Gemeente Maassluis

DCMR heeft regels voor opslag in grote bovengrondse opslagtanks aangescherpt

Dit is een persbericht van de DCMR Milieudienst Rijnmond

De DCMR heeft in 2004 en 2005 een onderzoek uitgevoerd bij 24 bedrijven in het Rijnmondgebied waar grote bovengrondse opslagtanks in bedrijf zijn. Dit onderzoek is eind januari 2006 afgerond. Op basis van het onderzoek zullen aanpassingen in de vergunningen doorgevoerd worden. De DCMR heeft daarom samen met Deltalinqs de regels voor opslag in grote bovengrondse tanks verbeterd.

Het onderzoek werd opgestart omdat de afgelopen jaren enkele incidenten met bovengrondse opslagtanks hebben plaatsgevonden. De DCMR heeft daarom de actuele situaties van deze opslagtanks gecontroleerd. Er werden geen onveilige situaties aangetroffen. De veiligheidsaspecten waren doorgaans in overeenstemming met het huidige beleid. Waar dat niet het geval was, bestond meestal de mogelijkheid om de veiligheidsaspecten via de huidige vergunning te regelen. Bij drie gecontroleerde bedrijven zijn verbetermogelijkheden aangetroffen die niet op basis van hun bestaande vergunningvoorschriften kunnen worden afgedwongen. Bij deze drie bedrijven zijn door de DCMR inmiddels revisietrajecten voor de vergunning gestart. Bij zeven bedrijven zijn verbetermogelijkheden aangetroffen die via de bestaande vergunningvoorschriften zijn te realiseren. Hoewel in het onderzoek geen gevaarlijke situaties werden aangetroffen, heeft de DCMR een plan van aanpak gemaakt om de vergunningen/standaardvoorschriften verder aan te scherpen. Op deze manier kunnen de risico's nog verder beperkt worden.
DCMR heeft, na overleg met belangenbehartiger van industrie Deltalinqs, inmiddels nieuwe standaardvoorschriften vastgesteld. Aanleiding voor het opstellen van de standaardvoorschriften vormde ook het nieuwe beleid van de Adviesraad Gevaarlijke Stoffen (AGS). Deze beleidsregels zijn in 2005 vernieuwd en gepubliceerd door het Ministerie van VROM onder de naam PGS29. Hierbij moet gedacht worden aan verbeterde bouw en constructienormen, verbeterde beveiligingen om het overstromen van opslagtanks te voorkomen en verbeterde maatregelen om lekkages van opslagtanks te voorkomen dan wel te beperken. De verbeterde voorschriften moeten incidenten tot een minimum beperken. Omdat de veiligheidssituatie in het Rijnmondgebied zeer complex is, zijn incidenten echter niet te voorspellen of uit te sluiten. In het Rijnmond gebied staan moderne installaties (gebouwd volgens de nieuwste veiligheidsinzichten) naast `oudere' installaties (gebouwd op basis van oudere veiligheidsinzichten). Doordat de veiligheidsinzichten steeds zwaardere normen voorschrijven, blijven in het Rijnmond gebied altijd `verouderde' installaties aanwezig. Verouderd betekent echter niet automatisch onveilig. Het kan betekenen dat soms (nog) niet aan de nieuwste inzichten voldaan kan worden. De DCMR streeft een veilige regio na. DCMR is van mening dat de gezamenlijke inspanningen van de toezichthoudende instanties en de bedrijven in dit onderzoek een positief effect hebben op de complexe veiligheidssituatie in het Rijnmond gebied. Info: www.dcmr.nl