Uit het landelijk overleg...
Op donderdag 19 januari heeft overleg plaatsgehad tussen de landelijke
politiebonden en minister Remkes. Er is gesproken over een breed
aantal onderwerpen, waarvan de volgende op dit moment belangrijk zijn:
Akkoord meer- minder uren
Het onderwerp meer-minder uren (ook wel genoemd: teveel en te weinig
gewerkte uren) vormde jaren punt van discussie tussen de politiebonden
en de minister. Volgens de bonden heeft de werkgever een grote rol in
het sturen op capaciteit en het toekennen van verlof. Hierdoor kan er
aan het eind van een jaar in principe geen sprake zijn van meer- of
minder gewerkte uren. In 2004 heeft de Advies- en arbitragecommissie
(AAC) zich uitgesproken over dit punt. De opvatting van de bonden werd
met deze AAC-uitspraak geheel ondersteund. Toch leverde ook dat geen
doorbraak op in de discussie. Op donderdag 19 januari was het dan
zover: er is overeenstemming bereikt over hoe de korpsen om moeten
gaan met het onderwerp meer-minder uren.
De minister stemt nu in met de opvatting van de bonden. Dat betekent
dat het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp) wordt aangepast
en dat er regelgeving komt die voor iedereen van toepassing is. Het
streven is en blijft dat de uren van het jaarwerkplan volledig worden
gewerkt, waardoor de teller op 0 staat aan het begin van een nieuw
jaar. Een marge van 9 uur teveel of te weinig aan het eind van het
jaar is echter toegestaan. Een werknemer die aan het begin van het
nieuwe jaar meer dan 9 uur teveel heeft gewerkt, krijgt deze
uitbetaald. Bij een werknemer die aan het begin van het nieuwe jaar 9
uur (of minder) te weinig heeft gewerkt, krijgt deze uren
kwijtgescholden. Tot het moment dat het Barp overeenkomstig is
aangepast, zijn afwijkende regionale regelingen nog mogelijk (als
daarover in het regionale werkgever/werknemersoverleg ooit een akkoord
is bereikt!).
Na de wijziging van het Barp moeten ook de regionale regelingen aan de
nieuwe beleidslijn voldoen. De korpsen die nog geen regionale regeling
hebben, worden door het ministerie van BZK geadviseerd overeenkomstig
het landelijke akkoord van 19 januari 2006 te handelen.
RBANA
Op 7 december 2005 is door de bonden en de minister gesproken over de
rechtspositie van politieambtenaren die op de Antillen bijstand
leveren in het Recherche Samenwerking Team (RST). Achteraf bleek dat
een dag eerder in het Staatsblad de Regeling Beschikbaarbestelling
Ambtenaren aan de Nederlandse Antillen en Aruba (RBANA) was
gepubliceerd. In die regeling is ook de rechtspositie van de
RST-collega's op de Antillen geregeld; alleen de datum van ingang zou
nog nader worden bepaald. De bonden keken hiervan op omdat er
inhoudelijk aanleiding bestond voor politiespecifieke regels. Ook de
minister gaf toe hierdoor verrast te zijn. In het overleg van
donderdag 19 januari is vastgesteld dat hij nog altijd bereid is te
spreken over politiespecifieke aanpassingen of regels in de RBANA. Tot
het moment dat daarover overeenstemming is bereikt met de bonden,
zullen de bestaande afspraken voor de RST-collega's worden
gerespecteerd.
Schade door het niet dragen van een veiligheidsgordel
In de vorige vergadering had de minister laten weten dat hij niet
garant wilde staan voor de schade die een politieambtenaar kan oplopen
als hij door het dragen van een tactisch veiligheidsvest geen
autogordel kan omdoen. De minister kwam daar in de vergadering van 19
januari op terug. Hij wilde zich wel garant stellen, alleen was uit
nader onderzoek gebleken dat dit eigenlijk niet nodig is:
politieambtenaren zijn onder bepaalde omstandigheden -namelijk niet
verplicht om de veiligheidsgordel te dragen. In de praktijk betekent
dit dat een derde partij zich er in een dergelijke situatie niet op
beroepen dat de politieambtenaar zelf mede verantwoordelijk is voor de
ontstane schade.
In de praktijk blijken korpsen echter helemaal niet op de hoogte te
zijn van deze ontheffing van de verplichtingen in het Reglement
Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) van 31 maart 1994. BZK zal de
korpsen daarover informeren. Overigens is gebleken dat in de praktijk
groepen politieambtenaren soms tientallen kilometers tevoren onnodig
het tactische veiligheidsvest dragen en daardoor ook onnodig in
risicovolle verkeersomstandigheden terecht kunnen komen. Dat geldt
zeker wanneer verplaatsingen met relatief hoge snelheid plaatsvinden.
Met korpsen zal worden overlegd over de ontwikkeling van een
verantwoorde gedragslijn op dit punt.
Politiebond ACP