nummer 014 / Ede, 24 januari 2006
Uit startnotitie blijkt
Natuur, inrichting en verkeer centrale onderwerpen bij MER Ede Oost
Wat voor invloed hebben de toekomstige ontwikkelingen in Ede Oost op
de beschermde natuur van de Veluwe? Hoe veranderen de verkeersstromen
als het Masterplan Ede Oost Spoorzone uitgevoerd wordt, en wat heeft
dat voor gevolgen voor de omgeving? Dit zijn de vragen die centraal
zullen staan in het Milieu-effectrapport dat de gemeente Ede het
komende jaar opstelt.
De komende tien tot vijftien jaar zullen de kazerneterreinen, het
Enkaterrein en de Spoorzone in Ede een ingrijpende metamorfose
ondergaan. Dit gebeurt op basis van het Masterplan Ede Oost Spoorzone,
dat de gemeenteraad van Ede op 26 mei 2005 vastgesteld heeft. Dit
Masterplan moet de komende jaren concreet uitgewerkt worden, in
bijvoorbeeld bestemmingsplannen. Daarvoor moeten echter eerst de
mogelijke milieueffecten in beeld gebracht worden. Dit gebeurt in een
Milieu-effectapport (MER). In het MER worden verschillende
alternatieven voor het realiseren van de ontwikkeling van Ede Oost en
de Spoorzone met elkaar vergeleken. In de Startnotitie MER staat
beschreven welke effecten en welke alternatieven in de MER onderzocht
moeten worden. Het college van B&W heeft inmiddels de startnotitie
besproken en gaat deze aanbieden aan de gemeenteraad. De gemeenterad
stelt de startnotitie vervolgens vast.
In de startnotitie wordt beschreven welke alternatieven onderzocht
moeten worden.
Voor wat betreft de ontsluiting van de nieuwe woonwijk Ede Oost zullen
o.a. de vier alternatieven voor de Parklaan, zoals deze beschreven
staan in het Masterplan, met elkaar en met de zogenaamde 0+ variant
vergeleken worden. De 0+ variant houdt in dat er geen nieuwe
verkeersontsluiting komt, maar dat het bestaande wegennet
geoptimaliseerd wordt.
Voor wat betreft de aansluiting van Ede Oost op de A12 wordt een groot
aantal alternatieven onderzocht, waaronder ook varianten die op een
informatieavond op 6 december 2005 door geĂŻnteresseerde en betrokken
burgers aangereikt zijn. Dit onderzoek gebeurt in twee fasen: eerst
globaal, om te kijken of een variant in principe realiseerbaar is en
of deze bijdraagt aan de oplossing van verkeersproblematiek, en
vervolgens voor de overgebleven varianten meer diepgaand.
In het MER zullen ook verschillende varianten beoordeeld worden voor
wat betreft het aantal en typen woningen dat gebouwd gaat worden en de
hoeveelheid ruimte voor kantoor- en andere voorzieningen.
Ede Oost grenst aan het beschermde natuurgebied de Veluwe. In de MER
zal duidelijk moeten worden wat voor gevolgen het ontwikkelen van Ede
Oost zal hebben op de beschermde natuur in dit gebied.
De gemeenteraad zal op 2 maart over de startnotitie vergaderen. Nadat
de gemeenteraad de startnotitie vastgesteld heeft, wordt deze
gedurende zes weken ter inzage gelegd en kan iedereen daarop
inspreken. Centrale vraag bij de inspraak is of deze startnotitie een
goede basis is voor het daadwerkelijke MER-onderzoek. In de
startnotitie worden nog geen keuzes gemaakt, dit gebeurt in een later
stadium op basis van het uitgevoerde MER-onderzoek.
---
Gemeente Ede