk. VROM is terug in het hart van het politieke en maatschappelijke debat: de minister en de staatssecretaris hebben dat vóór mij al duidelijk gemaakt. We hebben dan ook niet te klagen over een gebrek aan spraakmakende dossiers. Huurbeleid, een nieuw corporatiestelsel, luchtkwaliteit, klimaatverandering, ontwikkelingsplanologie, samenwerkende inspecties, het proefjaar ZEUS - het zijn maar een paar voorbeelden.

We mogen tevreden zijn over wat we in 2005 tot stand hebben gebracht. Ondanks het vertrek van ervaren collega's - van wie velen met de Remkesregeling, waardoor VROM veel kennis en geheugen verloor. Er is een stevige wissel getrokken op onze organisatie: méér werk moest met mínder medewerkers worden gedaan. We naderen dan ook de grens van wat aan werkdruk verantwoord is. Nu weet ik wel dat ik niet tegen de bewindslieden kan zeggen: doe er even flink wat mensen bij. Dat past niet in de kabinetslijn om de rijksoverheid juist af te slanken. Maar dat gegeven betekent óók dat waar het te veel knelt, ik met hen de discussie zal aangaan over herprioriteren van het werkpakket.

Zelf kunnen we uiteraard ook het nodige doen. Door ons werk slim te organiseren. Door kennis te delen en taken verdelen waar nodig en mogelijk. Door capaciteit daarheen te dirigeren waar die het hardst nodig is. Door slimme oplossingen van andere departementen toe te passen zoals Emplaza, Delphi of Digidoc - dat bij ons VIDI heet. En door mensen flexibel in te zetten en de ervaring die ze zo opdoen, te gebruiken om onze eigen organisatie vooruit te helpen. Hoe lastig soms ook, we leven in een tijd waarin vastigheid in het werk minder is geworden. Mijn vader vierde zijn vijftigjarig ambtsjubileum in een grotendeels ongewijzigde functie. Dat kon in de vorige eeuw. In onze tijd is verandering normaal en flexibiliteit de constante.

Dat geldt ook bij VROM. Een paar voorbeelden. Nu nog worden de laatste eindjes van de huursubsidieregeling 2005 en voorgaande jaren afgehecht. Vanaf medio 2006 ligt alle dan nog resterend werk bij de Belastingdienst. Ik ben heel tevreden dat het is gelukt om voor vrijwel alle mensen van huursubsidie een goede plek te vinden bij de dienst Toeslagen. Vanaf deze plaats wil ik de Belastingdienst bedanken voor de inspanningen die zij daarvoor deden. Maar nog meer bedank ik het handjevol medewerkers dat hier bij VROM - met hulp van tijdelijke krachten - het schip drijvend heeft weten te houden. En daarbij ook nog het Verbeterplan uitvoert dat ons door de Rekenkamer werd opgelegd. Professioneel en gedreven, hoewel hun plek bij VROM vervalt. Dat is een groot compliment waard.

En dan verwelkomen we twee nieuwe onderdelen. Het Milieu- en Natuurplanbureau is uit het RIVM verzelfstandigd en ondergebracht bij VROM. Een erkenning dat duurzaamheid zo belangrijk is dat het een zelfstandig planbureau rechtvaardigt naast de drie al bestaande. Welkom, medewerkers van het MNP - en al verandert jullie overgang het werk daar in Bilthoven niet: wij zijn blij met jullie komst.

Een verandering waar ik ook heel blij mee ben, is de start van de nieuwe directie Internationale Zaken. Die markeert het belang van de internationale dimensie in ons werk. VROM denkt groot: we weten dat Nederland te klein is om alles binnen de eigen grenzen te regelen. Dat wíllen we niet eens. Uitbouwen en versterken van internationale samenwerking biedt kansen; voor milieu en ook voor ruimtelijke ontwikkeling, bouwen en wonen. We willen onze internationale invloed beter richten en effectiever maken door méér aan de voorkant te sturen, zodat we niet worden overvallen door uitvoeringsconsequenties van besluiten waaraan we eerder actief bijdroegen. IZ is opgericht met het oog op een doelgerichte, strategische inzet in Europa en de mondiale arena.

Maar het gaat niet alleen om IZ. Ik wil er geen misverstand over laten bestaan: VROM-breed zullen de vakdirecties internationaler moeten denken en werken. Elk dossier vraagt maatwerk en goed samenspel tussen IZ en de vakinhoudelijke mensen. We hebben goede ervaringen met het werken in dossierteams tijdens het Nederlands voorzitterschap. Op die ervaring gaan we verder bouwen. Samenwerken op inhoud, flexibel en met het doel om het werk zo te organiseren dat de kans op goed resultaat maximaal is.

Die manier van werken past in een bredere ontwikkeling. Dit kabinet heeft vanaf het begin zwaar ingezet op samenwerken binnen het rijk met het oog op een beter resultaat. VROM is een heel eind op streek.
* We hebben de uitvoering van subsidieregelingen gelegd bij professionele uitvoeringsorganisaties van andere departementen
* We hebben onze eigen inspecties gebundeld en hebben het voortouw bij de volgende stap: gezamenlijk optrekken met andere rijksinspecties

* We hebben onze bedrijfsvoering beleidsneutraal gemaakt en ondergebracht in een shared service organisatie: de GD
* We hebben portefeuillehouders in de Bestuursraad aangewezen voor VROM-brede onderwerpen als internationale samenwerking, gebiedsgericht werken, luchtkwaliteit en e-government
* We zetten zwaar in op burgerparticipatie en beleid met burgers
* We werken intensief samen in VROM-overstijgende programma's en trekken rijksbrede projecten als wervingsbeleid en overheidscommunicatie

* We geven mee vorm aan nieuwe organisatievormen binnen het Rijk als de interdepartementale directie Energietransitie en het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf.

Kortom: we laten zien dat flexibel, ondernemend en resultaatgericht samenwerken mogelijk is binnen de bestaande structuur. Ook anderen onderkennen dat. Herhaaldelijk wordt VROM genoemd als een departement dat baanbrekende initiatieven neemt in nauwe samenwerking met decentrale overheden en marktpartijen. De leefomgevingsvergunning en de voorbeeldprojecten gebiedsontwikkeling zijn daar illustraties van.

Die lijn wil ik met kracht doorzetten. Alle ministeries staan aan de lat om kabinet en parlement te overtuigen dat het ons ernst is met een andere manier van werken bij de rijksoverheid. Van buiten naar binnen. Denken vanuit wat je voor de samenleving wilt bereiken. Resultaatgericht en geen landje-pik. Verzaken we, dan is niet denkbeeldig dat een nieuw kabinet in 2007 daadkracht zoekt in drastische structuuringrepen, vanuit het idee dat alleen zó een doorbraak valt te forceren in het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Ik zie het als mijn opdracht te tonen dat een flexibele, meer organische manier van samenwerken tot minstens even goede resultaten leidt. Ik zal mij ook in 2006 blijven inspannen om de samenwerking met andere departementen en in rijksbrede projecten verder te brengen - en ik zal me daar onder meer in het SG-beraad hard voor maken.

Organisatieontwikkeling en investeren in de VROM-organisatie zijn daarvoor een randvoorwaarde. Een van mijn speerpunten daarbij is diversiteit. Een eigentijdse werkgemeenschap reflecteert de veranderende samenstelling van de beroepsbevolking. Gelukkig hebben we weer vacatureruimte: we gaan er dus mee aan de slag. Mijn tweede speerpunt is leiderschap. Daarmee bedoel ik niet cosmetische ingrepen of spierballentaal, maar échte doelgerichtheid, inspireren, stimuleren en uitdagen - het beste in mensen bovenhalen met het oog op maatschappelijk resultaat. VROM heeft op alle niveau's goede leidinggevenden nodig. We gaan dus op zoek naar talent, investeren in ontwikkeling van managementvaardigheden en zetten in op verbreden van ervaring door gerichte stimulering van mobiliteit.

Ik ben optimistisch over VROM en over ons vermogen noodzakelijke veranderingen gestalte te geven. Mijn optimisme is nog versterkt door de afdelingshoofdendag dit najaar. Geef ons de ruimte, zeiden de afdelingshoofden tegen Bestuursraad en directeuren, spreek ons aan op onze verantwoordelijkheid om samen met onze medewerkers die andere overheid vorm te geven. Want wij wéten dat deze tijd anders werkende ambtenaren vraagt.

Beste VROM-ers, ik begon in mineur. Maar ik put ook moed uit het feit dat mensen van wie we noodgedwongen afscheid moesten nemen, een inspiratiebron voor ons zijn. Zij zijn een baken voor VROM als werkorganisatie, met een werksfeer die van werkelijke waarde is. We doen hen recht door VROM verder te ontwikkelen als vormgever van een actieve, eigentijdse overheid. In een samenleving die kansen biedt, burgers tot een actieve bijdrage uitdaagt en hen waar nodig beschermt. Dat zal ons lukken, daarvan ben ik overtuigd.

Ik wens jullie een uitstekend 2006. ---( pauze) -- Om de start van de nieuwe directie Internationale Zaken te onderstrepen, eindigt deze bijeenkomst met een kort filmpje.