Arnhem stelt detailhandelsbeleid bij
Economische en planontwikkelingen aanleiding tot aanpassing
Het Arnhemse detailhandelsbeleid, vervat in de uit 2001 daterende
Beleidsnota Detailhandel, wordt op punten bijgesteld. Aanleiding
hiervoor zijn, naast de economische ontwikkeling en vooruitzichten,
ook de planontwikkeling in Arnhem en in de regio. Met name de
ontwikkelingen in Arnhem in relatie tot het Rijnboog-project en
Centrum-Zuid zijn aanleiding om het detailhandelsbeleid te herijken.
De gemeente Arnhem wil de gronden rondom Gelredome (Centrum-Zuid)
eerder tot ontwikkeling brengen, bijvoorbeeld door de vestiging van
een moderne en grootschalige woonboulevard. In regionaal verband is
deze wens van de gemeente Arnhem binnen het Knooppunt Arnhem Nijmegen
(KAN) inmiddels ook kenbaar gemaakt.
Nieuwe plannen zijn noodzakelijk om de dynamiek (te denken valt bv.
aan vestiging van nieuwe winkels) in de detailhandel mogelijk te
maken. Maar de economische ontwikkelingen en vooruitzichten zijn
aanleiding om uit te gaan van een scenario dat voorziet in een
bescheiden economische groei. Daarom wordt het detailhandelsprogramma
in Rijnboog beperkt tot 15.000 m², waarbij afscheid genomen gaat
worden van grootschalige detailhandelsbedrijven. Daarnaast worden
voorbereidingen getroffen voor de ontwikkeling van genoemde
woonboulevard in Centrum-Zuid.
Actieve regierol
Inez Pijnenburg, wethouder Economische Zaken van Arnhem: Uiteraard
voert de gemeente Arnhem met ondernemersorganisaties overleg over de
grootschalige detailhandelsplannen in Rijnboog en in Centrum-Zuid. En
ook deze organisaties hebben oog voor de spanning tussen enerzijds de
behoefte aan vernieuwing en dynamiek door realisatie van nieuwe
projecten en anderzijds het risico van overaanbod en leegstand. Beide
laatste factoren kunnen namelijk negatieve gevolgen hebben voor de
bestaande detailhandelsstructuur.
De gemeente gaat dan ook een actieve regierol spelen in de
detailhandelsontwikkelingen in de binnenstad en in Centrum Zuid, aldus
Pijnenburg. Ook willen we als gemeente meer sturing geven aan de
vestiging van gewenste detailhandel in combinatie met andere functies,
zoals recreatieve voorzieningen en horeca, zowel in de binnenstad als
in Centrum-Zuid. Daarnaast worden zogeheten gebiedsprofielen
geformuleerd, die aan moeten geven welk type detailhandel een
aanvulling voor de binnenstad betekent. Vervolgens zullen de
gemeentelijke accountmanagers de verschillende marktpartijen actief
gaan benaderen. Tevens wordt de uitvoering van een regionaal
koopstromenonderzoek gewenst geacht, onderzoek dat aangeeft waar
klanten in de binnenstad vandaan komen.
24-01-2006