Provincie Noord-Brabant


7. Statenvragen glastuinbouwlocatie West-Brabant
Het opstellen van een Milieueffectrapportage/Strategische Milieubeoordeling voor een projectlocatie voor glastuinbouw in West-Brabant berust op een Europese richtlijn die sinds 21 juli 2004 van kracht is. In de plan-MER en de inrichtings MER worden de uitstoot van CO2 en de duurzame inrichting van de projectlocatie voor de glastuinbouw meegenomen. Dit geldt ook voor de landschappelijke inpassing en andere aspecten. De plan MER is een instrument om tot een afgewogen beslissing te komen. Dat antwoorden Gedeputeerde Staten op vragen van het lid van Provinciale Staten, mevr. A.Jetten (Leefbaar Brabant/BOF) over de voorbereiding van een herziening van het streekplan voor een projectlocatie voor de glastuinbouw in West-Brabant.

9.Beleidsuitgangspunten aanbesteding openbaar vervoer
De uitgangspunten voor de aanbesteding van het openbaar vervoer zijn door Gedeputeerde Staten gewijzigd. De uitgangspunten hebben betrekking op het aantal concessies, de duur van de concessies, de start van de concessies, de kwaliteitseisen, de milieueisen en andere aspecten. Gedeputeerde Staten informeren de statencommissie voor Economie, Mobiliteit en Grote Stedenbeleid over de voorgenomen aanpassingen. Ook geven Gedeputeerde Staten opdracht aan een extern bureau om de opgave van de personeelsgegevens door de huidige vervoerders te onderzoeken.

10. Planning PVVP+
Het proces van het opstellen van het Provinciaal Verkeers - en Vervoersplan (PVVP+) komt in een afrondende fase. Medio mei 2006 zal volgens Gedeputeerde Staten de inspraak starten. Het PVVP geeft richting aan het verkeers- en vervoersplan voor de komende jaren en de uitvoeringsstrategie. Het bestaat uit een beleidstekst, een dynamische beleidsagenda en een doelenschema. Volgens de planning die Gedeputeerde Staten aan de statencommissie voor Economie, Mobiliteit en Grote Steden zenden volgt in oktober de bespreking van het PVVP+ in de statencommissie waarna Provinciale Staten het plan in november van dit jaar bespreken. Ook de bij het verkeers- en vervoersbeleid betrokken instellingen, overheden en andere partners worden op de hoogte gebracht van de planning.

11. Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen
Er is een nieuwe regeling voor de vergoeding van kosten die gemoeid zijn met het verleggen van kabels en leidingen. Gedeputeerde Staten hebben de nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Noord-Brabant 2006 vastgesteld. Onder de wegen en andere infrastructuur van de provincie liggen verschillende soorten kabels en leidingen. Vanwege de uitvoering van werken moeten die kabels en leidingen regelmatig worden verlegd. Voor het al-dan-niet vergoeden van de kosten die daarmee gemoeid gold sinds 1995 een tijdelijke "bevriezingsregeling". Nutsbedrijven konden een voorlopige vergoeding claimen die na vaststelling van een definitieve provinciale regeling herberekend wordt. Door de nieuwe regeling is dat nu het geval. De nieuwe regeling is in interprovinciaal verband uitgewerkt.

12. Multimodaal Coördinatie en Adviescentrum
Het Multimodaal Coördinatie en Adviescentrum krijgt in 2006 E220.000 subsidie van de provincie, dat is een verhoging met E90.000, -. Dat hebben Gedeputeerde Staten besloten. Het MCA voert activiteiten uit op het gebied van goederenvervoer om het vervoer over water en per spoor te bevorderen. Het MCA krijgt extra geld om taken van de provincie op het gebied van goederenvervoer uit te voeren, dit betreft ondermeer vervoersmanagement, de provinciale subsidieregeling voor inland terminals en de integratie van de uitvoeringsorganisaties van het MCA met Incodelta. Incodelta is een samenwerkingsverband van de provincies Zuid-Holland, Zeeland, Noord-Brabant en Limburg dat zich richt op een duurzaam en efficiënt goederenvervoer. Daarmee geven GS uitvoering aan het beleid ten aanzien van steunfuncties.

13. Integriteitbeoordeling en milieuvergunningen
Er zijn beleidsregels voor de toetsing van de integriteit van aanvragers van een vergunning op grond van de Wet Milieubeheer. Dat hebben Gedeputeerde Staten besloten op grond van de Wet Bevordering Integriteitbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (Wet Bibob).

14. Voortgangsrapportage Overdiepse Polder
Aan de plannen om de Overdiepse Polder in het kader van "Ruimte voor de Rivier"tot waterbergingsgebied te maken wordt hard gewerkt. Dat blijkt uit de voortgangsrapportage die Gedeputeerde Staten aan de minister van Verkeer en Waterstaat zenden. De bewoners en ondernemers uit het gebied hebben zélf hiervoor het initiatief genomen.

17.Beheer Brabantsite
De firma Letric krijgt van GS de opdracht om knelpunten rondom het beheer van de Brabantsite op te lossen en de functionaliteit uit te breiden. Met de opdracht is een bedrag gemoeid van 33.540 euro exclusief BTW.

18.Project Baarle Bijzonder
Aan twee belangrijke punten uit de besluiten van Provinciale Staten van 2002 om tot een oplossing te komen voor de Vlaamse enclaves in Baarle-Nassau is voldaan. Dat constateren GS in een rapportage aan de statencommissie voor bestuur en middelen over de stand van zaken van het project Baarle Bijzonder. Met het project zoeken GS in opdracht van Provinciale Staten naar financiële en juridische oplossingen die recht doen aan de bijzondere situatie van Baarle-Nassau. Het rapport Baarle Bijzonder schetst een aantal oplossingsrichtingen en de gemeente krijgt een jaarlijkse extra uitkering van E280.000 uit het gemeentefonds voor een periode van vijf kaar.

19.Managementrapportages 2006
De management- en bestuursrapportages over de uitvoering van de lopende begroting, zullen zich voortaan richten op 3 en 7 maanden. Dat hebben GS besloten. Hiermee komen zij tegemoet aan de wens van de statencommissie voor bestuur en middelen die wil vasthouden aan twee momenten per jaar. Bovendien wordt zo een koppeling gelegd met de jaarlijkse Kadernota en Najaarsbrief.

20. Amendementen en moties reconstructie- en gebiedsplannen
In een notitie aan de commissie Ruimte en Milieu geven GS een stand van zaken met betrekking tot de amendementen en moties bij de reconstructie- en gebiedsplannen. Deze plannen zijn door Provinciale Staten op 22 april 2005 vastgesteld. Bij de behandeling is toen een aantal amendementen en moties aangenomen. In de notitie wordt aangegeven op welke wijze gevolg is gegeven aan de wensen van de Staten.

20. Meer beleidsruimte voor bouwplannen
De (ontwerp)regeling voor verruiming van het provinciale beleid met betrekking tot artikel 19, lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening biedt meer mogelijkheden voor het realiseren van bouwplannen in gemeenten. De regeling houdt in dat gemeenten zonder tussenkomst van de provincie onder voorwaarden vrijstelling kunnen verlenen voor diverse bouwplannen in het stedelijk gebied en het buitengebied die in strijd zijn met het bestemmingsplan. Het voorstel zal besproken worden in de commissie Ruimte en Milieu.

21. Regionaal Structuurplan regio Eindhoven
Gedeputeerde Staten bieden aan het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven twee oplossingen aan voor bezwaren van het SRE tegen twee onderdelen van het Regionaal Structuurplan. De oplossingen hebben betrekking op het gebied Airpark III in de gemeente Cranendonck, waar meer bedrijvigheid moet komen, en Budel-Oost waar woningbouw gepland is. In het ene geval is er sprake van een kwetsbaar grondwaterbeschermingsgebied, in Budel gaat het om cultuurhistorisch waardevol gebied.


Brabantlaan 1
Postbus 90151
5200 MC 's-Hertogenbosch
Telefoon (073) 681 28 12
Fax (073) 614 11 15
info@brabant.nl
www.brabant.nl

|Openbare besluitenlijst                           |
|Vergadering Gedeputeerde Staten                   |
|d.d. 24 januari 2006                              |


1. Statenvragen glastuinbouwlocatie West-Brabant
Het opstellen van een Milieueffectrapportage/Strategische Milieubeoordeling voor een projectlocatie voor glastuinbouw in West-Brabant berust op een Europese richtlijn die sinds 21 juli 2004 van kracht is. In de plan-MER en de inrichtings-MER worden de uitstoot van CO2 en de duurzame inrichting van de projectlocatie voor de glastuinbouw meegenomen. Dit geldt ook voor de landschappelijke inpassing en andere aspecten. De plan-MER is een instrument om tot een afgewogen beslissing te komen. Dat antwoorden Gedeputeerde Staten op vragen van het lid van Provinciale Staten, mevr. A. Jetten (Leefbaar Brabant/BOF) over de voorbereiding van een herziening van het streekplan voor een projectlocatie voor de glastuinbouw in West-Brabant.

2. Beleidsuitgangspunten aanbesteding openbaar vervoer
De uitgangspunten voor de aanbesteding van het openbaar vervoer zijn door Gedeputeerde Staten op hoofdlijnen vastgesteld. De uitgangspunten hebben betrekking op het aantal concessies, de duur van de concessies, de start van de concessies, de kwaliteitseisen, de milieueisen en andere aspecten. Gedeputeerde Staten informeren de statencommissie voor Economie, Mobiliteit en Grotestedenbeleid over de voorgenomen aanpassingen. Ook geven Gedeputeerde Staten opdracht aan een extern bureau om de opgave van de personeelsgegevens door de huidige vervoerders te onderzoeken.

3. Planning PVVP+
Het proces van het opstellen van het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan (PVVP+) komt in een afrondende fase. Medio mei 2006 zal volgens Gedeputeerde Staten de inspraak starten. Het PVVP geeft richting aan het verkeers- en vervoersbeleid voor de komende jaren en de uitvoeringsstrategie. Het bestaat uit een beleidstekst, een dynamische beleidsagenda en een doelenschema. Volgens de planning die Gedeputeerde Staten aan de statencommissie voor Economie, Mobiliteit en Grotestedenbeleid zenden volgt in oktober de bespreking van het PVVP+ in de statencommissie waarna Provinciale Staten het plan in november van dit jaar vaststellen. Ook de bij het verkeers- en vervoersbeleid betrokken maatschappelijke organisaties, overheden en andere partners worden op de hoogte gebracht van de planning.

4. Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen
Er is een nieuwe regeling voor de vergoeding van kosten die gemoeid zijn met het verleggen van kabels en leidingen. Gedeputeerde Staten hebben de nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Noord-Brabant 2006 vastgesteld. Onder de wegen en andere infrastructuur van de provincie liggen verschillende soorten kabels en leidingen. Vanwege de uitvoering van werken moeten die kabels en leidingen regelmatig worden verlegd. Voor het al dan niet vergoeden van de kosten die daarmee gemoeid zijn gold sinds 1995 een tijdelijke "bevriezingsregeling". Nutsbedrijven konden een voorlopige vergoeding claimen die na vaststelling van een definitieve provinciale regeling herberekend wordt. Door de nieuwe regeling is dat nu het geval. De nieuwe regeling is in interprovinciaal verband uitgewerkt.

5. Integriteitbeoordeling en milieuvergunningen
Er zijn beleidsregels voor de toetsing van de integriteit van aanvragers van een vergunning op grond van de Wet Milieubeheer. Dat hebben Gedeputeerde Staten besloten op grond van de Wet Bevordering Integriteitbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (Wet Bibob). De statencommissies voor Bestuur en Middelen en Ruimte en Milieu worden geinformeerd.

6. Project Baarle Bijzonder
Aan twee belangrijke punten uit de besluiten van Provinciale Staten van 2002 om tot een oplossing te komen voor de Vlaamse enclaves in Baarle-Nassau is voldaan. Dat constateren GS in een rapportage aan de statencommissie voor bestuur en middelen over de stand van zaken van het project Baarle Bijzonder. Met het project zoeken GS in opdracht van Provinciale Staten naar financiële en juridische oplossingen die recht doen aan de bijzondere situatie van Baarle-Nassau. Het rapport Baarle Bijzonder schetst een aantal oplossingsrichtingen en de gemeente krijgt jaarlijks een extra uitkering van E280.000 uit het gemeentefonds. Na 5 jaar wordt deze regeling geëvalueerd.

7. Managementrapportages 2006
De management- en bestuursrapportages over de uitvoering van de lopende begroting, zullen zich voortaan richten op 3 en 7 maanden. Dat hebben GS besloten. Hiermee komen zij tegemoet aan de wens van de statencommissie voor Bestuur en Middelen die wil vasthouden aan twee momenten per jaar. Bovendien wordt zo een koppeling gelegd met de jaarlijkse Kadernota en Najaarsbrief.

8. Amendementen en moties reconstructie- en gebiedsplannen
In een notitie aan de commissie Ruimte en Milieu geven GS een stand van zaken met betrekking tot de amendementen en moties bij de reconstructie- en gebiedsplannen. Deze plannen zijn door Provinciale Staten op 22 april 2005 vastgesteld. Bij de behandeling is toen een aantal amendementen en moties aangenomen. In de notitie wordt aangegeven op welke wijze gevolg is gegeven aan de wensen van de Staten.

9. Meer beleidsruimte voor bouwplannen
De (ontwerp)regeling voor verruiming van het provinciale beleid met betrekking tot artikel 19, lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening biedt meer mogelijkheden voor het realiseren van bouwplannen in gemeenten. De regeling houdt in dat gemeenten, onder nadere voorwaarden, zonder tussenkomst van de provincie vrijstelling kunnen verlenen voor diverse bouwplannen in het stedelijk gebied en het buitengebied die in strijd zijn met het bestemmingsplan. Het voorstel zal besproken worden in de commissie Ruimte en Milieu.

10. Ruimtelijke plannen
Het bestemmingsplan Achste Barrier van de gemeente Eindhoven wordt goedgekeurd, de verzamellijst van vastgestelde plannen op grond van artikel 19 Wet Ruimtelijke Ordening wordt vastgesteld, de wijziging van het bestemmingsplan voor het Pieter Vreedeplein van de gemeente Tilburg wordt vastgesteld en de bestemmingsplannen Noordwesttangent A58-Bredaseweg en Natuurcompensatie A58-Bredaseweg te Tilburg zijn goedgekeurd.


---- --