Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Speech minister Dekker t.b.v. BIRK-Naardermeer / Ankeveenseplassen, 23 januari 2006

Ruimte voor Groen: Ontwikkelen en Verbinden

Gedeputeerde Poelmann, Directeur De Graeff, Dames en heren,

Inleiding
Allereerst wil ik de Vereniging Natuurmonumenten hartelijk feliciteren met haar 100-jarig bestaan. Een belangrijke mijlpaal een organisatie als de uwe heeft in vele veranderende tijdsbeelden haar bestaansrecht bewezen. Wat U in de afgelopen eeuw heeft bereikt, is enorm. Wat is natuur nog in dit land? Een stukje bos ter grootte van een krant zo dichtte een domweg gelukkige J.C. Bloem vlak na de oorlog. Het poëtische pessimisme van deze dichter wordt weersproken door het meer prozaïsche werk van uw oprichter, de schrijver Jac. P. Thijsse. Met ruim 90.000 hectare aan beschermde en goed beheerde natuurgebieden bewijst u dag in dag uit Bloems ongelijk. Uw ruim 900.000 leden onder wie ikzelf - getuigen bovendien van brede maatschappelijke steun. Een monumentale prestatie, zou ik bijna zeggen.

Ontwikkelen
Ik hoef u niet te vertellen dat het instandhouden van het Naardermeer de aanleiding vormde tot de oprichting van Natuurmonumenten. De cirkel is dus rond. Want vandaag geven we het startschot voor de Natuurverbinding tussen het Naardermeer en de Ankeveense Plassen. Daarmee geven we invulling aan het motto: behoud door ontwikkeling. Ik ben blij dat Natuurmonumenten zelf die omslag ook heeft gemaakt. De ruimte in ons land is schaars. We willen allemaal aangenaam wonen, veilig werken en in een inspirerende omgeving recreëren. Dat vraagt om het slim afwegen van functies. En om intelligente combinaties van blauw en groen, van groen en rood. Maar in de eerste plaats vraagt het om flexibiliteit, om oog voor ontwikkeling. Om ruimte in ons hoofd vooral. Het is zoals de Britse historicus Simon Schama schreef: Voordat landschap een ontspanning van de zintuigen kan zijn, is het het werk van de geest. Juist in een klein land moeten we zoeken naar kansen in plaats van ons blind te staren op wat niet kan.

Verbinden
En wie kent de kansen van een gebied, maar ook de bedreigingen, nu beter dan de mensen die zelf in dat gebied wonen, werken en leven? Zij moeten de ruimte krijgen om nieuwe verbindingen te leggen. Verbindingen want ontwikkelen is ook een kwestie van verbinden. Verbinden van functies. Van belangen. Van partners als burgers, bedrijven en lokale, regionale, nationale en zelfs Europese bestuurders.
Nemen we het Naardermeer. De waarde ervan stijgt naarmate het beter met andere natuurgebieden in ons land verbonden is. Maar de vogels die er foerageren en broeden keren niet terug als ze bijvoorbeeld in Spanje of Polen als kleiduiven uit de lucht worden geknald. Ontwikkeling van natuur vraagt dus om het leggen van verbanden, ook internationaal. Vandaar de grote bemoeienis van de EU met milieubeleid. Immers, zonder de Brusselse Vogelrichtlijn: ook op deze plek een stuk minder biodiversiteit.

Gebiedsontwikkeling
Terug naar Nederland. De tijd van centralistische blauwdrukken is voorbij. Het motto van de Nota Ruimte luidt: decentraal wat kan, centraal wat moet. Deze filosofie veronderstelt een grotere rol voor provincies en gemeenten bij de regie over ruimtelijke ontwikkelingen. Met de nieuwe Wro en Grondexploitatiewet krijgen ze de middelen in handen om die rol ook goed te kunnen invullen. Het Rijk staat ze met kennis en kunde terzijde. Soms ook met geld.
Maar het zijn toch in de eerste plaats de gemeenten en de provincies die het moeten doen. Het idee van gebiedsgerichte ontwikkeling sluit hier goed bij aan. Plannen en belangen van de markt, de overheid en maatschappelijke groeperingen worden voor een regionaal samenhangend gebied bij elkaar gebracht. Alle partijen zijn samen verantwoordelijk voor een gedeeld einddoel, ook financieel. Wonen, bedrijvigheid, infrastructuur, water en natuur moeten elkaar vinden in een sluitend plan.
Met de ecologische verbinding van het Naardermeer met de Ankeveense plassen is er sprake van zon plan dat een complexe uitdaging te lijf gaat met een integrale aanpak. Daarvoor, mijn welgemeende complimenten. In de eerste plaats aan de Provincie Noord-Holland die zich uitstekend heeft gekweten van haar taak als initiatiefnemer en regisseur. Maar ook aan de andere betrokken partners. Aan de Vereniging Natuurmonumenten. Aan de gemeenten Hilversum, Weesp en Wijdemeren. Aan het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht en aan de Dienst Landelijk Gebied van het Ministerie van LNV. Hulde voor uw samenwerking en daadkracht!

De Natuurverbinding : Samenwerking en regie

Dames en heren,
De felicitaties aan uw adres zijn verdiend. De natuurverbinding is een ontwikkelingsproject waar een integrale aanpak zal worden toegepast. Een aanpak waarvoor ik pal sta. Vandaar ook de bijdrage van 2,4 miljoen euro uit het Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK). Ik noem een aantal elementen waar die integrale aanpak uit blijkt.

* De natuurverbinding creëert een natuurlijke passage tussen het Naardermeer en de Ankeveense plassen een passage voor water, voor dieren en voor planten zelfs. Bovendien sluit de verbinding aan op de natte natuuras die loopt van het IJsselmeer naar de Venen/het Groene Hart. Het belang ervan reikt dus verder dan de plek waar we nu staan.

* Een faunapassage onder de te verleggen N236 van Weesp naar Hilversum staat borg voor een veilige oversteek van grote en kleine dieren, van flora en fauna. De tracéaanpassing verbetert de veiligheid van deze weg. Daarnaast zorgt het voor een betere ontsluiting van landschappelijk aantrekkelijke gebieden zoals rond de watermolen Hollandia.

* Ook de waterinfrastructuur wordt onder handen genomen. Ten eerste wordt de s Gravelandsevaart omgelegd. Ten tweede zal een flink aantal hectaren grasland in de Hilversumse Bovenmeent voortaan voor wateropslag en uitbreiding van de natuur worden gebruikt.
* Last but not least, de aanwezige recreatieve voorzieningen winnen dankzij betere fietspaden en wandelroutes aan kwaliteit.

Gebiedsontwikkeling
Zoals ik al zei mijn bijdrage aan de natuurverbinding komt uit het BIRK-potje. Tegelijkertijd markeert de start van de natuurverbinding een omslag. Een omslag van vrij kleinschalige regionale projecten naar meer grootschalige en complexe integrale Gebiedsontwikkeling. Inmiddels zijn 14 voorbeeldprojecten gebiedsontwikkeling flink op stoom gekomen. Projecten als de Blauwe Stad bij Groningen waar wonen, recreëren en waterberging in een ambitieus plan samen zijn gebracht. Later dit jaar volgt een Agenda 2006 die deze aanpak in heel het land ingang moet doen vinden. Een beperkt aantal
gebiedsontwikkelings-projecten krijgt wellicht een financieel steuntje in de rug.

Bestuurlijke druk
Ik besef terdege dat we als Rijksoverheid niet meer initiatief van andere overheden kunnen verwachten als we ze tegelijkertijd met regels en eisen overladen. Alleen als we de bestuurlijke druk beperkt houden, zullen we de vruchten van de decentrale filosofie uit de Nota Ruimte ten volle plukken. Overheden moeten elkaar zien als échte partners - elk met een eigen verantwoordelijkheid.
Burgers en bedrijven moeten weten dat we ernst maken met onze goede voornemens. Dat het niet alleen bij mooie woorden blijft. Daarom hebben we als Rijk met IPO en VNG goede afspraken gemaakt: De Nota Ruimte; ieder zijn rol.
Dit afsprakenkader gaat uit van een centraal aanstuurpunt, met tegenhangers bij de overige partijen. Bestuurlijke verstikking is uit den boze. Alleen zo kunnen we goed de vinger aan de pols houden bij de voortgang van projecten als deze natuurverbinding.

Ruimtelijke druk - A6/A9
Over drukgesproken: ik realiseer me dat het in dit gebied in ruimtelijk opzicht erg druk is. De Noordvleugel van de Randstad staat voor grote uitdagingen. Niet alleen voor groene en blauwe functies, maar ook voor wonen en werken en de infrastructuur die daarbij hoort. En dat ingeklemd tussen twee grote verstedelijkte gebieden. Neem de discussie over de wegverbinding tussen Schiphol en Almere. De eerste resultaten van de planstudie Schiphol-Amsterdam-Almere zijn bekend. Over die resultaten worden nu bestuurders, maatschappelijke organisaties en burgers geraadpleegd. Ik hecht daar veel waarde aan. Het kabinet wil de files tussen de A6 en de A9 zorgvuldig te lijf. Daarom streeft het naar een eerste besluit medio dit jaar. Dan wordt de keus gemaakt: uitbreiden van de bestaande wegcapaciteit of het aanleggen van een nieuwe verbinding. Vervolgens moet dat voorkeursalternatief nog goed worden onderzocht en uitgewerkt.

Pas als van alle varianten betekenis, effecten en kosten helder zijn, volgt een definitief besluit. Van mij kunt U verwachten dat behoud en mogelijk zelfs versterking van de ruimtelijke kwaliteit voorop staat. De onbetwistbare waarde van het Naardermeer houd ik daarbij scherp in het vizier.

Naast de reguliere consultatie over de planstudie verwacht ik veel van de Groene Uitweg. Onder regie van de provincie Noord-Holland, werken verschillende partijen aan voorstellen voor de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Ik waardeer de actieve deelname van Natuurmonumenten aan de Groene Uitweg en ben erg benieuwd naar de resultaten van deze gezamenlijke inspanning. Het uitvoeringsprogramma waar u samen met de partijen in de Groene Uitweg mee komt, zal volwaardig in de besluitvorming over de planstudie Schiphol-Amsterdam-Almere worden betrokken.

Natuur is voor tevredenen of legen een slot

Dames en heren,

Ik begon met een citaat uit het gedicht Domweg gelukkig in de Dapperstraat van J.C. Bloem. De eerste woorden daarvan luiden: natuur is voor tevredenen of legen. Welnu, voor u staat een tevreden minister.
Tevreden met de integrale aanpak met vele en veelsoortige publieke en private partijen. Met de samenhang tussen natuurontwikkeling, realisering van de natte as, verkeersveiligheid en recreatieve voorzieningen. Tevreden ook met de rol van de provincie als regisseur. Al met al een prima voorbeeld van Gebiedsontwikkeling in de praktijk. En wat het lege betreft ik hoop hier privé vaker te komen. Om een stuk te wandelen langs de Vecht of s Gravelandse Vaart. Gewoon genieten terwijl mijn zintuigen ontspannen en de wind mijn hoofd leegwaait.

Dames en heren,

Proficiat!