Gemeente De Ronde Venen


College legt Beleidsplan Verkeer en Vervoer aan gemeenteraad voor

Een betrouwbare bereikbaarheid om De Ronde Venen sociaal en economisch goed te laten functioneren, dat is de hoofddoelstelling van burgemeester en wethouders geweest bij het opstellen van het Beleidsplan Verkeer en Vervoer. Uitgangspunt van B&W is het respecteren van eisen die gesteld worden aan leefbaarheid, milieu en verkeersveiligheid. Het college legt het beleidsplan ter vaststelling aan de gemeenteraad voor.
In het Beleidsplan Verkeer en Vervoer geeft het college van B&W in grote lijnen aan wat voor de periode 2006 2015 de huidige en de nog verwachte verkeersknelpunten zijn én op welke manier die knelpunten kunnen worden opgelost. Het beleidsplan heeft vanaf 9 november 2005 zes weken ter inzage gelegen. De reacties op het plan zijn inmiddels verwerkt. Degenen die gereageerd hebben, krijgen één dezer dagen een antwoord van B&W per brief.
Het college van B&W legt het beleidsplan ter vaststelling aan de gemeenteraad voor. In het beleidsplan worden geen concrete besluiten genomen. Voordat tot uitvoering van één of meer oplossingen wordt overgegaan, zullen per geval de concrete maatregelen worden uitgewerkt en met de gemeenteraad, belanghebbenden / betrokkenen worden besproken. Het college zal daarbij individuele belangen moeten afwegen tegen het algemeen belang.
Hieronder volgen enkele voorbeelden van onderwerpen waarop inwoners gereageerd hebben.

Strekken bocht N201 en verlengen Rondweg (Noord) Diverse positieve reacties zijn bij B&W binnengekomen op het idee om de bocht in de N201 bij Mijdrecht te strekken (Liefkenshoek) en om de Rondweg over het tracé van de voormalige spoorlijn door te trekken naar de N201. Bewoners van Hofland en andere omwonenden zijn het erover eens dat dit tot een verbetering van het leefmilieu zal leiden. Om dit mogelijk te maken moet nader overleg gevoerd worden met de eigenaren van de grond en de provincie.

Verbetering kruispunt Stationsweg-Rondweg-Industrieweg B&W stellen voor het drukste kruispunt van Mijdrecht anders in te richten om de capaciteit en daarmee de doorstroming te vergroten. Het centrum moet beter bereikbaar worden. Degenen die gereageerd hebben op dit knelpunt, erkenden en herkenden de problemen. Dit zal waarschijnlijk leiden tot meer opstelstroken en verbetering van de verkeersregeling. Een rotonde zou te weinig capaciteit bieden.

Westelijke ontsluitingsweg Vinkeveen
Minder enthousiast waren bewoners van Zuiderwaard over het idee om de verkeersafwikkeling in Vinkeveen in de toekomst te verbeteren met een westelijke ontsluitingsweg. Dit heeft gedeeltelijk te maken met het beeld dat over deze weg is ontstaan. In eerdere discussies was gesproken over een randweg, waardoor de indruk was ontstaat dat het een drukke doorgaande verbindingsweg en sluiproute zou worden om vrijwel al het verkeer van Vinkeveen naar de N201 te leiden. Dat is niet het karakter van de weg die B&W voor ogen hebben. Mocht de gemeenteraad het college te zijner tijd vragen om de ideeën voor een westelijke ontsluitingsweg verder uit te werken, dan zal die weg ontworpen worden als 50 km/u weg voor verkeer uit Zuiderwaard en Westerheul. De weg moet ver genoeg van de bebouwing liggen om overlast te voorkomen en aangesloten worden ter hoogte van de Reigerstraat/Bonkestekersweg.

Openbaar vervoer
Ondanks dat De Ronde Venen voor openbaar vervoer afhankelijk is van het beleid van de provincie Utrecht, hebben B&W voor het openbaar vervoer een eigen visie ontwikkeld. Uitgangspunt hierbij is het strekken van de verbindende lijnen, ofwel: doorgaande buslijnen die niet kris-kras door woonwijken gaan, maar snelle aansluiting bieden op vervolg vervoer (Randstadspoor in Woerden of Breukelen en Uithoorn/Schiphol of Amsterdam Zuid-Oost). Vanuit de woonwijken moet het dan wel mogelijk zijn om de haltes van het doorgaande openbaar vervoer te voet of per fiets te bereiken, of met kleinschalig lokaal vervoer, vooral voor ouderen of gehandicapten. Dit stelt hogere eisen aan de kwaliteit van fietsenstallingen en de wachtruimten op de halteplaatsen.

Het concept van het beleidsplan was interactief tot stand gekomen. Diverse partijen zijn in de gelegenheid geweest om de door hen gesignaleerde en verwachte knelpunten aan te dragen; er zijn gesprekken geweest met deskundigen, er is een informatiebijeenkomst gehouden voor inwoners en ook kon men via de gemeentelijke website reacties geven.